chemie

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/85

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

86 Terms

1
New cards

Wat zijn isotopen?

Isotopen zijn atomen met hetzelfde atoomnummer maar een verschillend massagetal door variatie in neutronen.

2
New cards

Elektronenconfiguratie wat is dit?

De manier waarop elektronen verdeeld zijn over de verschillende hoofd- en subniveaus rond de atoomkern.

3
New cards

voor wat staat de A in periodiek systeem?

massagetal: Protonen + neutronen

4
New cards

voor wat staat massa getal in periodiek systeem?

Het geeft het totale aantal protonen en neutronen in de atoomkern aan.

5
New cards

Wat is de maximale elektronenbezetting van p-orbitalen in de verschillende schillen?

In p-orbitalen kunnen maximaal 6 elektronen, met schil 1 max 2, schil 2 max 8, schil 3 max 18, en schil 4 max 32 elektronen.

6
New cards

Welke functies vervullen proteïnen in het lichaam?

Proteïnen vervullen functies zoals structuur (keratine, collageen), enzymatische reacties, transport (hemoglobine), hormonale regulatie (insuline), en afweer (antilichamen).

7
New cards

Wat is polymerisatie en wat is een monomeer?

Polymerisatie is het proces waarbij dezelfde moleculen (monomeren) zich herhaaldelijk verbinden om een polymeer te vormen.

8
New cards

Wat is isomerie en welke types bestaan er?

Isomerie is de verschijningsvorm waarbij stoffen dezelfde brutoformule hebben maar verschillende structuur of stereochemie, inclusief structuur-isomerie en stereo-isomerie.

9
New cards

Wat is het verschil tussen covalente, ionaire en metallische bindingen?

Covalente bindingen delen elektronen tussen niet-metalen, ionaire bindingen ontstaan tussen metalen en niet-metalen door elektronenoverdracht, en metallische bindingen bestaan uit positief geladen protonen en vrije elektronen binnen metalen.

10
New cards

Hoe wordt elektronegativiteit gedefinieerd?

Elektronegativiteit is een maat voor de neiging van een atoom om de gezamenlijke elektronenwolk naar zich toe te trekken bij een binding.

11
New cards

Wat is de structuur van een carbonzuur en de algemene formule?

Een carbonzuur bevat een carboxylgroep (-COOH) met een koolstof die dubbel gebonden is aan een zuurstof en enkel gebonden aan een hydroxylgroep, met de formule CₙH₂ₙO₂.

12
New cards

Wat onderscheidt organische stoffen van anorganische stoffen?

Organische stoffen bevatten koolstof en komen uit levende organismen, terwijl anorganische stoffen meestal uit niet-levende bronnen komen en vaak mineralen of metalen zijn.

13
New cards

Hoe wordt de elektronenconfiguratie gerelateerd aan chemische eigenschappen volgens het periodiek systeem?

Gelijkaardige elektronenconfiguraties leiden tot gelijkaardige chemische eigenschappen. Dit komt doordat elementen in dezelfde groep van het periodiek systeem vergelijkbare valentie-elektronen hebben. Dergelijke elementen reageren vaak op vergelijkbare manieren.

14
New cards

Wat is de structuur en stabiele configuratie van edelgassen?

Edelgassen hebben 8 valentie-elektronen (behalve helium) en een volle buitenste schil, wat hen zeer stabiel maakt.

15
New cards

Wat betekent het atoomnummer (Z) en het massanummer (A)?

Z is het atoomnummer (protonen en elektronen), en A is het massanummer (protonen + neutronen).

16
New cards

voor wat staat Z in PS

Z (atoomnummer): Protonen/elektronen (protonen hebben evenveel als elektronen

17
New cards

X staat voor in PS

Stofsymbool (verkorte naam) van een chemisch element in de periodieke tabel.

18
New cards

EN staat voor ? in PS

Elektronegatieve waarde (aantrekkingskracht op elektronen)

19
New cards

voor wat staat de Horizontale Indeling (Perioden)?

7 rijen = 7 perioden = 7 schillen de aantal schillen dat er zijn

20
New cards

Verticale Indeling (Groepen) wat toont dit aan?

  • Groepen worden voorgesteld door Romeinse cijfers.

  • Hoofdgroepen (A-groepen) en nevengroepen (B-groepen)

  • Gelijk aantal valentie-elektronen

21
New cards

bij EN (elektronegatief) wat zegt dit?

is de waarde die de sterkste aantrekkingskracht op elektronen aangeeft in een chemische binding.

