Burgerschap & religie (PPT 6)

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/185

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

186 Terms

1
New cards

Wie was John Rawls en welke twee kernwerken schreef hij?

John Rawls (1921–2002) was een invloedrijke politiek filosoof en schreef A Theory of Justice (1971) en Political Liberalism (1993).

2
New cards

Wat betekent ‘liberalisme’ in Rawls’ Political Liberalism (1993)?

Het verwijst niet naar partijpolitiek of vrijemarktliberalisme, maar naar een normatief denkkader voor democratisch-rechtsstatelijk samenleven.

3
New cards

Waartegen zet Rawls zijn liberalisme expliciet niet af?

Het is geen tegenhanger van republikanisme en staat er niet haaks op; het kan zelfs republikeinse elementen bevatten.

4
New cards

Wat is het centrale doel van Rawls’ politiek liberalisme?

Een stabiele democratische rechtsstaat mogelijk maken waarin burgers met uiteenlopende overtuigingen vreedzaam samenleven.

5
New cards

Van welk mensbeeld vertrekt Rawls in Political Liberalism?

Mensen willen hun leven vormgeven volgens waarden en overtuigingen die ze zelf als waardevol beschouwen.

6
New cards

Waarom is vrijheid van levensinrichting essentieel in Rawls’ mensbeeld?

Omdat het in ieders belang is om te leven volgens eigen waarden, inzichten, overtuigingen en levensbeschouwing.

7
New cards

Hoe ziet Rawls het vermogen van mensen om met overtuigingen om te gaan?

Mensen kunnen hun overtuigingen kritisch herdenken, ermee instemmen of ze gedeeltelijk of volledig veranderen.

8
New cards

Welke voorwaarde is nodig wanneer mensen van overtuiging veranderen volgens Rawls?

Ze moeten over de sociale en politieke middelen beschikken om die verandering daadwerkelijk te kunnen realiseren.

9
New cards

Wat bedoelt Rawls met autonomie in zijn liberale visie?

Autonomie is het vermogen om een eigen ‘conception of the good’ te vormen, te herzien en na te streven.

10
New cards

Wat betekent ‘conception of the good’ bij Rawls?

De manier waarop iemand zijn of haar leven vormgeeft op basis van waarden, normen en doelen.

11
New cards

Waarom zijn mensen volgens Rawls nooit volledig vastgelegd door hun huidige overtuigingen?

Omdat zij altijd het morele vermogen hebben om hun opvattingen te herzien en te veranderen.

12
New cards

Hoe beschrijft Rawls burgers als ‘free persons’?

Als personen die elkaar erkennen als moreel capabel om een eigen levensopvatting te hebben en te herzien.

13
New cards

Wat betekent het dat burgers ‘afstand kunnen nemen’ van hun levensopvatting?

Dat ze hun eigen overtuigingen kritisch kunnen bekijken, evalueren en eventueel aanpassen.

14
New cards

Wat bedoelt Rawls met het idee dat mensen niet ‘inevitably tied’ zijn aan hun doelen?

Dat mensen niet onvermijdelijk vastzitten aan hun huidige levensdoelen en deze kunnen loslaten.

15
New cards

Hoe verhoudt autonomie zich tot identiteit en context bij Rawls?

Wat ons situeert (cultuur, religie, opvoeding) mag ons niet volledig determineren.

16
New cards

Welk fundamenteel mensenrecht sluit aan bij Rawls’ visie op autonomie?

De vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst.

17
New cards

Wat garandeert artikel 18 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens?

Het recht om een overtuiging te hebben, te belijden én te veranderen.

18
New cards

Waarom is het recht om van overtuiging te veranderen cruciaal in Rawls’ denken?

Omdat autonomie inhoudt dat mensen hun levensopvatting kunnen herzien zonder staatsdwang.

19
New cards

Welke spanning toont het voorbeeld van Jehova’s getuigen?

Dat een recht juridisch bestaat, maar sociaal zwaar kan worden afgestraft.

20
New cards

Wat leert dit voorbeeld over autonomie in de praktijk?

Dat formele rechten niet altijd garanderen dat mensen hun autonomie ook feitelijk kunnen uitoefenen.

21
New cards

Welke centrale vraag probeert Rawls te beantwoorden in Political Liberalism?

Hoe een stabiele en rechtvaardige samenleving van vrije en gelijke burgers mogelijk is ondanks diepe, redelijke meningsverschillen over religieuze, filosofische en morele doctrines.

22
New cards

Wat bedoelt Rawls met ‘reasonable pluralism’?

