Psychologie en sociologie

Ontwikkelingsfase van Kind

Fasen waarin een kind zich ontwikkelt, gekenmerkt door zelfvertrouwen, autonomie, initiatief en competentie.

Adolescentie

Periode waarin de identiteit van een persoon wordt ontwikkeld en aangeleerd door sociologie en opvoedingsstijlen.

Autoritatieve ouders

Ouders die warme betrokkenheid tonen, redelijke eisen stellen en het kind in staat stellen eigen beslissingen te nemen.

Autoritaire ouders

Ouders die koud betrokken zijn, veel eisen stellen en de meeste beslissingen voor het kind nemen.

Permissieve ouders

Ouders die verwennen, weinig eisen stellen en kinderen laten beslissingen nemen, ook als ze daar nog niet klaar voor zijn.

Verwaarlozende ouders

Ouders die emotioneel verwijderd zijn, weinig eisen hebben en onverschillig zijn over beslissingen van het kind.

Acculturatie

Het proces waarbij individuen of groepen de cultuur van een andere groep overnemen, vaak door migratie of langdurige interactie.

Integratie

Het proces waarbij individuen zich aanpassen aan een nieuwe cultuur terwijl ze elementen van hun oorspronkelijke cultuur behouden.

Segregatie

Het proces waarbij groepen binnen een samenleving gescheiden worden gehouden, wat sociale interactie en kansen beperkt.

Marginalisatie

Het proces waarbij individuen of groepen worden uitgesloten van deelname aan sociale, economische en politieke activiteiten.

Draagkracht verminderende factoren

Factoren zoals cultureel isolement, sociaal isolement en taalproblemen die de draagkracht verlagen.

Draaglast verhogende factoren

Factoren zoals onzekerheden rond verblijf van vergunning en discriminatie die de draaglast verhogen.

Morbiditeit bij vluchtelingen

Gezondheidsproblemen zoals hepatitis B en C, tuberculose, malaria, mazelen en waterpokken, die vaak voorkomen onder vluchtelingen.

Gezondheidsvaardigheden

Cognitieve en sociale vaardigheden die benodigd zijn om gezondheid te verkrijgen, begrijpen en toepassen.