Nierfilter
Nierfilter, Functionele eenheid van de nier, bestaat uit een zeeflichaampje en een nierbuisje.
Niermerg
Binnenste weefsel van de nier waar water, glucose en zouten worden teruggewonnen uit de voorurine.
ademhalding
proces waarbij zuurstof in het bloed wordt opgenomen en koolstofdioxide in het bloed wordt uitgescheiden.
Ader
Ader met dunne wand en meestal zuurstof arm bloed
Aorta
grootste slagader weg van hart
Bloedplaatje
Bloedcel die zorgt voor de stolling van het bloed.
Bloedplasma
Transporteert bloedcellen, nutrienten en afvalstoffen.
Hemoglobine
Zuurstof magneet
boezem
boven in hart. Ruimte in het hart die bij samentrekking zorgt voor het vullen van de (hart) kamers.
kamer
onder
Bovenste holle ader
Groot bloedvat waarin het bloed vanuit het onderste deel van het lichaam terug naar het hart stroomt.
Concentratie
De hoeveelheid van de ene stof per hoeveelheid stof. Als je bijvoorbeeld vijf gram suiker oplost in een liter water, dan is de concentratie suiker 5g/l.
Diffusie
De beweging van moleculen van gassen en vloeistoffen van een hoge concentratie naar een lage concentratie. D
hart
Een holle spier, gelegen in de borstholte.
grote bloedsomloop
hart -> organen -> hart
hartkleppen
Kleppen in het hart tussen boezems en kamers
Keelholte
Holte die tussen de mond- en neusholte aan de ene kant en de luchtpijp en slokdarm aan de andere kant ligt.
Long
Ademhalingsorgaan in de borstkas. Er zijn twee longen, één aan de linkerzijde van het lichaam en één aan de rechterzijde
Longblaasje
Onderdeel van de longen waar de gaswisseling plaatsvindt; een klein luchtzakje met een dunne wand waar bloedvaten vlak langs lopen.
Neusholte
Grote holte die bekleed is met slijmvlies in het middelste deel van de schedel, tussen de neusgaten en de keelholte
Nier
Orgaan dat afvalstoffen uit het bloed filtert
Nierbekken
Holte in de kern van de nier waar alle urine terechtkomt die in één nier wordt gevormd
Nierbuisje
Onderdeel van een nierfilter waar water en andere stoffen uit de voorurine worden opgenomen.
Poortader
bloedvat dat een directe verbinding vormt tussen organen, zonder tussenkomst van het hart
Slagader
een ader waar zuurstof rijk bloed oor heen gaat, dikke wand
Verbranding
Chemisch proces waarbij brandstof wordt verbruikt en energie vrijkomt
formule van verbranding
glucose + zuurstof -> koolstofdioxide + water + energie
halfemaanvorimgekleppen
halfemaanvorimgekleppenkleppen tussen de hart kamer en de slagarder kleppen tussen de hart kamer en de slagarder
actief transport
Dat iets in je lichaam verplaatst en daar energie voor gebuikt word
witte bloedcellen
Soldaat tegen infecties
Rode bloedcellen
Bevat Hemoglobine dat zuurstof transporteert door het lichaam
Bronchiën
Vertakkingen aan de onderzijde van de luchtpijp (aan de kant van de longen).
kleine bloedsomloop
hart -> longen -> hart
Luchtpijp
Buis tussen keelholte (vanaf het strottenhoofd) en de longen.
Mondholte
Binnenkant van de mond tussen de lippen en de keelholte.
Passief transport
dat iets in je lichaam verplaats zonder energie te gebruiken