1/54
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
wetenschap zijn beweringen van superioriteit gebaseerd op 4 aannames
1. er is een wereld buiten de mens die we kunnen begrijpen (realisme)
2. we kunnen kennis verzamelen over die wereld die geldt voor iedereen (objectiviteit)
3. de waarheid van uitspraken hangt af van hoe goed ze met de objectieve realiteit overeenstemmen
4. waarheid wordt gegarandeerd door het gebruik van de juiste, wetenschappelijke methode (rationaliteit)
Ideeën over wetenschap in de oudheid: Plato
- kennis moet van de ziel komen (rationalisme)
- observatie leidt niet tot ware kennis
Ideeën over wetenschap in de oudheid: Aristoteles
- Deductief redeneren is de basis van wetenschap: theoretische kennis start vanuit axioma's, vanwaar nieuwe kennis deductief moet afgeleid worden via demonstraties
- Observatie kan bijdragen tot kennis, maar volstaat niet als kennis
- ideaal van wiskunde en geometrie
ideeën over de wetenschap in de oudheid: skeptici (16de eeuw)
- het is voor mensen onmogelijk om de werkelijkheid te begrijpen
- we moeten er dan ook geen uitspraken over willen doen
(Berkeley en Hume)
Ideeën over wetenschap bij de katholieke kerk: Sint Augustinus
"kennis komt van God en wordt door hem geopenbaard aan de mensen die het waard zijn"
"kennis komt van God en wordt door hem geopenbaard aan de mensen die het waard zijn"
Sint-Augustinus
ideeën over wetenschap tijdens wetenschappelijke revolutie: Galilei
- voorrang aan deductief redeneren
- grotere rol systematisch observeren (manen van Jupiter, snelheid waarmee een bol naar beneden rolt)
- experimenten ter illustratie
- gedachtenexperiment
ideeën over wetenschap tijdens wetenschappelijke revolutie: Bacon
- belangrijkere rol voor bijdrage inductief redeneren tot kennisopbouw
- als men aan een nieuw onderwerp begint, verzamelt men best zoveel mogelijk observaties, waarin men dan wetmatigheden zoekt
- obv deze kennis stelt men theorieën op die men verder verifieert obv de data
Beginselen van interpretatie / eerste vintage ~ Bacon
als men aan een nieuw onderwerp begint, verzamelt men best zoveel mogelijk observaties, waarin men dan wetmatigheden zoekt en verdeelt over 3 lijsten:
1. Essence and Presence: Gevallen waar het onderzochte fenomeen aanwezig is
2. Afwijkingen of afwezigheid in nabijheid: Waar het fenomeen afwezig is, hoewel de omstandigheden erop lijken
3. Graden van vergelijking: Fenomeen aanwezig in verschillende gradaties
kritiek van Von Liebig op Bacon
geen enkele onderzoeker werkt zo volgens Bacons ideeën over wetenschap
-> Wetenschap begon vanuit de verbeelding van de onderzoeker, niet vanuit blinde gegevensverzameling
ideeën over wetenschap tijdens wetenschappelijke revolutie: Newton
- begin: deductief redeneren (~ Natuurwetten in ‘Principia Mathematica’)
- einde: observatie, inductief redeneren en verificatie (~Kleurexperimenten in ‘Opticks’)
^ gelijkaardig als Aristoteles, maar axioma's zijn obv observaties, experimentatie en inductief redeneren (NIET op demonstraties die zelfevident zijn)
Huygens over probabiliteit -> verdediging inductieve logica
In zijn boek 'Treatise on Light' uit 1690 schreef hij 2 kritische beweringen:
➢ Mogelijk om principes aan hun effecten te verifiëren wanneer een groot aantal verschijnselen in overeenstemming met de principes werden verzameld
➢ Waarheid gegarandeerd door onderzoek om nieuwe voorspellingen te doen & deze te verifiëren.
