Binding
De relatie en onderlinge afhankelijkheden tussen mensen in een gezin of familie, tussen leden van een groep, in de maatschappij en op het niveau van de staat.
Verandering
Richting en tempo van ontwikkelingen in de samenleving en de (on)mogelijkheden deze te beïnvloeden.
Representatie
Gekozen vertegenwoordigers zitten namens een groep in (politieke) organisaties.
Representativiteit
In hoeverre een groep zich herkent in de vertegenwoordigers en in de meningen en beslissingen daarvan.
Globalisering
Het proces van uitbreiding en intensivering van contacten en afhankelijkheden over zeer grote afstanden en over landgrenzen heen.
institutionalisering
Het proces waarbij een complex van waarden en min of meer geformaliseerde regels vastgelegd wordt in standaardgedragspatronen, die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties reguleren.
democratisering
Groepen met minder macht krijgen steeds meer mogelijkheden om mee te beslissen of hun stem te laten horen.
Individualisering
Het proces waarbij individuen in toenemende mate hun zelfstandigheid op verschillende gebieden kunnen vergroten.
rationalisering
Het proces van het ordenen en systematiseren van de werkelijkheid met de bedoeling haar voorspelbaar en beheersbaar te maken en van het doelgericht inzetten van middelen om zo efficiënt en effectief mogelijke resultaten te bereiken.
Politieke bindingen
Hebben te maken met macht en met te organiseren collectieve zaken (tussen burger en overheid)