Les 1: Chromosomen en celdeling

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/92

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Vraag- en antwoordflashcards over de structuur en deling van cellen, chromosomen, mitose, meiose en gametogenese.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

93 Terms

1
New cards

Uit welke vier hoofdtypes weefsel is het menselijk lichaam opgebouwd?

Bindweefsel (steunweefsel), epitheliaal weefsel (dekweefsel), zenuwweefsel en spierweefsel.

2
New cards

Wat is de kleinste bouwsteen van het menselijk lichaam?

De cel.

3
New cards

Hoeveel cellen bevat een menselijk lichaam ongeveer?

Ongeveer 100 biljoen (10^14) cellen.

4
New cards

Welke twee grote delen onderscheiden we in een menselijke cel?

De celkern (nucleus) en het cytoplasma.

5
New cards

Waar bevindt het grootste deel van het erfelijk materiaal zich?

In de celkern, op de chromosomen.

6
New cards

Wat betekent het woord ‘chromosoom’ letterlijk?

‘Gekleurde lichaampjes’ (afkomstig van het Grieks: chroma = kleur, soma = lichaam).

7
New cards

Tijdens welke fase van de cel zijn chromosomen zichtbaar?

Alleen wanneer de cel in deling is.

8
New cards

Hoeveel chromosomen telt het menselijk genoom?

46 chromosomen (23 paar).

9
New cards

Hoe worden de 46 chromosomen onderverdeeld?

44 autosomen en 2 geslachtschromosomen (gonosomen).

10
New cards

Wat is een karyotype?

Een chromosomenkaart die de chromosomale samenstelling van een individu weergeeft.

11
New cards

Hoe noteer je het karyotype van een man?

46,XY.

12
New cards

Hoe noteer je het karyotype van een vrouw?

46,XX.

13
New cards

Wat betekent diploïd?

Twee sets van 23 chromosomen (2n), in somatische cellen.

14
New cards

Wat betekent haploïd?

Eén set van 23 chromosomen (n), in geslachtscellen.

15
New cards

Hoe heten twee identieke chromosomen uit één paar?

Homologe chromosomen.

16
New cards

Welke wetenschap bestudeert chromosomen?

Cytogenetica.

17
New cards

Hoe noemen we de korte arm van een chromosoom?

p-arm (petit).

18
New cards

Hoe noemen we de lange arm van een chromosoom?

q-arm.

19
New cards

Wat is het centromeer?

De knik/plaats waar de twee chromatiden verbonden zijn.

20
New cards

Noem de drie typen chromosomen op basis van centromeerpositie.

Metacentrisch, submetacentrisch en acrocentrisch.

21
New cards

Wat is een telomeer?

Het uiteinde van een chromosoom.

22
New cards

Wat zijn zusterchromatiden?

De twee identieke beentjes van een ontdubbeld chromosoom.

23
New cards

Welke fasen vormen samen de interfase van de celcyclus?

G1-fase, S-fase en G2-fase.

24
New cards

Wat gebeurt er in de S-fase?

Replicatie van DNA; chromosomen verdubbelen tot twee zusterchromatiden.

25
New cards

Hoe lang duurt een volledige celcyclus ongeveer?

Ongeveer 24 uur.

26
New cards

Wat is het belangrijkste resultaat van mitose?

Één diploïde moedercel vormt twee diploïde dochtercellen met identiek chromosomenaantal.

27
New cards

Noem de vijf fasen van de mitose op volgorde.

Profase, metafase, anafase, telofase en cytokinese.

28
New cards

Tijdens welke mitosefase splitsen de zusterchromatiden?

Anafase.

29
New cards

Wat is meiose in één zin?

Geslachtsdeling waarbij uit één diploïde cel vier haploïde gameten ontstaan.

30
New cards

Welke gebeurtenis in profase I van de meiose verhoogt genetische diversiteit?

Crossing-over (meiotische recombinatie).

31
New cards

Hoe heet het punt waar niet-zusterchromatiden na crossing-over verbonden blijven?

Chiasma.

32
New cards

Wat is segregatie tijdens meiose?

Willekeurige verdeling van homologe chromosomen over dochtercellen.

33
New cards

Hoeveel verschillende gameten kunnen bij de mens ontstaan zonder crossing-over?

