Fysiologie WC1

studied byStudied by 28 people
5.0(1)
Get a hint
Hint

Wat is een cel?

1 / 42

encourage image

There's no tags or description

Looks like no one added any tags here yet for you.

43 Terms

1

Wat is een cel?

Het kleinste onderdeel van een organisme dat alle genetische informatie van dat organisme bevat en zijn bouwstenen van het menselijk lichaam.

New cards
2

Noem de verschillende soorten weefsels.

  • Dekweefsel

  • Bindweefsel

  • Spierweefsel

  • Zenuwweefsel

New cards
3

Wat doet het dekweefsel?

Het beschermd en bedekt uitwendige oppervlakken.

New cards
4

Wat doet het bindweefsel?

Het geeft stevigheid, bescherming, transporteert stoffen, slaat energiereserves op, vult inwendige ruimte op.

New cards
5

Wat doet het spierweefsel?

Houding, lichaamspositie, lichaamstemperatuur, bewegen van skeletdelen.

New cards
6

Wat doet het zenuwweefsel?

Het voortgeleide van elektrische impulsen van het ene gedeelte van het lichaam naar het andere gedeelte van het lichaam.

New cards
7

Noem de verschillende orgaanstelsels.

  • Beenderstelsel

  • Spierstelsel

  • Spijsverteringsstelsel

  • Cardiovasculairestelsel

  • Ademhalingssstelsel

  • Uitscheidingstelsel

  • Huid

  • Voortplantingsstelsel

  • Zintuigen

  • Zenuwstelsel

  • Imuunsysteem

New cards
8

Wat is de functie van het beenderstelsel?

Geeft steun, vorm en stevigheid aan het lichaam.

New cards
9

Wat is de functie van het spierstelsel?

Geeft stevigheid en motoriek aan het lichaam.

New cards
10

Wat is de functie van het spijsverteringsstelsel?

Neemt bruikbare stoffen op en verwerkt stoffen.

New cards
11

Wat is de functie van het cardiovasculairestelsel?

Transport van 02 en voedingsstoffen naar alle delen van je lichaam en afvoer van schadelijke stoffen.

New cards
12

Wat is de functie van het ademhalingsstelsel?

Een stelsel dat 02 en voedingsstoffen naar alle delen van je lichaam en afvoer van schadelijke stoffen.

New cards
13

Wat is de functie van het uitscheidingstelsel?

Uitscheiding van overtollige en schadelijke stoffen.

New cards
14

Wat is de functie van het huid?

Het is een barrière tussen jou en de buitenwereld.

New cards
15

Wat is de functie van het voortplantingsstelsel bij mannen en vrouwen?

-mannen: produceert geslachtscellen en hormonen

-vrouwen: produceert geslachtscellen en hormonen, ondersteunt embryonale en foetale ontwikkeling van bevruchting tot geboorte.

New cards
16

Wat is de functie van zintuigen?

voelen, ruiken, zien en horen

New cards
17

Wat is de functie van het zenuwstelsel?

neemt informatie op en verwerkt het.

New cards
18

War is de functie van het immuunsysteem?

een systeem dat je beschermt als er een ziekteverwekker in jouw lichaam komt, dan wordt het bestreden.

New cards
19

Wat is endocytose?

Het verpakken van extracellulair materiaal in een blaasje bij het cel oppervlak voor het transport in de cel en neemt stoffen op.

New cards
20

Wat is exocytose?

Een blaasje dat in de cel is ontstaan versmelt met de plasmamembraan en geeft zijn inhoud aan de extracellulair omgeving af.

New cards
21

Wat is fagocytose?

Het opnemen van stoffen of ziekteverwekkers van buiten de cel (eet soort van op)

New cards
22

Wat is pinocytose?

Het opnemen van vloeistoffen in het cytoplasma door ze aan het celoppervlak in een blaasje op te nemen (drinkt het soort van op)

New cards
23

Wat is receptorgemedieerde endocytose?

Aan het membraanoppervlak van de cel worden kleine blaasjes gevormd om selectief bepaalde stoffen in de cel te brengen. (deze cel heeft soort ‘armpjes’ zodat die blaasjes daar aan kunnen zitten.

