Romeinse Republiek Flashcards

Dutch flashcards based on lecture notes about Roman History, focusing on vocabulary and key concepts.

Mare Nostrum

"Onze Zee"; Romeinse naam voor de Middellandse Zee.

Marius

Generaal die het leger hervormde en arme burgers toeliet als soldaat.

Nobilitas

De adellijke klasse van rijke families met politieke macht (elite).

Optimates

Politieke groep die de macht van de Senaat en de elite wilde behouden.

Patriciërs

Oudste, rijkste families in Rome met veel invloed in de Republiek.

Pater Familias

Vaderfiguur als hoofd van de familie; had volledige macht over het gezin.

Plebejers

Gewone vrije burgers van Rome zonder veel politieke invloed.

Proletariërs

Armste Romeinen zonder land, vaak afhankelijk van brood en spelen.

Plattelandsvlucht

Verhuizen van arme boeren naar de stad nadat ze hun land verloren.

Pompeius

Eerst bondgenoot van Caesar; later zijn vijand in de burgeroorlog.

Pontifex Maximus

Hoogste priester in Rome; beheerste de religieuze kalender en rituelen.

Populares

Politieke groep die opkwam voor de rechten van het gewone volk.

Proscriptielijst

Lijst met vijanden van de staat die zonder proces mochten worden gedood.

Punische Oorlogen

Benaming van drie oorlogen uitgevochten tussen Rome en Carthago.

Republiek

Staatsvorm zonder koning; bestuurd door het volk of zijn vertegenwoordigers.

Res Publica

Latijn voor "zaak van het volk"; basisidee van de Romeinse Republiek.

Romulus & Remus

Mythische tweeling die volgens de legende Rome stichtten.

Rubicon

Grensrivier; Caesar stak deze over met zijn leger → begin van burgeroorlog.

Scipio Africanus

Romeinse generaal die Hannibal versloeg in de Slag bij Zama. (Tweede Punische Oorlog)

Slag bij Cannae

Grote overwinning van Hannibal waarbij hij een Romeins leger omsingelde (216 v.C.)

Slag bij Zama

Slag in 202 v.C. waar Hannibal werd verslagen door Scipio Africanus.

Sulla

Generaal en dictator; gebruikte proscriptielijsten om tegenstanders uit te schakelen.

Tarquinius Superbus

Laatste koning van Rome; verdreven vanwege machtsmisbruik.

Tiber

Rivier die door Rome stroomt; belangrijk voor landbouw en handel.

Triumviraat

Politiek bondgenootschap van drie mannen (bv. Caesar, Pompeius, Crassus).

Volkstribuun

Vertegenwoordiger van het volk met vetorecht tegen wetten die hen konden schaden.

Veto-recht

Het recht om wetten of beslissingen tegen te houden ("ik verbied").

Brood en Spelen (Panem et Circenses)

Gratis graan en spektakel (zoals gladiatorengevechten) om het volk tevreden te houden.

Carthago

Stad in Noord-Afrika (nu: Tunesië); rivaal van Rome in de Punische Oorlogen.

Cicero

Redenaar en politicus die probeerde de Romeinse Republiek te redden.

Consul

Hoogste politieke functie in de Republiek; jaarlijks werden er 2 gekozen.

Crassus

Rijke Romein; lid van het Eerste Triumviraat met Caesar en Pompeius.

Cursus Honorum

Politieke loopbaanladder met opeenvolgende functies in de Republiek.

Dictator

Tijdelijke leider met absolute macht tijdens crisissituaties (max. 6 maanden).

Divide et Impera

"Verdeel en heers" - tactiek om onderworpen volkeren verdeeld te houden.

Etrusken

Oud volk uit Noord-Italië dat Rome sterk beïnvloedde (cultuur, architectuur).

Hannibal

Beroemde Carthaagse generaal die met olifanten over de Alpen naar Rome trok.

Iden van Maart (15 maart 44 v.C.)

Datum waarop Julius Caesar werd vermoord door senatoren.

Julius Caesar

Generaal en dictator voor het leven; vermoord in 44 v.C.; einde van de Republiek.

Latifundia

Grote landbouwbedrijven in handen van rijke Romeinen; vaak met slaven.