Dat het bestaan van diepgaande maar redelijke meningsverschillen een structureel en onvermijdelijk kenmerk is van een democratische samenleving.

23
New cards

Waarom is pluralisme volgens Rawls een basiskenmerk van democratie?

Omdat vrije en redelijke burgers onvermijdelijk tot verschillende overtuigingen komen zonder dwang van de staat.

24
New cards

Wat is de ‘burden of judgement’?

Het idee dat zelfs redelijke en rationele mensen, na eerlijke discussie, niet noodzakelijk tot dezelfde conclusies komen.

25
New cards

Wat impliceert de ‘burden of judgement’ voor hoe we met meningsverschillen omgaan?

Dat we mensen met andere overtuigingen niet automatisch als irrationeel of onredelijk mogen beschouwen.

26
New cards

Sluit de ‘burden of judgement’ sterke overtuigingen uit?

Nee, je mag sterk overtuigd zijn, maar moet erkennen dat anderen redelijkerwijs anders kunnen denken.

27
New cards

Waarom vormt pluralisme een probleem voor samenleven volgens Rawls?

Omdat de staat toch gezamenlijke regels moet opleggen in een context van diepe meningsverschillen.

28
New cards

Wat is het gevaar waar Rawls voor waarschuwt bij pluralisme?

Het onderdrukkend gebruik van staatsmacht om één visie op te leggen.

29
New cards

Welk onderscheid is cruciaal in Rawls’ politiek liberalisme?

Het onderscheid tussen individuele overtuigingen en wat normerend is voor de hele samenleving.

30
New cards

Wat valt onder het niveau van het individu?

Waarden, normen, religie en ‘comprehensive doctrines’ die normerend zijn voor individuen en vrijwillige groepen.

31
New cards

Welke principes horen bij het individuele niveau?

Diversiteit, tolerantie, redelijkheid en het schadeprincipe.

32
New cards

Wat valt onder het niveau van overheid en burger?

De publieke moraal en de (grond)wet die voor iedereen gelijk normerend zijn.

33
New cards

Wat is publieke moraal bij Rawls?

Het geheel van politieke waarden en principes die het samenleven van burgers regelen.

34
New cards

Waarom moet de staat neutraal zijn volgens Rawls?

Om alle burgers gelijk te behandelen ongeacht hun levensbeschouwelijke overtuigingen.

35
New cards

Welke rol spelen grondrechten in Rawls’ visie?

Ze beschermen de vrijheid en gelijkheid van burgers binnen een pluralistische samenleving.

36
New cards

Wat betekent publieke moraal bij Rawls?

Het geheel van principes waarmee de staat burgers als vrije en gelijke individuen behandelt.

37
New cards

Wat moet de overheid respecteren en garanderen volgens Rawls?

De capaciteit van burgers om hun leven vorm te geven, te herzien en na te streven volgens hun eigen conception of the good.

38
New cards

Waarom moet de overheid meer doen dan enkel niet-ingrijpen?

Omdat burgers minimale voorwaarden nodig hebben om hun autonomie effectief te kunnen uitoefenen.

39
New cards

Wat zijn de minimale materiële voorwaarden om autonomie te garanderen?

Grondrechten, gelijke kansen en staatsneutraliteit.

40
New cards

Wat betekent ‘priority of basic liberties’?

Dat basisvrijheden altijd voorrang hebben op andere maatschappelijke doelen zoals algemeen welzijn.

41
New cards

Wat houdt Rawls’ principe van gelijke basisvrijheden in?

Iedereen heeft een gelijk recht op een volledig en toereikend systeem van basisrechten dat verenigbaar is met dat van anderen.

42
New cards

Waarom zijn basisrechten niet onderhandelbaar volgens Rawls?

Omdat ze gebaseerd zijn op rechtvaardigheid en niet mogen worden opgeofferd aan politieke afwegingen of sociale belangen.

43
New cards

Wat bedoelt Rawls met ‘inviolability’ van personen?

Dat individuen een onaantastbare morele waarde hebben die niet kan worden opgeheven voor het algemeen nut.

44
New cards

Waarom zijn basisvrijheden essentieel?

Zonder deze vrijheden kunnen mensen hun leven niet autonoom vormgeven.

45
New cards

Wat zijn ‘constitutional essentials’?

De fundamentele grondrechten en institutionele principes die een liberale democratie dragen.

46
New cards

Waarom is democratie meer dan de wil van de meerderheid?