<p>Aan het membraanoppervlak van de cel worden kleine blaasjes gevormd om selectief bepaalde stoffen in de cel te brengen. (deze cel heeft soort ‘armpjes’ zodat die blaasjes daar aan kunnen zitten.</p>
New cards
24

Wat is vestibulair transport?

Stoffen in blaasjes worden verpakt en in of uit de cel verplaatst.

New cards
25

Wat is actief transport?

Actieve opname/afgifte van opgeloste stoffen door een celmembraan heen ATP nodig. bv: Na en K pomp, fagocytose, exocytose.

New cards
26

Wat is passief transport?

Ionen en moleculen worden door de plasmamembraan getransporteerd zonder dat dit de cel energie kost. bv: diffusie en osmose

New cards
27

Wat is een positieve terugkoppeling?

En prikkel wordt versterkt, dus een hoge prikkel wordt verhoogd en een lage prikkel wordt verlaagd bv. een bevalling

New cards
28

Wat is een negatieve terugkoppeling?

Reactie die een prikkel tegengaat, dus een prikkel dat te hoog is wordt lager. Bv . lichaamstemperatuur is te hoog.

New cards
29

Wat is homeostase en waar bestaat het uit?

Houd het interne milieu stabiel. Bestaat uit:

  • Receptor: meet iets (is gevoelig voor verandering)

  • Besturingscentrum: ontvangt en verwerkt info van receptor.

  • Effector (cel/orgaan): reageert op signalen en versterkt/ gaat prikkel tegenaan.

New cards
30

Wat is osmose?

H2O verplaatst zodat opgeloste stoffen aan beide kanten gelijk zijn. (semi-permeabel membraan)

<p>H2O verplaatst zodat opgeloste stoffen aan beide kanten gelijk zijn. (semi-permeabel membraan)</p>
New cards
31

Wat is diffusie?

Een stof die zich gelijk verdeelt over een ruimte.

<p>Een stof die zich gelijk verdeelt over een ruimte. </p>
New cards
32

Wat is de osmotische waarde?

Mate opgeloste stoffen in een vloeistof.

-Hoge waarde: hoge opgeloste stoffen

-Lage waarde: weinig opgeloste stoffen

New cards
33

Wat is isotoon?

Osmotische waarde buiten en binnen de cel gelijk.

New cards
34

Wat is hypertoon?

Osmotische waarde buiten de cel hoger dan binnen de cel (meer water eruit).

New cards
35

Wat is hypotoon?

Osmotische waarde binnen de cel hoger dan buiten de cel.

New cards
36

In welke staat is een dierencel in een isotone omgeving?

In het beste staat

New cards
37

In welke staat is een dierencel in een hypertone omgeving?

Een verschrompelde staat

New cards
38

In welke staat is een dierencel in een hypotone omgeving?

De cel zou knappen (lysis)

New cards
39

In welke staat is een plantencel in een hypotone omgeving?

Normale staat, dus turgor.

New cards
40

In welke staat is een plantencel in een hypertone omgeving?

Cel gaat krimpen, dus plasmolyse

New cards
41

In welke staat is een plantencel in een isotone omgeving?

staat is gelijk.

New cards
42

Wat is cytosol en functie ervan?

Vloeistof waarin alle celorganellen drijven en waarin de meeste stofwisseling processen plaatsvinden. Verdeel van stoffen dmv diffusie.

New cards
43

Wat is een celskelet en functie ervan?

Een netwerk van kleine vezels. Geeft steun en stevigheid aan de cel.

New cards

Explore top notes

note Note
studied byStudied by 132 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 55 people
... ago
4.5(2)
note Note
studied byStudied by 7 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 30 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 37 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 6 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 16 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 23129 people
... ago
4.8(187)

Explore top flashcards

flashcards Flashcard (21)
studied byStudied by 4 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (93)
studied byStudied by 13 people
... ago
5.0(2)
flashcards Flashcard (27)
studied byStudied by 5 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (58)
studied byStudied by 4 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (83)
studied byStudied by 8 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (30)
studied byStudied by 1 person
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (22)
studied byStudied by 2 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (68)
studied byStudied by 29 people
... ago
5.0(2)
robot