Kaarten: Module 3: slaap en slaapstoornissen | Quizlet

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/29

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

30 Terms

1
New cards

Voorwaarden om van slaap te spreken (5)

1. Verminderde arousal van de hersenen en zijn gedragsmatige correlaat

2. Veranderingen in elektrische activiteit v/d hersenen

3. Relatieve motorische inactiviteit

4. Snelle omkeerbaarheid

5. Homeostatische regulatie

2
New cards

Slaap als basisfysiologische toestand

= is universeel en vergelijkbaar binnen soorten, maar vertoont wel dynamische en specifieke kenmerken voor elk individu/organisme

3
New cards

Slaap is onlosmakelijk verbonden met waak

- Nachtelijke ontwakingen maken inherent deel uit van slaap

- 70-100x wakker per nacht= micro-ontwakingen

- Misograde amnesie: je weet niet meer dat je wakker was

4
New cards

Wat kunnen we wel doen met slaap en wat niet?

- Wel: vroegtijdig afbreken of tijdelijk uitstellen

- Niet: vrijwillig initiëren (wel omgeving creëeren waardoor probabiliteit tot inslaap gemanipuleerd wordt)

5
New cards

Verschillende functies van slaap (5)

1. Behoud van de soort

2. Cerebrale restauratie

3. Lichaamsrestitutie

4. Leren/geheugen

5. Mentale gezondheid

6
New cards

5 delen van slaaparchitectuur

1. Waak

2. N1

3. N2

4. N3

5. REM-slaap

=> distributies van de fases verschilt doorheen de nacht

7
New cards

Waak (slaaparchitectuur)

= verschillende delen van je hersenen zijn actief en doen elk iets anders

- Lage amplitude

- Hoge frequentie

8
New cards

N1 (slaaparchitectuur)

= van bewustzijn naar onbewustzijn (5%)

- Minder hard reageren op externe stimulering

- In slaap aan het vallen (bij wakkermaken niet bewust)

9
New cards

N2 (slaaparchitectuur)

= 'echte' slaap (45%)

- Bij externe stimulus verder slapen

- Helft van de slaap hierdoor gekenmerkt

10
New cards

N3 (slaaparchitectuur)

= diepe slaap, verschillende hersengebieden vuren samen (25%)

`

- Consolidatie van het geheugen

- Vooral in begin van de nacht

- Hoge amplitude

- Lage frequentie

11
New cards

REM-slaap (slaaparchitectuur)

= droomfase (25%)

- Verlamming en snelle oogbewegingen (in saccades)

- Poikilothermie = 'koudbloedig' worden

12
New cards

Slaaphomeostase (proces S)

= slaapafhankelijke factor + later in evolutie tot stand gekomen

13
New cards

Belang van proces S

= regelt de intensiteit van slaap en week + bevordert slaap in het eerste gedeelte van de nacht

14
New cards

Proces S in 3 verschillende situaties

1. Basis niveau: graduele toename gedurende waak, exponentiële afname tijdens de slaap

2. Slaapdeprivatie: slaapdruk neemt toe => kortere slaaplatentie/robuustere slaap (meer slaap nodig om terug te recupereren)

3. Dutje: neiging tot inslapen en robuustheid slaap daalt => slaapschuld afbouwen

15
New cards

Helling proces S

= wordt beïnvloed door individuele verschillen en de kwaliteit van slaap/waak (bv. postuur tijdens slaap)

16
New cards

Circadiaans ritme (proces C)

= slaaponafhankelijke factor + eerst in de evolutie gekomen

17
New cards

Werking circadiaans ritme

= komt overeen met een periodieke of cyclische verandering in slaapdruk van ongeveer 24uur

- Conditioneert lichaamstemperatuur, cortisol en melatonine afscheiding

- Gevoelig voor externe tijdsgevers (bv. licht)

- Kan gedesynchroniseerd worden => inslaapproblemen

18
New cards

Samenwerking tussen S en C proces

= het homeostatische proces (slaapdruk) en circadiaans ritme moeten in harmonie samenwerken, ondanks hun antagonistische werking

- Slaapdruk neemt toe naarmate je langer wakker bent

- C proces heeft waakimpulsen die je wakker houden, zelfs wanneer slaapdruk hoog is

19
New cards

Ultradiane ritmes

= ritmes met perioden variërend van fracties van uren tot enkele uren

- Vaak minder regelmatig & minder reproduceerbaar

- Grote verscheidenheid aan ultradiaanse ritmes

- Weerspiegeling van een elementaire restactiviteit cyclus

20
New cards

Basic rest-activity cycle (BRAC)

= natuurlijke, ongeveer 90-minuten durende cyclus in het menselijk lichaam die afwisselt tussen periodes van activiteit en rust (voorbeeld van ultradiaan ritme)

21
New cards

De fysiologie van slaap en waak - 3 processen

1. De flip-flop schakelaar

2. Mens als cyclisch wezen

3. Fysiologische basis van de biologische klok

22
New cards

De flip-flop schakelaar

- Als VLPO aan staat = waakcentra uit

- Als VLPO uit staat = waakcentra aan

23
New cards

Fysiologische basis van de biologische klok (licht)

- Licht via het oog vertelt de hersenen dat het dag is

- De SCN zet het lichaam in dagmodus.

- De SCN remt de pijnappelklier → minder melatonine.

- Donker haalt die rem weg → melatonine stijgt → je wordt slaperig

24
New cards

"Ik slaap niet/slecht"

Insomnieën

25
New cards

"Ik val de hele tijd in slaap"

Hypersomnieën

26
New cards

"Ik slaap niet op de juiste moment"

Circadiane ritmestoornissen

27
New cards

"Ik doe vreemde dingen terwijl ik slaap"

Parasomnieën

28
New cards

Kenmerken insomniestoornis

- Inslaapmoeilijkheden (> 30 min)

- En/of doorslaapmoeilijkheden (WNS > 30 min)

- En/of vroegtijdige ontwakingen (VOO > 30 min)

- Meer dan 3x/week

- Langer dan 3 maanden

- Niet-herstellende slaap

- Symptomen overdag

29
New cards

Verloop van imsomnie

<p></p>
30
New cards