1/25
Sociologie H8 - criminologie 1e bachelor UGent
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Chiefdoms
Regionaal georganiseerde samenlevingen met een gecentraliseerd bestuur dat de activiteiten van verschillende dorpsgemeenschappen coördineert.
Complexe stammen
Kennen enkel een rangordening volgens status of prestige, zonder sociale stratificatie.
Staten
Regionaal georganiseerde samenlevingen met gespecialiseerde regionale instellingen - militaire en bureaucratische - die controleren en beheren en die niet op verwantschap zijn gebaseerd.
Wereldrijken
Een territoriaal expansieve en territoriaal omvattende staatsvorm gekenmertk door relaties van controle van een staat over meerdere andere sociopolitieke entiteiten - horden, stammen, chiefdoms en andere staten - en gekenmerkt door imperialisme als proces waarbij wereldrijken gecreeerd en onderhouden worden.
Sociale verandering
Die verandering, die objectief waarneembare gevolgen heeft voor de sociale structuur en de cultuur van een maatschappij.
Cultural lag
De zogenaamde niet-materiële cultuur verandert trager dan de materiële cultuur.
Structural lag
Sociale structuren zijn van dien aard dat het merendeel van onze rollen geconcentreerd zijnn in een bepaalde fase van onze levensloop. Dit leidt tot een onderbenutting van menselijke capaciteiten bij senioren.
Roloverbelasting
Taken en rollen in onze samenleving kennen een sterke leeftijdsdifferentiatie en dit leidt, in een samenleving van mensen met een hoge levensverwachting, tot sociale problemen.
Culturele geestesgesteldheid
Elke gemeenschap wordt gekenmerkt door een bepaalde mentaliteit.
Sensate cultuur
Hierin wordt het materiële als de realiteit beschouwd, zijn de voornaamste behoeften van fysische aard, wordt vooruitgang bewerkstelligd door de controle van het externe milieu, is het algemene karakter van de mens extravert, is kennis gebaseerd op observatie en experimenteren en is kunst gericht op ‘entertainment’.
Moderne of materialistische ingesteldheid
Gericht op rationaliteit, veiligheid, economische zekerheid, economische prestatie en sociale orde.
Postmoderne of postmaterialistische houding
gekenmerkt door een gerichtheid op levenskwaliteit, zelfverwerkelijking, zelfexpressie, gebondenheid en individuele vrijheid.
Schaarstehypothese
Stelt dat de doelstellingen of kernwaarden van personen een weerspiegeling vormen van de socio-economische situatie waarin ze vertoeven.
Socialisatiehypothese
Stelt dat de basispersoonlijkheid wordt gevormd gedurende de primaire socialisatie.
Diffusie
Een proces waarbij cultuurelementen of systemen van cultuurelementen zich verspreiden, waarbij ontdekkingen of uitvindingen of nieuwe instellinge, aangenomen in een bepaalde regio, door samenlevingen in nabijgelgen gebieden worden overgenomen, tot ze zich over de hele aardbol hebben verspreid.
Cultureel dominante centra
Diffusietheorieëm zijn op dit idee gebaseerd. Van waaruit vernieuwingen naar de omgeving uitstralen.
Convergentiehypothese
Die hypothese stelt dat alle samenlevingen onder invloed van de industrialisatie met dezelfde maatschappelijke problemen geconfronteerd worden - zoals vlugge bevolkingsgroei, urbanisatie, vervuiling en sociale conflicten, waarvoor ze soortgelijke oplossingen vinden en bijgevolg op de lange duur meer en meer op elkaar zullen lijken.
Dependencia- od de afhankelijkheidstheorie
Die theorie wees de Zuid-Amerikaanse economische en culturele afhankelijkheid van Noord-Amerika aan als de voornaamste oorzaak van de differentiële ontwikkeling van beide samenlevingen.
Wereldsysteem
Een multiculturele, territoriale arbeidsdeling met een systeem voor de productie en ruil van alle goederen en ruwe grondstoffen die noodzakelijk zijn voor het dagelijkse bestaan van zijn inwoners.
Kern
Kent goed ontwikkelde steden, een kapitaalsintensieve en gedifferentieerde economische productie, een technologisch sterk ontwikkelde landbouw, hoge arbeidslonen en een hoge arbeidsproductiviteit.
Periferie
Ontwikkelt tegenovergestelde kenmerken.
Semiperfirie
Een schermzone tussen de kern en de periferie
Sociale bewegingen
Zijn gebaseerd op praktijken en vertogen die niet algemeen gedeeld worden door alle groepen in de samenleving.
Political opportunity structure
De structurele distributie van politieke kansen
Nieuwe sociale bewegingen
De omvang van de staatsinmenging in de privésfeer kan aanleiding geven tot het ontstaan dit.
Revolutie
Een geheel van sociale processen waarbij politieke conflicten en veranderingen in de verhoudingen tussen sociale klassen centraal staan.