Leibniz -> verdediging wetenschappelijk probalistisch redeneren
o Wetenschap was het doel, niet de absolute waarheid, maar waarheid boven twijfel
o Wetenschappelijk bewijs min of meer betrouwbaar, afhankelijk van de vaardigheden van de onderzoekers die de natuur onderzoeken & testen
Probabiliteit houdt 2 zaken in:
- kansberekening bij processen met meerdere uitkomsten (wiskunde)
- persoonlijke zekerheid
toenemend belang van 2 zaken in de 17-19de E omtrent ideeën over de wetenschap
- toenemend belang probabiliteit
- toenemend belang van hypothesen die getest moeten worden
Herschel over hypothesen
~ boek ‘Preliminary Discourse on the Study of Natural Philosophy’
- Hoewel wetenschappelijke redeneren uitging van observatie, werd het steeds abstracter -> obervatie-afhankelijke wetenschappelijke redenering, die correct gebeurt -> waarheid
- mogelijk om verschillende visies te hebben op eenzelfde fenomeen + rivaliserende theorieën zijn niet slecht, omdat er keuze kon gemaakt worden door hypothesen te formuleren & te kijken welke het beste verantwoordelijk zijn
Whewell over hypothesen
- boek ‘Novum Organum Renovatum’:
zijn waardevollen vermoedens, zelfs als ze fout zijn -> het proberen van verkeerde antwoorden is de enige manier om de juiste te vinden
Theorieën beïnvloeden waarnemingen: Oewel
“De waarheden van ervaring, noemen we feiten; en wanneer we onze ideeën aanpassen aan de schijnbare feiten, noemen we dit een theorie."
- deductief redeneren → noodzakelijke feiten
- inductief redeneren → waarheden uit ervaring (feiten)
Theorieën beïnvloeden waarnemingen: Whewell
- Noemde het onderscheid tussen gedachten & dingen, theorie & feit → de fundamentele antithese van de filosofie & gaf zijn redenen waarom deze verkeerd was
Whewell: Redenen waarom de fundamentele antithese van de filosofie verkeerd was
- Geen kennis zonder indrukken van de zintuigen als gedachten van binnenuit
- Filosofie beschouwt de kenniselementen afzonderlijk, maar ze kunnen niet worden gescheiden! -> Gewaarwordingen vertonen zonder ideeën, of ideeën zonder gewaarwordingen.
Whewell: Ilussie van onderscheid tussen feit (ding) & theorie (idee)
- Geen theorieën zonder feiten
- Geen feiten zonder theorieën
-> Geen van beide absoluut kunnen toepassen -> Theorie & feit zijn de elementen die overeenkomen met onze ideeën & onze zintuigen.
Theorieën beïnvloeden waarnemingen: Comte
- Grondlegger van het positivisme, erkende de invloed van de theorie op de waarneming
- in boek ‘Cours de Philosophie Positive’: “Elke theorie gebaseerd moet zijn op feiten, dan is het evenzeer waar dat feiten niet kunnen worden waargenomen zonder begeleiding van een of andere theorie.”
