1/29
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Voorwaarden om van slaap te spreken (5)
1. Verminderde arousal van de hersenen en zijn gedragsmatige correlaat
2. Veranderingen in elektrische activiteit v/d hersenen
3. Relatieve motorische inactiviteit
4. Snelle omkeerbaarheid
5. Homeostatische regulatie
Slaap als basisfysiologische toestand
= is universeel en vergelijkbaar binnen soorten, maar vertoont wel dynamische en specifieke kenmerken voor elk individu/organisme
Slaap is onlosmakelijk verbonden met waak
- Nachtelijke ontwakingen maken inherent deel uit van slaap
- 70-100x wakker per nacht= micro-ontwakingen
- Misograde amnesie: je weet niet meer dat je wakker was
Wat kunnen we wel doen met slaap en wat niet?
- Wel: vroegtijdig afbreken of tijdelijk uitstellen
- Niet: vrijwillig initiëren (wel omgeving creëeren waardoor probabiliteit tot inslaap gemanipuleerd wordt)
Verschillende functies van slaap (5)
1. Behoud van de soort
2. Cerebrale restauratie
3. Lichaamsrestitutie
4. Leren/geheugen
5. Mentale gezondheid
5 delen van slaaparchitectuur
1. Waak
2. N1
3. N2
4. N3
5. REM-slaap
=> distributies van de fases verschilt doorheen de nacht
Waak (slaaparchitectuur)
= verschillende delen van je hersenen zijn actief en doen elk iets anders
- Lage amplitude
- Hoge frequentie
N1 (slaaparchitectuur)
= van bewustzijn naar onbewustzijn (5%)
- Minder hard reageren op externe stimulering
- In slaap aan het vallen (bij wakkermaken niet bewust)
N2 (slaaparchitectuur)
= 'echte' slaap (45%)
- Bij externe stimulus verder slapen
- Helft van de slaap hierdoor gekenmerkt
N3 (slaaparchitectuur)
= diepe slaap, verschillende hersengebieden vuren samen (25%)
`
- Consolidatie van het geheugen
- Vooral in begin van de nacht
- Hoge amplitude
- Lage frequentie
REM-slaap (slaaparchitectuur)
= droomfase (25%)
- Verlamming en snelle oogbewegingen (in saccades)
- Poikilothermie = 'koudbloedig' worden
Slaaphomeostase (proces S)
= slaapafhankelijke factor + later in evolutie tot stand gekomen
Belang van proces S
= regelt de intensiteit van slaap en week + bevordert slaap in het eerste gedeelte van de nacht
Proces S in 3 verschillende situaties
1. Basis niveau: graduele toename gedurende waak, exponentiële afname tijdens de slaap
2. Slaapdeprivatie: slaapdruk neemt toe => kortere slaaplatentie/robuustere slaap (meer slaap nodig om terug te recupereren)
3. Dutje: neiging tot inslapen en robuustheid slaap daalt => slaapschuld afbouwen
Helling proces S
= wordt beïnvloed door individuele verschillen en de kwaliteit van slaap/waak (bv. postuur tijdens slaap)
Circadiaans ritme (proces C)
= slaaponafhankelijke factor + eerst in de evolutie gekomen
Werking circadiaans ritme
= komt overeen met een periodieke of cyclische verandering in slaapdruk van ongeveer 24uur
- Conditioneert lichaamstemperatuur, cortisol en melatonine afscheiding
- Gevoelig voor externe tijdsgevers (bv. licht)
- Kan gedesynchroniseerd worden => inslaapproblemen
Samenwerking tussen S en C proces
= het homeostatische proces (slaapdruk) en circadiaans ritme moeten in harmonie samenwerken, ondanks hun antagonistische werking
- Slaapdruk neemt toe naarmate je langer wakker bent
- C proces heeft waakimpulsen die je wakker houden, zelfs wanneer slaapdruk hoog is
Ultradiane ritmes
= ritmes met perioden variërend van fracties van uren tot enkele uren
- Vaak minder regelmatig & minder reproduceerbaar
- Grote verscheidenheid aan ultradiaanse ritmes
- Weerspiegeling van een elementaire restactiviteit cyclus
Basic rest-activity cycle (BRAC)
= natuurlijke, ongeveer 90-minuten durende cyclus in het menselijk lichaam die afwisselt tussen periodes van activiteit en rust (voorbeeld van ultradiaan ritme)
De fysiologie van slaap en waak - 3 processen
1. De flip-flop schakelaar
2. Mens als cyclisch wezen
3. Fysiologische basis van de biologische klok
De flip-flop schakelaar
- Als VLPO aan staat = waakcentra uit
- Als VLPO uit staat = waakcentra aan
Fysiologische basis van de biologische klok (licht)
- Licht via het oog vertelt de hersenen dat het dag is
- De SCN zet het lichaam in dagmodus.
- De SCN remt de pijnappelklier → minder melatonine.
- Donker haalt die rem weg → melatonine stijgt → je wordt slaperig
"Ik slaap niet/slecht"
Insomnieën
"Ik val de hele tijd in slaap"
Hypersomnieën
"Ik slaap niet op de juiste moment"
Circadiane ritmestoornissen
"Ik doe vreemde dingen terwijl ik slaap"
Parasomnieën
Kenmerken insomniestoornis
- Inslaapmoeilijkheden (> 30 min)
- En/of doorslaapmoeilijkheden (WNS > 30 min)
- En/of vroegtijdige ontwakingen (VOO > 30 min)
- Meer dan 3x/week
- Langer dan 3 maanden
- Niet-herstellende slaap
- Symptomen overdag
Verloop van imsomnie
