1/104
Irregular verbs. Last updated t/m Hoofdstuk 8
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Denken
Dacht - gedacht
Doen
Deed - gedaan
Dragen
Droeg - gedragen
gaan
ging - is gegaan
hangen
hing - gehangen
Hebben
had - gehad
houden
hield - gehouden
kiezen
kooz - gekozen
Kijken
keek - gekekenk
krijgen
kreeg - gekregen
kunnen
kon - gekund
liggen
lag - gelegen
lijken
leek - geleken
moeten
moest - gemoeten
mogen
mocht - gemogen
staan
stond - gestaan
vinden
vond - gevonden
vliegen
vloog - is gevlogen
weten
wist - geweten
willen
wilde - gewild
zijn
was - waren - is geweest
zingen
zong - gezongen
zitten
zat - gezeten
zoeken
zocht - gezocht
zullen
zou - zouden
afhangen
hing af - afgehangen
afspreken
sprak af - afgesproken
beginnen
begon - is begonnen
bewegen
bewoog - bewogen
blijken
bleek - is gebleken
blijven
bleef - is gebleven
drinken
dronk - gedronken
eten
at - gegeten
komen
kwam - is gekomen
lezen
las - gelezen
lopen
liep - (is) gelopen
opzoeken
zocht - opgezocht
schrijven
schreef - geschreven
verbieden
verbood - verboden
wegen
woog - gewogen
winnen
won - gewonnenwo
worden
werd - is geworden
bedenken
bedacht - bedacht
besluiten
besloot - besloten
kopen
kocht - gekocht
optreden
trad op - (is) opgetreden
rijden
reed (is) gereden
sluiten
sloot - gesloten
zeggen
zei, zeiden - gezegd
zien
zag - gezien
zwemmen
zwom - (is) gezwommen
dichtdoen
deed dicht - dichtgedaan
ervaren
ervoer - ervaren
slapen
sliep - geslapen
trekken
trok - (is) getrokkenv
vergeten
vergat - (is) vergeten
gelden
gold - gegolden
geven
gaf - gegeven
ontstaan
ontstond - is onstaan
meedoen
deed mee- meegedaan
meegaan
ging mee- is meegegaan
optrdeten
trad op - is opgetreden
overwinnen
overwon - overwonnnen
plaatsvinden
vond plaats - plaatsgevonden
terechtkunnen
kon terecht - konden terecht
thuiskomen
kwam thuis - is thuisgekomen
vallen
viel - is gevallen
uitlaten
liet uit- uitgelaten
voortkomen
kwam voort- voortgekomen
opvangen
ving op- opgevangen
ruiken
rook - geroken
schuilen
schuilde - school
tegenvallen
viel tegen - is tegengevallen
zwerven
zwierf - gezworven
volhouden
hield vol - volgehouden
aantrekken
trok aan - aangetroken
afwijken
week af- is afgeweken
gelden
gold - gegolden
geven
gaf - gegeven
ingaan
ging in - is ingegaan
nemen
nam - genomen
ondernemen
ondernam - ondernomen
rondlopen
liep rond - is rondgelopen
bewijzen
bewees - bewezen
drijven
dreef - is gedreven
opkomen
kwam op - is opgekomen
verlaten
verliet - verlaten
samengaan
ging samen - is samengegaan
afsluiten
sloot af - afgesloten
doorgaan
ging door - is doorgegaan
nadoen
deed na- nagedaan
onthouden
onthield - onthoudenv
verbinden
verbond - verbonden
vergaan
verging - is vergaan
vergelijken
vergeleek - vergeleken
verliezen
verloor - is verloren
aanraden
raadde aan - aangeraden
gedragen
gedroeg - gedragen
scheiden
scheidde - is gescheiden
spijten
speet - gespeten