boodschap positivisme
Wetenschap is altijd juist en moet de leidraad vormen voor het menselijke handelen
Demarcatiecriteria
toont aan of iemand/iets wetenschappelijk (bezig) is of niet
De Weense kring: Logisch positivisme
filosofie zou moeten stoppen met denken over metafysica, & in plaats de essentie van de wetenschappelike benadering begrijpen
- Waarheid is in 2 soorten te verdelen: empirische waarheden & logische waarheden & uitspraken die niet tot deze categorieën behoren zijn zinloos
Empirische waarheden (logisch positivisme)
doen beweringen over de wereld & worden vastgesteld door empirische verificatie (observatie & experiment)
Logische waarheden (logisch positivisme)
zijn gebaseerd op deductieve logica beïnvloed door taal
Logisch positivisme: verificatiecriterium
een propositie is alleen zinvol als het kan worden geverifieerd als waar of onwaar
correspondentietheorie
waarheidstheorie die stelt dat waarheid bestaat in de overeenstemming van beweringen of denkinhouden met de werkelijkheid buiten het denken
"taal beschrijft de werkelijkheid, dus je kunt de werkelijkheid begrijpen door logische opbouw van de taal te bestuderen"
Wittgenstein
Wiener Kreis
Groep wetenschappers en filosofen die bijeenkwamen om over wetenschap te filosoferen
Groep wetenschappers en filosofen die bijeenkwamen om over wetenschap te filosoferen
Wiener Kreis
Manifesto (1929) - Wiener Kreis
1. er zijn twee soorten waarheden: empirische en logische
2. empirische waarheden maken uitspraken over de wereld en zijn gebaseerd op verificatie (observatie en experiment)
-> observatie: alleen kijken, passief regisseren
-> experiment: je gaat manipuleren en kijken wat het effect hiervan is, proberen ingrijpen
3. logische waarheden zijn gebaseerd op deductief redeneren en beïnvloed door taal (Wittgenstein)
4. alle andere uitspraken zijn waardeloos (want je weet niet of ze waar of fout zijn)
Wiener Kreis: wetenschappelijke methode bestaat uit de cirkel van:
- observeren
- inductief redeneren
- verifiëren door objectieve, waardenvrije experimenten
kritiek op logisch positivisme
- Verificatie leidt niet noodzakelijk tot ware kennis, "alle zwanen zijn wit" (Cf. Aristoteles)
- Veel wetenschappelijke wetten bevatten niet-observeerbare variabelen, bv.: wetten van newton
-> geen probleem zolang operationele definitie mogelijk is
- Observeerbaar is rekbaar begrip, bv.: elektronenmicroscoop, hersenscanner, ...
- Iets wat niet observeerbaar is, kan het nog worden (atoom) of misschien niet (fosfohistidine)
- Juiste observatie is niet noodzakelijk juist begrijpen
Comte & Whewell: menselijke waarneming is niet theorie-afhankelijk (<-> logisch positivisme; je kan niet objectief observeren & verifiëren)
(<-> logisch positivisme; je kan niet objectief observeren & verifiëren)
- Observatie wordt beïnvloed door kennis:
-> Perceptie vereist interpretatie
-> Interpretatie / theorie beïnvloedt de perceptie van feiten
-> Interpretatie geeft aan welke waarnemingen belangrijk zijn & welke minder
-> Interpretatie laat toe om gericht te zoeken (Invloed van theorie op waarneming)
Welke overtuiging van logisch positivisme is verkeerd (Whewell & Comte)
dat je objectief kunt observeren en verifiëren
uitvinder van falsificatie
Karl Popper
Popper: Logik der Forschung
- Juistheid van uitspraken op basis van inductief redeneren niet aantonen -> Je kan wel de valsheid ervan aantonen! Iets wat mensen niet vanzelf doen door confirmatiezucht
- Wetenschappelijke kennis begint met gissingen: Op basis van falsificatie probeer je de foute gissingen eruit te halen
Popper: Vervalsing in plaats van verificatie, wat is falsificationisme?
uitspraken zijn alleen wetenschappelijk als ze empirisch kunnen worden vervalst (Theorie falisifeerbaar als een reeks uitkomsten uitsluit of als er overeenstemming is over waarnemingen die niet in overeenstemming zijn met de theorie & daardoor de theorie weerleggen)
Hypothetisch-deductief model van Popper
observatie en inductie --> interpretatie = theorie --> deductie --> hypothese --> experiment/test (falsificatie)--> resultaten
"hoe falsifieerbaarder een theorie is, hoe sterker ze staat"
Popper
Kuhns visie op falsificatie en hoe Popper gelijk had, maar de relativiteit van de wetenschappelijke kennis onderschatte
alle kennis komt tot stand obv:
- aannames hoe de realiteit ineen zit
- aannames over hoe de realiteit onderzocht kan worden
- aannames over wat al geweten is
alle aannames samen = paradigma
"alle wetenschappen beginnen met een voorwetenschappelijke periode, waarin men alleen maar vaststellingen kan doen''
Kuhn
begin van de echte wetenschap volgens Kuhn
een paradigma wordt gecreëerd; een algemene theorie wordt voorgesteld
Kuhn's theorie van wetenschappelijke vooruitgang (kort)
1. voorwetenschap 2. creëren van een paradigma
3. normale wetenschap
4. crisis
5. revolutie
1. nieuwe normale wetenschap
2. nieuwe crisis
3. ....