22
New cards

bij EN Meest elektronegatief:

Atomen met een kleine straal (sterke aantrekking van de positieve kern op de valentie-elektronen = groter niet-metaalkarakter).

23
New cards

Minst elektronegatief:

Atomen met een grote straal (weinig invloed van de positieve kern op de valentie-elektronen = groter metaalkarakter).

24
New cards

wat houd het in met edelgassen?

  • 8 valentie-elektronen (uitgezonderd helium) = octetstructuur

  • Volle buitenste schil

  • Heel stabiel

  • Edelgasconfiguratie: chemisch ideaal

25
New cards

Atoombinding/Covalente binding

De atoombinding is de binding tussen atomen in moleculaire stoffen. Een atoombinding, ook wel covalente binding genoemd, ontstaat wanneer twee niet-metalen elektronen delen om een stabiele elektronenconfiguratie te bereiken.

26
New cards

Ionaire binding

  • Komt voor tussen een metaal en een niet-metaal (bijv. NaCl).

  • Vormt een ionrooster in vaste toestand.

  • Ionen zijn sterk gebonden, maar lossen vaak goed op in water en geleiden dan stroom.

27
New cards

Metaalbinding

De metaalbinding komt voor binnen metalen. Het is de binding tussen positief geladen protonen en de negatief geladen elektronen.

28
New cards

Isotopen

atomen met hetzelfde atoomnummer, maar een verschillend massagetal. Hetzelfde aantal protonen (zelfde chemisch eigenschappen) maar een verschillend aantal neutronen

29
New cards

wat is een Enkelvoudige stof

Samengesteld uit één soort atomen (vb: O2, O3, diamant (C), Fe).

30
New cards

wat is een samengestelde stof?

een stof bestaande uit verschillende stoffen zoals H2O

31
New cards

Organische stoffen

Koolstofverbindingen die C bevatten en worden gekenmerkt door koolstof-waterstofbinding

32
New cards

Anorganische stoffen zijn meestal afkomstig uit

niet-levende bronnen, zoals mineralen, metalen en zouten en horen bij de koolstofkringloop

33
New cards

Zout

metaal + niet-metaal vb: NaCl (natriumchloride) → Na⁺ + Cl⁻

34
New cards

Zuur

= met waterstof (H) omdat het H⁺-ionen kan afstaan.

  • HCl → zoutzuur

  • H₂SO₄ → zwavelzuur

35
New cards

Hydroxide =

altijd OH vanachter,

  • NaOH → natriumhydroxide

  • Ca(OH)₂ → calciumhydroxide

36
New cards

Oxide =

altijd een O,

Fe₂O₃ → ijzeroxide

37
New cards

Anorganische scheikunde

De scheikunde die zich bezighoudt met de minerale (“dode”) wereld

38
New cards

Organische scheikunde

De scheikunde van de levende stoffen = Koolstofchemie, omdat alles dat levend is bestaat uit koolstof.

39
New cards

Koolwaterstoffen:

zijn verbindingen die alleen bestaan uit:

  • Koolstofatomen (C)

  • Waterstofatomen (H)

Wordt ingedeeld op ketenlengte, vertakkingen en ringen
Voorbeelden: methaan, ethaan, propaan, butaan...

40
New cards

monofuntionele koolstofverbindingen

Hebben één functionele groep (bijvoorbeeld: -OH, -COOH, -NH₂…).

  • Moleculen met dezelfde functionele groep behoren tot dezelfde stofklasse (zoals alcoholen, carbonzuren…).

  • Ze hebben daardoor vergelijkbare eigenschappen.

41
New cards

Polyfunctionele koolstofverbindingen

  • Hebben meerdere functionele groepen, die hetzelfde of verschillend kunnen zijn.

  • Daardoor kunnen ze complexere eigenschappen of reacties vertonen.

42
New cards

alkanen

enkelvoudige bindingen

  • Algemene formule: CnH2n+2CnH2n+2​ met n > 0.

43
New cards

1 =

methaan

44
New cards

2 =

ethaan

45
New cards

3 =

propaan

46
New cards

4 =

butaan

47
New cards

5 =

pentaan

48
New cards

6 =

hexaan

49
New cards

7 =

heptaan

50
New cards

8 =

octaan

51
New cards

9 =

nonaan

52
New cards

10 =

decaan

53
New cards

Sachariden

suikers zit in fruit, patat, suiker, Eindigt op -ose

54
New cards

welke soorten sacharides heb je?

