begrippen en formules economie domein D

0.0(0)
studied byStudied by 6 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/58

flashcard set

Earn XP

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

59 Terms

1
New cards
concrete markt
de fysieke markt
2
New cards
abstracte markt
het totaal van vraag en aanbod in een regio
3
New cards
marktmechanisme
het spel van vraag en aanbod in een markt
4
New cards
formule marktevenwicht
Qa = Qv
5
New cards
evenwichtsprijs/hoeveelheid
de prijs/hoeveelheid waar vraag en aanbod gelijk staan
6
New cards
formule totale omzet
TO = P x Q
7
New cards
omzet
alle inkomsten van een bedrijf in een periode
8
New cards
TCK
kosten die niet afhangen van een productiehoeveelheid
9
New cards
TVK
kosten die afhangen van een productiehoeveelheid
10
New cards
TK formule
TCK + TVK
11
New cards
totale winst formule
TW = TO - TK
12
New cards
maximale winst formule
MO = MK
13
New cards
marginale kosten/opbrengsten
de extra kosten/opbrengsten voor een extra product
14
New cards
prijselasticiteit van de vraag
in welke mate de vraag hoeveelheid verandert als de prijs verandert
15
New cards
wanneer is de prijselasticiteit inelastisch?
epv tussen 0 en -1
16
New cards
wanneer is de prijs elastisch?
epv lager dan -1
17
New cards
formule prijselasticiteit
Epv = % verandering Qv/ % verandering p
18
New cards
inferieure goederen
de consument koopt hier minder van als zijn inkomen stijgt. de prijselasticiteit is groter dan 0.
19
New cards
kruislingse prijselasticiteit
hoe erg de vraag van product a reageert op de prijsverandering van product b
20
New cards
kruislingse prijselasticiteit formule
Ek = % verandering Q van A/ % verandering P van B (antwoord is daling of stijging van de vraag naar product A in procenten)
21
New cards
positieve kruislingse prijselasticiteit bij welke goederen?
substitueerbare goederen
22
New cards
negatieve kruislingse prijselasticiteit bij welke goederen?
complementaire goederen
23
New cards
inkomenselasticiteit
hoe de vraag naar een product veranderd door een verandering in het inkomen
24
New cards
formule inkomenselasticiteit
Ey = % verandering Qv/ % verandering inkomen
25
New cards
wanneer is Ey negatief?
bij een inferieur goed
26
New cards
wat zijn de kenmerken van marktvormen?
* transparantie
* het aantal aanbieders
* het aantal vragers
* homogeen/heterogeen product
* toetreding drempel

\
27
New cards
homogeen product
een product wat niet uniek is
28
New cards
heterogeen product
een uniek product
29
New cards
noem de markt kenmerken van een volkomen concurrentie
* veel aanbieders
* veel vragers
* homogeen product
* transparant
30
New cards
hoeveelheidsaanpasser
Je bent een kleine speler en kan alleen via de hoeveelheid je maximale winst aanpassen, de prijs heb je geen invloed op.
31
New cards
noem de markt kenmerken van een monopolie
* een aanbieder
* hoge toetredingsdrempel
* niet transparant
32
New cards
prijszetter
je hebt volledige invloed op de prijs
33
New cards
noem de markt kenmerken van een monopolistische concurrentie
* veel aanbieders
* veel vragers
* heterogeen product
* transparant
34
New cards
noem de markt kenmerken van een oliglopolie
* weinig aanbieders
* veel vragers
* heterogeen/homogeen product
* hoge toetredingsdrempel
35
New cards
kapitale markt
verhandelen van geld met een looptijd langer dan 1 jaar
36
New cards
geld markt
verhandelen van geld met een looptijd korter dan 1 jaar
37
New cards
primaire sector
economische sector die grondstoffen en voedsel levert
38
New cards
secundaire sector
sector die de grondstoffen verwerkt
39
New cards
tertiare sector
sector waar bedrijven met verkoop van goederen of diensten winst willen maken
40
New cards
kwartaire sector
sector die zich bezig houd met niet-commerciële dienstverlening
41
New cards
prijskartel
bedrijven die samen een prijs afspreken zodat deze prijs kunstmatig hoog is
42
New cards
transparantie van een markt
mate waarin prijs en omzet gegevens makkelijk beschikbaar zijn voor marktpartijen
43
New cards
beroepsbevolking
deel van de beroepsgeschikte bevolking dat ook echt wilt werken
44
New cards
niet-participanten
mensen die niet willen/mogen/kunnen werken
45
New cards
welke 3 factoren hebben invloed op de hoeveelheid beroepsbevolking?
* bevolkingsgroei
* deeltijd werken
* scholing
46
New cards
formule participatiegraad
beroepsbevolking/beroepsgeschikte bevolking x 100
47
New cards
werkloosheid percentage
werklozen/beroepsbevolking x 100
48
New cards
conjuncturele werkloosheid
mensen die werkloos zijn omdat de economie zich in een laagconjunctuur bevindt. Kan opgelost worden door meer bestedingen wat leidt tot meer productie.
49
New cards
structurele werkloosheid
werkloosheid als gevolg van veranderingen in de structuur van de economie, bijvoorbeeld uitvindingen die mense vervangen.
50
New cards
evenwichtssituatie
Geen werkloosheid
51
New cards
evenwichtsloon
het loon waarbij vraag en aanbod op de arbeidsmarkt gelijk zijn
52
New cards
werknemerssurplus
verschil tussen minimaal loon en evenwichtsloon
53
New cards
werkgeverssurplus
verschil tussen maximaal loon en evenwichtsloon
54
New cards
wat zijn 3 overwegingen voor overheidsinterventie?
* consumentenbescherming
* bescherming deel van de samenleving
* natuurberscherming/duurzaamheid
55
New cards
maximumprijs
als de overheid wilt dat een product betaalbaar blijft kunnen ze een maximale prijs instellen.
56
New cards
harberger driehoek
geeft in een grafiek weer het welvaartsverlies, oftewel het verlies van totaal surplus door overheidsinterventie.
57
New cards
minimumprijs
De overheid kan een minimumprijs instellen om de producent te beschermen
58
New cards
heffingen
heffingen worden ingevoerd over producten waarvan de overheid gebruik niet wilt stimuleren
59
New cards
subsidies
subsidies worden ingevoerd over producten waarvan de overheid gebruik wilt stimuleren