Studied by 18 people
Looks like no one added any tags here yet for you.
abrir
openen, opengaan
los (grandes) almacenes
het warenhuis
la bolsa
de tas
la caja
de kassa
la calidad
de kwaliteit
cerrar
sluiten
el, la cliente
de klant
la cola
de rij
comercial
commercieel, winkel-
el comercio
de handel
las compras
de boodschappen
comprar
kopen
el consumo
het gebruik, de consumptie
devolver
terugbrengen, teruggeven
envolver
inpakken, verpakken
escoger
uitkiezen
la garantía
de garantie
el mercado
de markt
la muestra
het monster, het proefexemplaar
nuevo,a
nieuw
ofrecer
(aan)bieden
pagar
betalen
la tienda
de winkel
vender
verkopen
la venta
de verkoop
adquirir
overnemen, in bezit krijgen
la adquisición
de aanwinst, de aankoop
desenvolver
uitpakken
disponible
beschikbaar
el establecimiento
de vestiging
la mercancía
de (handels)waar, de goederen
usado,a
gebruikt, tweedehands
Note
Flashcard