Natuurwetenschappen Flashcards

Vocabulary flashcards in Dutch covering Natuurwetenschappen, duurzame chemie, kernfysica, kunststoffen, en ioniserende stralen.

Duurzaam

Dingen die geproduceerd of verkregen zijn op een manier die het milieu en de natuur zo min mogelijk belasten.

Duurzame chemie

Schonere processen worden toegepast en er wordt aandacht geschonken aan een verlaging van het energie- en grondstoffenverbruik.

Circulair model

Een model waarbij men minst wil maken en naast winst ook de levensduur wil maximaliseren.

Lineair model

Een model waarbij een product wordt gemaakt uit grondstoffen en later vernietigd.

Cradle-to-cradle

Hergebruiken in plaats van weggooien na gebruik.

Klimaat neutrale woning stappen

Stap 1: energie uit duurzame bronnen halen. Stap 2: Gebruik geen fossiele brandstoffen. Stap 3: Beperk je E-niveau

EN (energieneutraal)

Energiepeil gelijk aan 0 of lager.

BEN (bijna-energieneutraal)

Energiepeil lager dan 30 en energie opwekken gebeurt buiten.

Passief huis

Woning met permanent goed binnen klimaat (in winter & zomer) zonder dat er traditioneel verwarm of koelsysteem gebruikt wordt.

Bioplastics

Kunststoffen gemaakt uit organisch materiaal zoals planten.

Atoomnummer (Z)

Aantal protonen in atoom.

Massagetal (A)

Som van de protonen en de neutronen.

Nuclide

Kernen met bepaald aantal protonen en neutronen.

Radionucliden

De kernen van radioactieve atomen.

Thermoplast

Kan in PMD, krasbaar, kan smelten, recycleerbaar.

Elastomeer

Vervormd door kracht, keert terug naar originele vorm.

Thermoharder

Niet krasbaar, smelt niet, niet recycleerbaar.

Alfastralen

He-kernen.

Bètastralen

Elektronen.

Gammastralen

Fotonen.

Uraan

U = splijtstof van kernreactor.

Kernsplijting

Reactie waarbij uraankern in twee brokstukken uiteenvalt en er drie neutronen vrijkomen en heel veel energie.

Kernfusie

Proces waarbij waterstofkernen met elkaar versmelten waarbij veel energie vrijkomt.

Halveringstijd

De tijd die nodig is om de helft van de stikstofatomen te vervallen tot zuurstofatomen.

Activiteit

Aantal radioactieve atoomkernen dat per seconde vervalt.

Activiteit

Gemeten in Becquerel (Bq), 1 Bq = per seconde 1 radioactieve kern vervalt.

FANC

Federaal agentschap voor Nucleaire Controle.

Geabsorbeerde dosis

Hoeveelheid energie die door de materie opgenomen (geabsorbeerd) wordt per kg bestraalde massa. Gemeten in Gray (Gy).

Effectieve dosis/Dosis equivalent

Relatief biologisch effect, gemeten in Sievert (Sv).

Tracer

Radioactieve stof opgelost in vloeistof en via ader ingespoten wordt en zich concentreert in bepaalde organen.