Kuhn - creatie paradigma
1. Alle wetenschappen beginnen met een voorwetenschappelijke periode, waarin men alleen maar vaststellingen kan doen
--> 2. Op een bepaald moment wordt een paradigma gecreëerd
--> 3. Als een paradigma gevonden is, normale wetenschap
--> 4. Na verloop van tijd beginnen de afwijkende bevindingen te belangrijk te worden
--> 5. Geen toename meer in kennis, maar veel ad hoc aanpassingen (i.p.v. juiste voorspellingen) --> 6. Leidt tot crisis, waarbij noodzaak gevoeld wordt om het paradigma in vraag te stellen:
Wanneer treedt er een revolutie op volgens Kuhn?
wanneer er een paradigmashift is; nieuwe inzichten volgen elkaar rap op, vroegere anomalieën worden begrijpbaar
Imre Lakatos: twee verschillende soorten programma’s
1. Degeneratief onderzoeksprogramma
2. Vooruitstrevend onderzoeksprogramma
HERH: realisme & idealisme
Realisme:
▪ Concepten in menselijke kennis verwijzen naar een fysieke realiteit die prioriteit heeft
▪ Kennis wordt ontdekt in plaats van gecreëerd
▪ Waarheid= overeenkomst tussen kennis & fysieke wereld
Idealisme:
▪ Wereld zoals we die kennen is een constructie van de geest
▪ Menselijke kennis is subjectieve of sociale constructie die niet noodzakelijkerwijs corresponderen met een buitenwereld
▪ Alle kennis wordt beïnvloed door taal & cultuur
▪ Waarheid van uitspraken hangt af van hun samenhang met de rest van de kennis
postmodernisme en kennisoorlogen
- Als wetenschap relatief is, hoe zeker kunnen we dan zijn dat er wel een objectieve realiteit is, die voor iedereen geldt? = realisme vs. idealisme
- Er is geen algemene waarheid, enkel een waarheid waar sommige mensen nu in geloven
- waarheid is een sociale constructie (ook wetenschap): geen objectieve kennis die de werking van een externe realiteit onderzoeken, maar een verhaal verteld door een particuliere wetenschappelijk commune op de basis van hun taal en cultuur
- men wil deze sociale constructie opdringen aan anderen: wetenschap als onderdeel van machtsstrijd → kunnen macht verwerven door hun waarheid als DE waarheid voor te stellen en deze op te leggen aan andere groepen
Pragmatisme vader
Pierce
Pragmatisme: kennis & waarheid
Kennis: is geen passieve spiegel van de werkelijkheid (realisme), noch een subjectieve constructie (idealisme). Het is informatie over hoe om te gaan met de wereld.
Waarheid: Hangt af van het succes dat men heeft in het omgaan met de wereld, van wat werkt.
- Waarheid van een theorie: Alleen van belang als het een praktisch verschil maakt. De wereld voortdurend verandert, staat de waarheid ook niet vast.
Wat is wetenschap volgens het pragmatisme?
slechts 1 van de 4 methode om tot bruikbare kennis te komen
methoden om tot kennis te komen volgens pragmatisme (Pierce)
- wetenschappelijke methode
- methode van volharding
- methode van gezag
- de a priori methode (= Intuïtieve kennis)