trajet 1: vocabulaire supplémentaire

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/49

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

50 Terms

1
New cards

la voirie

de weg, het wegennet

2
New cards

un usager de la route

een weggebruiker

3
New cards

se déplacer

zich verplaatsen

4
New cards

le permis de conduire

het rijbewijs

5
New cards

une priorité

een prioriteit, een punt dat voorrang heeft

6
New cards

le code de la route

de wegcode, het verkeersreglement

7
New cards

passer le permis de conduire

het rijexamen afleggen

8
New cards

diviser par trois

delen door drie

9
New cards

observable

waarneembaar, te zien

10
New cards

décrocher le permis de conduire

het rijbewijs halen d

11
New cards

être pressé de

haast hebben om te

12
New cards

ailleurs

elders, op een andere plek

13
New cards

obtenir le permis de conduire

het rijbewijs halen

14
New cards

être prête pour

klaar zijn om te

15
New cards

réussir le permis de conduire

slagen voor het rijexamen r

16
New cards

un conseil

een raad

17
New cards

un porte-parole

een woordvoerder

18
New cards

éviter qqc

iets vermijden

19
New cards

une faute grave

een zware overtreding

20
New cards

à hauteur de

ter hoogte van

21
New cards

un obstacle

een hindernis

22
New cards

adapter qqc

iets aanpassen

23
New cards

la vitesse maximale

de maximumsnelheid

24
New cards

être en mauvaise état

in slechte staat zijn

25
New cards

autorisé

toegelaten

26
New cards

interdit

verboden

27
New cards

se lever

omhoog gaan

28
New cards

poursuivre sa route

zijn weg verderzetten

29
New cards

se diriger vers

gaan in de richting van

30
New cards

continuer tout droit

rechtdoor gaan

31
New cards

tourner à gauche

links afslaan

32
New cards

tourner à droite

rechts afslaan

33
New cards

être en mouvement

in beweging zijn

34
New cards

le retrait immédiat

de onmiddelijke intrekking

35
New cards

une large ligne continue

een brede ononderbroken witte lijn

36
New cards

au-delà de

over, verder dan

37
New cards

s’arrêter

stoppen, stilstaan

38
New cards

un signal d’interdiction

een verbodsteken

39
New cards

franchir qqc

iets overschrijden

40
New cards

avoir lieu

plaatsvinden

41
New cards

être grièvement blessé

ernstig gewond zijn

42
New cards

ouvrir au trafic

openen voor het verkeer

43
New cards

le choc

de schok

44
New cards

être éjecté de la voiture

uit de wagen geslingerd worden

45
New cards

être à déplorer

te betreuren vallen

46
New cards

tenter de

proberen te

47
New cards

mortel

dodelijk, met dodelijke afloop

48
New cards

un poteau d’éclarage

een verlichtingspaal

49
New cards

impliquer

impliceren

50
New cards