spreekwoorden

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/31

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

32 Terms

1
New cards

Baat het niet, dan schaadt het niet.

Als het niet helpt, kan het ook geen kwaad.

2
New cards

Bezint eer ge begint.

Denk goed na voor je ergens aan begint.

3
New cards

Wat baten kaars en bril, als de uil niet zien wil.

Hulpmiddelen helpen niet als iemand niet wil leren of luisteren.

4
New cards

Wie in een glazen huis woont, moet niet met stenen gooien.

Kritiseer anderen niet als je zelf dezelfde fouten maakt.

5
New cards

Wie niet waagt, niet wint.

Zonder risico’s te nemen bereik je niets.

6
New cards

Als er één schaap over de dam is, volgen er meer.

Als één iemand begint, volgt de rest.

7
New cards

Hoge bomen vangen veel wind.

Mensen in hoge posities krijgen veel kritiek.

8
New cards

Een oogje in het zeil houden.

Iets of iemand goed in de gaten houden.

9
New cards

Een klap van de molen krijgen.

Niet goed wijs zijn; gek doen.

10
New cards

Olie op het vuur gooien.

De situatie erger maken.

11
New cards

Het is een kolfje naar zijn hand.

Dat is precies iets waar hij goed in is.

12
New cards

Dweilen met de kraan open.

Moeite doen terwijl het probleem blijft voortduren.

13
New cards

Als het kalf verdronken is, dempt men de put.

Te laat maatregelen nemen.

14
New cards

De klok horen luiden maar niet weten waar de klepel hangt.

Iets vaag weten maar het niet begrijpen.

15
New cards

Het achterste van zijn tong laten zien.

Alles vertellen; niets verbergen.

16
New cards

De kat uit de boom kijken.

Afwachten voor je actie onderneemt.

17
New cards

Met het verkeerde been uit bed stappen.

Slecht gehumeurd zijn.

18
New cards

Een oude bok lust nog wel een groen blaadje.

Ouderen hebben nog interesse in jongeren.

19
New cards

De tering naar de nering zetten.

Je uitgaven aanpassen aan je inkomsten; zuinig leven.

20
New cards
21
New cards

Het is schering en inslag.

Het gebeurt heel vaak.

22
New cards

Het gat dichten / dicht rijden.

Aansluiting krijgen met een voorligger.

23
New cards

In iemands wiel springen.

Achter een tegenstander aangaan.

24
New cards

Naar de pieren / haaien gaan.

Ten onder gaan; zinken.

25
New cards

Het paard achter de wagen spannen.

De zaak verkeerd aanpakken.

26
New cards

Te veel hooi op de vork nemen.

Te veel werk aannemen waardoor je in de problemen komt.

27
New cards

Met de kippen op stok gaan.

Vroeg gaan slapen.

28
New cards

Wie het eerst komt, het eerst maalt.

Wie eerst komt, is eerst aan de beurt.

29
New cards

Iemand in het gareel houden.

Iemand laten gehoorzamen.

30
New cards

Dat is koren op zijn molen.

Dat is precies iets voor hem.

31
New cards

Aan de bak komen.

De kans krijgen om te laten zien wat je kunt.

32
New cards

Iemand de loef afsteken.

Iemand snel of slim overtreffen.