ak begrippen 2.2

bovenloop

Het eerste stuk van een rivier, dicht bij de bron.

eindmorene

Verpulverd materiaal dat een gletsjer voor zich uit heeft geschoven en dat na het afsmelten van de gletsjer is blijven liggen.

firn

Korrelige, overjarige en ijsachtige sneeuw.

firnbekken

Verzamelbekken van overjarige sneeuw, hoog in de bergen.

gemengde rivier

Rivier die behalve regenwater ook smeltwater van gletsjers afvoert.

glaciaal

Koude periode waarin zich op het land ijs heeft gevormd.

gletsjer

Een ijsmassa die langzaam naar beneden schuift.

gletsjerpoort

De plek waar het smeltwater van een gletsjer uitstroomt.

gletsjerrivier

Rivier die smeltwater van een gletsjer afvoert.

gletsjertunnel

Tunnel die onder een gletsjer ontstaat als zich daar smeltwater verzamelt.

grondmorene

Sediment dat onder het ijs ligt en dat achterblijft nadat het ijs is gesmolten.

hogedrukcentrale

Een centrale, meestal in de bergen, waar elektriciteit wordt opgewekt door vallend of stromend water.

hydro-elektriciteit

Elektriciteit opgewekt door waterkracht.

ijstijd

Zie glaciaal.

neerslag

Water dat in vaste of vloeibare vorm uit de dampkring (atmosfeer) op aarde neerkomt.

U-dal

Dal dat de vorm van een U heeft en is ontstaan door de uitschurende werking van een gletsjer.

V-dal

Dal dat de vorm van een V heeft en is ontstaan door de uitschurende werking van een rivier.

zijmorene

Gletsjerpuin aan de zijkant van een gletsjer.

albedo

weerkaatsing van zonnestralen