Omdat meerderheidsbeslissingen begrensd worden door grondrechten en rechtsstatelijke principes.

47
New cards

Wat is het verschil tussen een democratie en een liberale democratie?

Een liberale democratie combineert meerderheidsparticipatie met grondrechten en rechtsbescherming.

48
New cards

Welke vrijheden behoren tot de basisvrijheden?

Vrijheid van meningsuiting en vergadering.

49
New cards

Welke vrijheden beschermen het innerlijke leven van burgers?

Gewetensvrijheid en vrijheid van denken.

50
New cards

Welke vrijheden zijn essentieel voor politieke autonomie?

Politieke vrijheden zoals stemrecht en participatie.

51
New cards

Welke rechten beschermen lichamelijke en persoonlijke integriteit?

Vrijheid van persoon en bescherming tegen willekeurige hechtenis.

52
New cards

Waarom is het recht op persoonlijk eigendom belangrijk bij Rawls?

Omdat het bijdraagt aan onafhankelijkheid en levensplanning.

53
New cards

Wat bedoelt Rawls met gelijke kansen?

Dat iedereen een eerlijke mogelijkheid moet hebben om zijn leven vorm te geven, ongeacht omstandigheden waarvoor men niet verantwoordelijk is.

54
New cards

Wat is volgens Rawls de eerste taak van de overheid inzake gelijke kansen?

Non-discriminatie garanderen door wetten en beleid.

55
New cards

Waarom volstaat non-discriminatie alleen niet volgens Rawls?

Omdat structurele ongelijkheden blijven bestaan die actieve correctie vereisen.

56
New cards

Waarom hoort onderwijs bij gelijke kansen?

Omdat onderwijs mensen in staat stelt hun autonomie en vrijheid daadwerkelijk te gebruiken.

57
New cards

Waarom is leerplicht belangrijk voor vrijheid?

Omdat geïnformeerde burgers hun leven en overtuigingen pas echt vrij kunnen vormgeven.

58
New cards

Vanuit welk idee vertrekt Rawls bij gelijke kansen?

Dat mensen niet verantwoordelijk zijn voor hun startpositie in het leven.

59
New cards

Geef voorbeelden van factoren waarvoor mensen niet verantwoordelijk zijn.

Het gezin waarin je geboren wordt en het lichaam waarmee je geboren wordt.

60
New cards

Waarom zijn ongelijke startposities problematisch?

Omdat ze leiden tot ongelijkheid die niet voortkomt uit eigen keuzes.

61
New cards

Hoe probeert Rawls ongelijkheid te corrigeren?

Via onderwijs en extra middelen voor kansengroepen.

62
New cards

Waarom mogen kansengroepen extra ondersteuning krijgen?

Omdat dit nodig is om echte gelijkheid van kansen te realiseren.

63
New cards

Wat bedoelt Rawls met het sociaal minimum?

Een minimum aan materieel, sociaal welzijn en onderwijs dat nodig is om als burger te kunnen deelnemen.

64
New cards

Waarom is het sociaal minimum essentieel voor democratie?

Zonder sociaal minimum kunnen mensen niet volwaardig participeren als burgers.

65
New cards

Wat gebeurt er als mensen onder het sociaal minimum vallen?

Dan kunnen ze niet als gelijkwaardige burgers deelnemen aan de samenleving.

66
New cards

Waarom hoort onderwijs bij het sociaal minimum?

Omdat zonder onderwijs autonomie en politieke participatie onmogelijk worden.

67
New cards

Wat bedoelt Rawls met een billijke spreiding van eigendom en vermogen?

Dat rijkdom niet geconcentreerd mag zijn bij een kleine elite.

68
New cards

Waarom is extreme rijkdomsconcentratie problematisch?

Omdat ze leidt tot ongelijke politieke invloed.

69
New cards

Hoe beïnvloedt economische ongelijkheid de democratie?

Ze ondermijnt gelijke politieke vrijheid.

70
New cards

Waarom is herverdeling geen aantasting van vrijheid bij Rawls?

Omdat ze een voorwaarde is om vrijheid voor iedereen mogelijk te maken.

71
New cards

Hoe hangen gelijke kansen en politieke vrijheid samen?

Zonder gelijke kansen is politieke vrijheid ongelijk verdeeld.

72
New cards

Waarom is gelijke kansenbeleid essentieel in een liberale democratie?

Omdat burgers anders niet als vrije en gelijke personen kunnen functioneren.

73
New cards

Wat is het morele argument voor staatsneutraliteit?