2^23 = 8.388.608 mogelijke gameten.

34
New cards

Waarom stijgt de kans op chromosomale afwijkingen met de leeftijd van de vrouw?

Door de extreem lange duur van het diploteen-stadium waarin primaire oöcyten stilgezet zijn.

35
New cards

Wat is oögenese?

Vorming van vrouwelijke geslachtscellen (eicellen).

36
New cards

In welk stadium wordt de meiose I van een oöcyt vóór de geboorte onderbroken?

Diploteen van profase I.

37
New cards

Wanneer voltooit een primaire oöcyt voor het eerst meiose I?

Bij de ovulatie (eisprong) rond de puberteit.

38
New cards

Hoeveel dochtercellen ontstaan er uiteindelijk uit één primaire oöcyt?

Eén rijpe eicel en maximaal drie poollichaampjes.

39
New cards

Wat is spermatogenese?

Vorming van mannelijke geslachtscellen (spermatozoa).

40
New cards

Hoeveel spermatozoa ontstaan uit één primaire spermatocyt?

Vier spermatozoa.

41
New cards

Hoe lang duurt een volledige spermatogenese-cyclus?

Ongeveer 60 dagen.

42
New cards

Hoeveel zaadcellen bevat één ejaculaat gemiddeld?

Ongeveer 100–200 miljoen zaadcellen.

43
New cards

Waarom is spermatogenese gevoeliger voor omgevingsfactoren dan oögenese?

Omdat spermatogenese na de puberteit continu doorgaat en daardoor langdurig blootgesteld is aan radiatie en toxische stoffen.

44
New cards

Welke internationale systeem wordt gebruikt voor chromosoom-nomenclatuur?

ISCN-nomenclatuur (International System for Human Cytogenomic Nomenclature).

45
New cards

Uit welke vier hoofdtypes weefsel is het menselijk lichaam opgebouwd?

Bindweefsel (steunweefsel), epitheliaal weefsel (dekweefsel), zenuwweefsel en spierweefsel.

46
New cards

Wat is de kleinste bouwsteen van het menselijk lichaam?

De cel.

47
New cards

Hoeveel cellen bevat een menselijk lichaam ongeveer?

Ongeveer 100 biljoen (10^14) cellen.

48
New cards

Welke twee grote delen onderscheiden we in een menselijke cel?

De celkern (nucleus) en het cytoplasma.

49
New cards

Waar bevindt het grootste deel van het erfelijk materiaal zich?

In de celkern, op de chromosomen.

50
New cards

Wat betekent het woord ‘chromosoom’ letterlijk?

‘Gekleurde lichaampjes’ (afkomstig van het Grieks: chroma = kleur, soma = lichaam).

51
New cards

Tijdens welke fase van de cel zijn chromosomen zichtbaar?

Alleen wanneer de cel in deling is.

52
New cards

Hoeveel chromosomen telt het menselijk genoom?

46 chromosomen (23 paar).

53
New cards

Hoe worden de 46 chromosomen onderverdeeld?

44 autosomen en 2 geslachtschromosomen (gonosomen).

54
New cards

Wat is een karyotype?

Een chromosomenkaart die de chromosomale samenstelling van een individu weergeeft.

55
New cards

Hoe noteer je het karyotype van een man?

46,XY.

56
New cards

Hoe noteer je het karyotype van een vrouw?

46,XX.

57
New cards

Wat betekent diploïd?

Twee sets van 23 chromosomen (2n), in somatische cellen.

58
New cards

Wat betekent haploïd?

Één set van 23 chromosomen (n), in geslachtscellen.

59
New cards

Hoe heten twee identieke chromosomen uit één paar?

Homologe chromosomen.

60
New cards

Welke wetenschap bestudeert chromosomen?

Cytogenetica.

61
New cards

Hoe noemen we de korte arm van een chromosoom?

p-arm (petit).

62
New cards

Hoe noemen we de lange arm van een chromosoom?

q-arm.

63
New cards

Wat is het centromeer?

De knik/plaats waar de twee chromatiden verbonden zijn.

64
New cards

Noem de drie typen chromosomen op basis van centromeerpositie.

Metacentrisch, submetacentrisch en acrocentrisch.

65
New cards

Wat is een telomeer?

Het uiteinde van een chromosoom.

