Basiskennis taalonderwijs hoofdstuk 3

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/40

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

41 Terms

1
New cards

Fonologische niveau

Het niveau van de taal dat betrekking heeft op de uitspraak van woorden, de regels voor de volgorde van spraakklanken, de intonatie en het woordaccent

2
New cards

Morfologisch niveau

Het niveau van een taal dat betrekking heeft op de opbouw van woorden in morfemen

3
New cards

Syntactisch niveau

Het niveau van de taal dat betrekking heeft op de regels voor het combineren van woorden. Op dit niveau kunnen we woordsoorten en zinsdelen aangeven

4
New cards

Semantisch niveau

Het niveau van de taal dat betrekking heeft op de betekenis van woorden en betekenisrelaties tussen woorden

5
New cards

Pragmatisch niveau

Het niveau van de taal dat betrekking heeft op het concrete taalgebruik

6
New cards

Orthografisch niveau

Het niveau van de taal dat betrekking heeft op de spelling van woorden en de interpunctie

7
New cards

Creatieve constructietheorie/mentalisme

Theorie over het ontstaan van taal, waarbij men ervan uitgaat dat kinderen taal niet simpelweg imiteren, maar zelf over een aangeboren taalvermogen beschikken waarmee ze op een creatieve manier zinnen kunnen bouwen.

8
New cards

Interactionele benadering

Theorie over het ontstaan van taal waarbij men enerzijds met belang van het aangeboren taalleervermogen onderschrijft, maar anderzijds benadrukt dat het taalaanbod van de omgeving en de interactie tussen een kind en andere moedertaalsprekers belangrijk is bij het leren van een taal

9
New cards

Prelinguale fase

De periode in de taalontwikkeling voordat het kind zijn eerste woordjes spreekt, ook wel de voortalige periode genoemd. Leeftijd: 0-1

10
New cards

Kenmerken prelinguale fase

  • Huilen

  • Vocaliseren

  • Vocaal spel

  • Brabbelen

11
New cards

vocaliseren

Fase in de prelinguale periode waarin de baby zelf klinkers of vocalen produceert. Een kind ontdekt de klank van de taal en oefent zijn spraakmechanisme

12
New cards

Vocaal spel

Fase in de prelinguale periode waarin de baby experimenteert met klanken, zowel klinkers als medeklinkers

13
New cards

Brabbelen

Fase in de prelinguale fase waarin de baby klankgroepen produceert zoals dadada, bababa, mamama en waarbij de klanken worden aangepast aan de moedertaal

14
New cards

Linguale fase

De periode in de taalontwikkeling na het eerste levensjaar, waarin een kind woorden en zinnen als communicatiemiddel gebryujt

15
New cards

Linguale fases

  • vroeglinguale fase

  • Differentiatie fase

  • Voltooiingsfase

16
New cards

Vroeglinguale fase

Bestaat uit fase van eenwoordzin, tweewoordzin en meerwoordzin. Leeftijd: 1-2 ½

17
New cards

Differentiatie fase

De taalontwikkeling wordt op alle niveau van de taal veel gedifferentieerd. Kinderen leren veel nieuwe woordsoorten en de woordenschat breidt zich sterk uit. Leeftijd: 2 ½ - 5

18
New cards

Voltooiingsfase

Alle processen die in de vorige fase zijn begonnen, worden nu verder uitgebouwd. Aan het einde van deze periode beheerst een kind de taal op dezelfde manier als een volwassene. Er is alleen een verschil in de grootte van de woordenschat. Leeftijd: 5-9

19
New cards

Simultane tweetaligheid

Het verschijnsel dat kinderen voor hun derde levensjaar min of meer gelijktijdig twee talen leren

20
New cards

Successieve tweetaligheid

Het verschijnsel dat kinderen na de leeftijd van drie jaar een tweede taal leren nadat ze een eerste taal hebben geleerd. Iemand leert de tweede taal altijd met zijn kennis van de eerste taal

21
New cards

Interferentiefout

Fouten die voortkomen uit de verschillen tussen een eerste en een tweede taal

22
New cards

Luisterstrategieën

  • Globaal luisteren

  • Intensief luisteren

  • Gericht luisteren

  • Kritisch luisteren

23
New cards

Globaal luisteren

Een luisterstrategie waarbij je globaal de spreker probeert te volgen. Je volgt de lijn van een betoog en let minder op de details

24
New cards

Intensief luisteren

Een luisterstrategie waarbij je een zo volledig mogelijk beeld probeert te krijgen van wat de spreker te vertellen heeft

25
New cards

Gericht luisteren

Een luisterstrategie waarbij je luistert vanuit bepaalde specifieke vragen

26
New cards

Kritisch luisteren

Een luisterstrategie waarbij je probeert om je tijdens het luisteren een mening te vormen

27
New cards

Luisterdoel

Bewuste of onbewuste doelstelling van de luisteraar

28
New cards

Spreekdoelen

  • Amuseren

  • Informeren

  • Instrueren

  • Overtuigen

29
New cards

Amuseren

Spreekdoel/tekstdoel waarbij de spreker/schrijver het doel heeft om de toehoorders te vermaken, te boeien of te ontroeren

30
New cards

Informeren

Spreekdoel/tekstdoel waarbij het gaat om het overbrengen van feitelijke informatie

31
New cards

Instrueren

Spreekdoel/tekstdoel waarbij de spreker/schrijver iets wil uitleggen of verduidelijken

32
New cards

Overtuigen

Spreekdoel/tekstdoel waarbij de spreker/schrijver iemand wil overhalen een bepaald standpunt of mening in te nemen

33
New cards

Spreekstrategieën

  • Oriënteren op het spreekdoel

  • Oriënteren op het onderwerp en het inzetten van eigen kennis

  • Oriënteren op het soort spreektaak

  • Oriënteren op het publiek of de gesprekspartner

  • Reflecteren op de spreektaak

  • Monitoren van de spreektaak

  • Evalueren van de spreektaak

34
New cards

Oriënteren op het spreekdoel

Spreekstrategie waarbij de spreker zich eerst afvraagt wat hij precies wil bereiken

35
New cards

Oriënteren op het onderwerp en het inzetten van eigen kennis

Spreekstrategie waarbij de spreker van te voren nagaat of hij voldoende weet over een bepaald onderwerp, zich oriënteert op het onderwerp en zijn eigen voorkennis en ervaring in kaart brengt

36
New cards

Oriënteren op het soort spreektaak

Spreekstrategie waarbij je je van te voren afvraagt wat hij precies wilt bereiken

37
New cards

Oriënteren op het publiek of de gesprekspartners

Spreekstrategie waarbij de spreker nagaat wie zijn toehoorders zijn en zijn speken probeert af te stemmen op zijn publiek

38
New cards

Reflecteren op de spreektaak

Spreekstrategie waarbij de spreker zich tijdens het spreken afvraagt of de informatie overkomt en hij zijn doel bereikt

39
New cards

Monitoren van de spreektaak

Spreekstrategie waarbij de spreker zich afvraagt of zijn spreken duidelijk is en of het nodig is om aanpassingen te plegen

40
New cards

Evalueren van de spreektaak

Spreekstrategie waarbij de spreker zich na afloop van een presentatie afvraagt of het goed ging en wat er een volgende keer anders zou kunnen

41
New cards

Verschillende luisterdoelen

  • Iets te weten willen komen

  • Een gevoel willen ondergaan

  • Een mening willen vormen

  • Een handeling willen uitvoeren

  • Een spel willen spelen