Cultuurverschillen
Studied by 0 people
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
Flashcards1/163
There's no tags or description
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
164 Terms
aanpakken
aborder, traiter ; faire face à
de aanpak / de benadering
l’approche
aanraken
toucher (physiquement)
raken
toucher (sens figuré)
de aanraking
le toucher, contact
aardig / vriendelijk
gentil, aimable, sympathique
aarzelen
hésiter
de afkomst
l’origine
afstandelijk
distant
de allochtoon
l’allochtone
de autochtoon
l’autochtone
arrogant
arrogant
de arrogantie
l’arrogance
assertief
assertif, sûr de soi
de assertiviteit
l’assertivité
de band
le lien, la relation
het verband
le lien, le rapport
begroeten / groeten
saluer
de begroeting / de groet
la salutation
behandelen
traiter
beheersen
maîtriser
de beheersing
le contrôle, la maîtrise
behoefte hebben aan / iets nodig hebben
avoir besoin de
behoren tot
appartenir à
beleefd
poli
de beleefdheid
la politesse
onbeleefd
impoli
bescheiden
modeste
de bescheidenheid
la modestie
beschouwen
considérer
zich bewust zijn van / iets beseffen
être conscient de, se rendre compte de
buigen
s’incliner
de consensus
le consensus
consensus bereiken
parvenir à un consensus
de cultuur
la culture
cultureel
culturel
de bedrijfscultuur
la culture d’entreprise
doorgeven
transmettre
de eigenschap / het kenmerk
la caractéristique
(ergeren) zich ergeren aan
s’énerver, être irrité par
de gastvrijheid
l’hospitalité
gastvrij
accueillant
de geaardheid
l’orientation sexuelle
het gebaar
le geste
het gebrek
le défaut
gebrek aan
manque de
het gedrag
le comportement
de gedragsregel
la règle de comportement
het geduld
la patience
geduldig
patient
gemeenschappelijk
commun
iets gemeen hebben
avoir quelque chose en commun
de gesprekspartner
l’interlocuteur
het gevoel
le sentiment
gevoelig
sensible
de gevoeligheid
la sensibilité
de gewoonte
l’habitude
iets gewoon zijn
être habitué à
de gezelligheid
l’ambiance agréable
gierig
avare
de gierigheid
l’avarice
hechten aan
tenir à
belang hechten aan
attacher de l’importance à
hoffelijk
courtois
de hoffelijkheid
la courtoisie
individualistisch
individualiste
het individualisme
l’individualisme
zich inzetten voor
s’engager pour
de kloof
le fossé, clivage
iemand iets kwalijk nemen
en vouloir à qqn
knuffelen
faire un câlin
de knuffel
le câlin
kussen
embrasser
de kus
le bisou
de lichaamstaal
le langage corporel
de liefdadigheid
la charité
de loyaliteit
la loyauté
loyaal / trouw
loyal / fidèle
de mentaliteit
la mentalité
het mentaliteitsverschil
la différence de mentalité
het misverstand
le malentendu
de neiging
la tendance
de neiging hebben om
avoir tendance à
omarmen / omhelzen
embrasser
de omhelzing
l’étreinte
omgaan met iemand
interagir avec qqn
de omgang
la relation
gemakkelijk in de omgang
facile à vivre
de sociale omgang
l’interaction sociale
onbeschoft
grossier, impoli
onderschatten
sous-estimer
overschatten
surestimer
het onderscheid
la distinction
de onzekerheid
l’incertitude
openhartig
franc, sincère
de openhartigheid
la franchise
opkijken naar
admirer
opvallen door
se distinguer par
de overdracht
le transfert
overdracht van kennis
transfert de connaissances