66
New cards

Wat zijn zusterchromatiden?

De twee identieke beentjes van een ontdubbeld chromosoom.

67
New cards

Welke fasen vormen samen de interfase van de celcyclus?

G1-fase, S-fase en G2-fase.

68
New cards

Wat gebeurt er in de S-fase?

Replicatie van DNA; chromosomen verdubbelen tot twee zusterchromatiden.

69
New cards

Hoe lang duurt een volledige celcyclus ongeveer?

Ongeveer 24 uur.

70
New cards

Wat is het belangrijkste resultaat van mitose?

Één diploïde moedercel vormt twee diploïde dochtercellen met identiek chromosomenaantal.

71
New cards

Noem de vijf fasen van de mitose op volgorde.

Profase, metafase, anafase, telofase en cytokinese.

72
New cards

Tijdens welke mitosefase splitsen de zusterchromatiden?

Anafase.

73
New cards

Wat is meiose in één zin?

Geslachtsdeling waarbij uit één diploïde cel vier haploïde gameten ontstaan.

74
New cards

Welke gebeurtenis in profase I van de meiose verhoogt genetische diversiteit?

Crossing-over (meiotische recombinatie).

75
New cards

Hoe heet het punt waar niet-zusterchromatiden na crossing-over verbonden blijven?

Chiasma.

76
New cards

Wat is segregatie tijdens meiose?

Willekeurige verdeling van homologe chromosomen over dochtercellen.

77
New cards

Hoeveel verschillende gameten kunnen bij de mens ontstaan zonder crossing-over?

2^23 = 8.388.608 mogelijke gameten.

78
New cards

Waarom stijgt de kans op chromosomale afwijkingen met de leeftijd van de vrouw?

Door de extreem lange duur van het diploteen-stadium waarin primaire oöcyten stilgezet zijn.

79
New cards

Wat is oögenese?

Vorming van vrouwelijke geslachtscellen (eicellen).

80
New cards

In welk stadium wordt de meiose I van een oöcyt vóór de geboorte onderbroken?

Diploteen van profase I.

81
New cards

Wanneer voltooit een primaire oöcyt voor het eerst meiose I?

Bij de ovulatie (eisprong) rond de puberteit.

82
New cards

Hoeveel dochtercellen ontstaan er uiteindelijk uit één primaire oöcyt?

Één rijpe eicel en maximaal drie poollichaampjes.

83
New cards

Wat is spermatogenese?

Vorming van mannelijke geslachtscellen (spermatozoa).

84
New cards

Hoeveel spermatozoa ontstaan uit één primaire spermatocyt?

Vier spermatozoa.

85
New cards

Hoe lang duurt een volledige spermatogenese-cyclus?

Ongeveer 60 dagen.

86
New cards

Hoeveel zaadcellen bevat één ejaculaat gemiddeld?

Ongeveer 100–200 miljoen zaadcellen.

87
New cards

Waarom is spermatogenese gevoeliger voor omgevingsfactoren dan oögenese?

Omdat spermatogenese na de puberteit continu doorgaat en daardoor langdurig blootgesteld is aan radiatie en toxische stoffen.

88
New cards

Welke internationale systeem wordt gebruikt voor chromosoom-nomenclatuur?

ISCN-nomenclatuur (International System for Human Cytogenomic Nomenclature).

89
New cards

Wat is de functie van telomeren?

Ze beschermen de uiteinden van chromosomen tegen afbraak en fusie met andere chromosomen.

90
New cards

Wat is de functie van het centromeer tijdens celdeling?

Het is de aanhechtingsplaats voor de spoeldraden, essentieel voor de scheiding van zusterchromatiden tijdens de anafase.

91
New cards

Wat gebeurt er in de G1-fase van de celcyclus?

Cellulaire groei en synthese van eiwitten en organellen ter voorbereiding op DNA-replicatie.

92
New cards

Wat gebeurt er in de G2-fase van de celcyclus?

Verdere groei en voorbereiding op mitose; controle op DNA-schade en voltooiing replicatie.

93
New cards

Noem twee belangrijke verschillen tussen mitose en meiose.

  1. Mitose: Één deling, resulteert in twee diploïde, identieke dochtercellen. 2. Meiose: Twee delingen, resulteert in vier haploïde, genetisch unieke gameten.