economie blok 7 begrippen

Export

Uitvoer. Het verkopen van goederen en diensten aan het buitenland.

Gesloten economie

Een land dat naar verhouding weinig importeert en exporteert.

Import

Invoer. Het kopen van goederen en diensten uit het buitenland.

Internationale handel

Bedrijven kopen goederen uit een ander land of verkopen er goederen aan.

Open economie

Een land dat naar verhouding veel importeert en exporteert.

Vreemd geld

Geld van een land dat niet de euro heeft.

Wisselkoers

De waarde van vreemd geld in verhouding tot de euro.

Europese Unie (EU)

Groep Europese landen die onder andere op economisch gebied samenwerken.

Eurozone

Een groep landen binnen de Europese Unie die de euro als munteenheid hebben.

Invoerrechten

Importheffingen. Belasting op ingevoerde producten.

Protectie

Maatregelen om de productie en werkgelegenheid in eigen land te beschermen tegen concurrentie uit andere landen.

Vrijhandel

Vrije in- en uitvoer van producten, zonder importheffingen.

Inkomen per hoofd van de bevolking

Het gemiddelde inkomen per inwoner van een land.

Nationaal inkomen

Alle inkomens in een land bij elkaar opgeteld.

Ontwikkelingslanden

Landen met veel armoede.

Vicieuze cirkel

De oorzaak van het ene probleem is een gevolg van een ander probleem.

Welvaart

De mate waarin je in je behoeften kunt voorzien.

Fairtrade

Eerlijke en gelijkwaardige handel waarbij boeren in ontwikkelingslanden een betere, behoorlijke prijs voor hun producten krijgen.

Noodhulp

Hulp in noodsituaties om mensen te helpen overleven, zoals het geven van voedsel, drinkwater, tenten en medicijnen.

Ontwikkelingssamenwerking

Ondersteuning om samen met ontwikkelingslanden de welvaart in die landen te vergroten.

Structurele hulp

Ondersteuning aan ontwikkelingslanden met als doel dat zij op de lange termijn economisch zelfstandig worden