De overheid moet neutraal zijn omdat ze van en voor alle burgers is en hen gelijk moet behandelen zonder discriminatie.

74
New cards

Waarmee hangt staatsneutraliteit nauw samen volgens de Raad van State?

Met het discriminatieverbod en het beginsel van gelijke toegang tot openbare diensten.

75
New cards

Waarom moet een democratische rechtsstaat neutraal zijn?

Omdat de overheid alle burgers gelijk moet behandelen, ongeacht religie of levensbeschouwing.

76
New cards

Wat betekent staatsneutraliteit niet?

Het betekent geen neutraliteit van burgers.

77
New cards

Waarom is staatsneutraliteit nodig omdat burgers niet neutraal zijn?

Omdat burgers verschillende overtuigingen hebben en de staat die diversiteit moet beschermen.

78
New cards

Wat is handelingsneutraliteit?

Overheidsvertegenwoordigers moeten iedereen gelijk behandelen en niet discrimineren.

79
New cards

Wat betekent neutrality of opportunities?

Dat alle overtuigingen evenveel ruimte zouden krijgen in de samenleving.

80
New cards

Waarom verwerpt Rawls neutrality of opportunities?

Omdat dit ook antidemocratische of extremistische overtuigingen zou legitimeren.

81
New cards

Waarom is staatsneutraliteit geen relativisme?

Omdat niet alles toelaatbaar is en intolerantie niet getolereerd moet worden.

82
New cards

Wat betekent “intolerantie voor de intolerantie”?

Dat een tolerante samenleving zich mag verdedigen tegen intolerante bewegingen.

83
New cards

Wat is neutrality of effects/outcome?

Het idee dat beleid geen enkel verschillend effect mag hebben op overtuigingen.

84
New cards

Waarom verwerpt Rawls neutrality of effects?

Omdat sommige maatregelen (zoals leerplicht) noodzakelijk zijn voor vrijheid, ook al hebben ze ongelijk effect.

85
New cards

Welke vorm van neutraliteit verdedigt Rawls?

Neutrality of aim/justification.

86
New cards

Wat betekent neutrality of aim/justification?

Dat beleid gerechtvaardigd moet worden met publieke, niet-levensbeschouwelijke redenen.

87
New cards

Welke doctrines mogen volgens Rawls door de staat worden nagestreefd?

Alleen doctrines die de principes van rechtvaardigheid respecteren.

88
New cards

Wat is het verschil tussen reasonable pluralism en pluralism as such?

Niet alle overtuigingen zijn redelijk of verenigbaar met democratische vrijheid.

89
New cards

Waarom zijn ondemocratische doctrines een permanent probleem?

Omdat ze altijd zullen bestaan in een vrije samenleving.

90
New cards

Wat is volgens Rawls de taak van de staat tegenover ondemocratische doctrines?

Ze inperken zodat ze de politieke rechtvaardigheid niet ondermijnen.

91
New cards

Wat is de paradox of tolerance?

Dat onbeperkte tolerantie leidt tot het verdwijnen van tolerantie zelf.

92
New cards

Waarom mag een tolerante samenleving intolerant zijn tegenover intolerantie?

Om zichzelf en democratische vrijheden te beschermen.

93
New cards

Wanneer is het onderdrukken van intolerante bewegingen volgens Popper gerechtvaardigd?

Wanneer ze rationeel debat weigeren en geweld of dwang gebruiken.

94
New cards

Waarom is staatsneutraliteit essentieel voor politieke rechtvaardigheid?

Omdat ze gelijke vrijheid en gelijk respect voor alle burgers waarborgt.

95
New cards

Wat is de centrale vraag in ToJ §35?

Wanneer een tolerante samenleving intolerante groepen mag beperken.

96
New cards

Heeft een intolerante sekte volgens Rawls recht om te klagen over intolerantie?

Nee, een intolerante sekte heeft zelf geen recht van klagen over intolerantie.

97
New cards

Mag de vrijheid van intolerante groepen altijd worden ingeperkt?

Nee, alleen onder strikte voorwaarden.

98
New cards

Wanneer mag volgens Rawls de vrijheid van intoleranten worden ingeperkt?

Wanneer toleranten met goede reden geloven dat hun eigen veiligheid en de instituties van vrijheid in gevaar zijn.

99
New cards

Wat zijn “instituties van vrijheid” bij Rawls?

Democratische en rechtsstatelijke instellingen die basisvrijheden beschermen.

100
New cards

Wat is de kern van Rawls’ tolerantieprincipe?

Tolerantie is de norm, beperking is de uitzondering.