1. Monosachariden

suikereenheid, ringstructuur

2. Disachariden

  • 2 monosachariden gekoppeld

  • Covalente binding

3. Polysachariden

  • Lange ketens van glucose

  • Plant maakt deze uit glucose

55
New cards

Polysachariden

  • Lange ketens van glucose

  • Plant maakt deze uit glucose

56
New cards

Disachariden

  • 2 monosachariden gekoppeld

  • Covalente binding

57
New cards

wat is een Covalente binding?

2 niet metalen binding die elektronen delen

58
New cards

wat is een carbongroep

  • Organische stoffen (bevatten koolstof)

  • Bevatten altijd een carboxylgroep: –COOH

    • C=O (carbonylgroep: dubbele binding met O)

    • C–OH (hydroxylgroep: enkele binding met OH)

    • en nog een R

59
New cards

zijn lipiden oplosbaar in water?

Niet oplosbaar in water (hydrofoob)

60
New cards

lipiden?

  • Vetachtige, organische moleculen

  • Bestaan uit vetzuurketens

  • niet oplosbaar in water

61
New cards

waarom zijn lipiden niet oplosbaar in water?

ze bestaan uit lange vetzuurketens die apolair (niet geladen) zijn, terwijl water een polaire stof is. Polaire stoffen lossen goed op in water, maar apolaire stoffen zoals lipiden niet.

62
New cards

alcoholen

  • Bevatten C, O, H

  • Functionele groep = –OH (hydroxylgroep)

63
New cards

Ethers structuur?

Structuur: R – O – R’ (één zuurstof tussen twee koolstofgroepen)

Twee alkylgroepen verbonden via zuurstof

64
New cards

Esters

R–COO–R’ (zuurstof in het midden, één kant gebonden aan C=O)

Reactie tussen een zuur + alcohol

65
New cards

wat is Denaturatie

Proteïnen verliezen hun structuur (en functie) bij verhitting, door alcohol of in een zuur of base.

66
New cards

Proteïnen verliezen hun structuur (en functie) bij verhitting, door alcohol of in een zuur of base hoe noem je dit?

Denaturatie

67
New cards

Isomerie wat is dit?

Isomerie betekent dat moleculen dezelfde molecuulformule hebben, maar een andere structuur of opbouw.

68
New cards

hoeveel soorten isomerie zijn er?

Structuurisomerie en Ruimte-isomerie (stereoisomerie)

69
New cards

wat zijn de Bouwstenen van eiwitten?

aminozuren

70
New cards

Aminozuren verbinden zich tot een?

polypeptide

71
New cards

Lange polypeptiden zijn?

proteïnen

72
New cards

Polymerisatie

het proces waarbij veel gelijke moleculen (monomeren) worden verbonden tot een grote stof (polymeer)

73
New cards

een samengestelde stof is

1 molecule

74
New cards

Biopolymeren

Natuurlijke polymeren, Bestaan uit lange ketens van biologische moleculen (monomeren)

75
New cards

Monomeren zijn

de kleine bouwstenen waaruit polymeren (lange ketens) worden opgebouwd.

76
New cards

synthetische polymeren zijn

kunststoffen (plastieksoorten) die door de mens gemaakt worden, meestal uit aardolie.

77
New cards

uit wat worden synthetische polymeren gemaakt?

Worden gemaakt uit monomeren via chemische processen

78
New cards

uit wat bestaan Thermoplasten

uit losse linaire vertakte ketens

79
New cards

hoe liggen die losse vertakte ketens bij thermoplasten?

Ketens liggen los over elkaar (zoals spaghetti)

80
New cards

wat gebbeurt er als thermoplasten in warmte komen?

  • Verweken bij verwarmen → kunnen opnieuw gesmolten en gevormd worden

    • Recycleerbaar

81
New cards

Thermoharders hoe ziet her er uit?

Sterk vernet netwerk van polymeren

82
New cards

Elastomeren

Driedimensionaal netwerk met elastische mazen

Kunnen vervormen en keren terug in originele vorm

  • Elastisch en buigzaam zoals rekkers

83
New cards

thermoharders bij verwarming

blijft hard

84
New cards

elastomeren bij verwarming

blijft elastisch

85
New cards

Nanomaterialen

zeer klein (kleiner dan 100 nanometer):

  • Grote oppervlakte/volume-verhouding

  • Meer reactiviteit

  • Andere kleur, sterkte of geleidbaarheid

86
New cards

waar wordt nanomaterialen gebruikt?

  • Geneeskunde

  • Elektronica

  • Batterijen

  • Antibacteriële coatings