Thomas More & Immanuel Kant Flashcards

Flashcards om de belangrijkste concepten van Thomas More en Immanuel Kant te herzien, met de nadruk op deontologische ethiek en categorische imperatieven.

_deontologie of plichtethiek_: Filosofie van Thomas More en Immanuel Kant.

Deontologische of plichtethiek.

Het utilitarisme streeft naar _geluk_.

Het maximaliseren van geluk, minimaliseren van pijn.

Volgens Kant kunnen we ontdekken hoe we goed moeten leven door __.

Kom los van je behoeftes en wat je zelf wil bereiken (autonoom handelen), gebruik je rede, kom zo tot de morele plicht/wet.

Volgens Kant is enkel __ onze soevereine meester.

De rede.

Heteronoom handelen is __.

Handelen volgens begeertes en verlangens (waar we slaaf van zijn) om een doel te bereiken.

Autonoom handelen is __.

Ons vermogen tot vrijheid, vrij kiezen, vrij handelen.

Een categorische imperatief is __.

"Doe X (als doel op zich)".

Categorische imperatief I houdt in: __.

'Handel alleen volgens die maxime waardoor je tegelijkertijd kunt willen dat het een algemene wet wordt.'

Categorische imperatief II houdt in: __.

Handel zo, dat je het menszijn, zowel in je eigen persoon als in de persoon van ieder ander, nooit louter als middel, maar tegelijkertijd altijd als doel ziet.

Volgens Kant is een dikke man niet op het spoor duwen omdat anderen dan de brug niet durven nemen een __.

Niet juiste reden, want dit is iets (niet) doen om iets anders te bereiken (namelijk dat de rest van het dorp nog over de brug durft).

Kant stelt dat je iets wel/niet doet omdat __.

Je doet iets wel/niet omdat je rationele wezens zo dient te behandelen met respect.

Je bent niet onderworpen aan een morele plicht/wet omdat __.

Omdat je de wet zelf opstelt als rationeel wezen ben je er niet aan onderworpen.

Elke mens heeft niet zijn eigen morele wetten, want __.

Niet, want door rede te gebruiken en niet vanuit beweegredenen uit neiging te kiezen, ga je steeds tot dezelfde categorische imperatief komen.

Het vrije menselijke handelen kan nooit via wetenschap gemeten of bepaald worden. Het komt vanuit __.

Het vrij handelen is iets dat vanuit onze rede komt, het hoort bij ons als menselijk wezen en kan je niet afnemen.

Met betrekking tot seks, stelt Kant dat __.

Als we onze rede gebruiken, zullen we het morele principe volgen dat we ons lichaam of dat van een ander niet als instrument mogen gebruiken om iets te bereiken.

Volgens Kant kan liegen nooit, want __.

Je hebt de plicht om de waarheid te spreken.

Een minderheid mag je niet discrimineren, want __.

Omdat elk individu het recht heeft op respect.

Volgens Kant is vrijheid __.

Niet geleid worden door zaken buiten jezelf, maar wel je eigen wetten stellen, gebaseerd op een rationele keuze (rede) die de vorm krijgt van een plicht/wet/imperatief, om daarna te handelen gebaseerd op deze imperatief.

De morele waarde van een handeling hangt af van __.

Intentie à Het motief op basis waarvan je handelt à handelen volgens het categorisch imperatief, zodat: De maxime algemene geldigheid heeft, Mensen niet als middel worden gebruikt.

Moreel handelen betekent __.

Handelen vanuit plicht, dat wil zeggen, omwille van de morele wet.