Applied Research 2025 Flashcards

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/73

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Flashcards with vocabulary terms and definitions related to applied research, design, and the scientific method.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

74 Terms

1
New cards

Onderzoek in design

Essentieel om onderbouwde en doordachte ontwerpbeslissingen te nemen.

2
New cards

Systematisch onderzoek

Het onderzoek is logisch opgebouwd van probleemstelling naar conclusie.

3
New cards

Transparant onderzoek

Het is duidelijk waarom je een bepaalde methode, steekproef of bron kiest.

4
New cards

Onderbouwd onderzoek

Je keuzes zijn gebaseerd op theorie en bestaande literatuur.

5
New cards

Repliceerbaar onderzoek

Andere onderzoekers kunnen het proces herhalen.

6
New cards

Inductie

Van observatie naar theorie; gebaseerd op ervaringen.

7
New cards

Deductie

Van theorie naar hypothese en toetsing; toegepast in toetsend onderzoek.

8
New cards

Objectivisme

Er bestaat één objectieve waarheid; typisch voor natuurwetenschappen en kwantitatief onderzoek.

9
New cards

Constructivisme

Kennis is afhankelijk van perspectief, context en betekenis; typisch voor sociale wetenschappen en kwalitatief onderzoek.

10
New cards

Kwantitatief onderzoek

Gaat uit van een objectieve werkelijkheid; maakt gebruik van cijfers, metingen en statistiek; resultaten zijn generaliseerbaar.

11
New cards

Kwalitatief onderzoek

Focus op betekenis, beleving, context; data in vorm van woorden, beelden, tekeningen; analyse gebeurt via interpretatie.

12
New cards

Praktijkontwikkelend onderzoek

Toegepast onderzoek dat kennis inzet om de praktijk te verbeteren; gericht op interventie en verbetering; vaak multidisciplinair.

13
New cards

Betrouwbaarheid

Geeft een meetinstrument steeds hetzelfde resultaat?

14
New cards

Validiteit

Meet je wat je wil meten?

15
New cards

Confounding variable

Een derde variabele beïnvloedt zowel de oorzaak als het gevolg.

16
New cards

Extraneous variable

Onbekende invloeden die verstoren.

17
New cards

Pretest-sensitisatie

Deelnemers worden beïnvloed door een eerdere meting.

18
New cards

Zelfmonitoring

Deelnemers veranderen hun gedrag door zelfobservatie.

19
New cards

Hawthorne effect

Mensen gedragen zich anders omdat ze onderzocht worden.

20
New cards

Experimenter characteristics

Demografie of houding van de onderzoeker beïnvloedt uitkomst.

21
New cards

Survivorship bias

Conclusies trekken op basis van de overlevers, en negeren degenen die zijn uitgevallen.

22
New cards

Populatie

De volledige groep waar je iets over wil zeggen.

23
New cards

Steekproef

De groep die je effectief onderzoekt.

24
New cards

Representativiteit

De steekproef weerspiegelt de populatie.

25
New cards

Wetenschappelijke methode

Systematische manier van kennisverwerving die logische redenering en zintuiglijke waarneming combineert.

26
New cards

Vasthoudendheid / fixatie

Geloven omdat het altijd zo was.

27
New cards

Autoriteit

Vertrouwen op uitspraken van experts.

28
New cards

Intuïtie

Iets geloven omdat het goed aanvoelt.

29
New cards

Rationalisme

Logische redenering vanuit aannames.

30
New cards

Empirisme

Kennis op basis van directe observatie.

31
New cards

Inductie

Van specifieke observaties naar algemene uitspraken.

32
New cards

Deductie

Van algemene theorie naar specifieke voorspelling.

33
New cards

Afhankelijkheid (dependability)

Is het proces goed gedocumenteerd en reproduceerbaar?

34
New cards

Geloofwaardigheid (credibility)

Kloppen de interpretaties met ervaringen van deelnemers?

35
New cards

Overdraagbaarheid (transferability)

Zijn de resultaten bruikbaar in andere contexten?

36
New cards

Onderzoeksstrategie

De algemene aanpak om een onderzoeksvraag te beantwoorden.

37
New cards

Beschrijvend onderzoek

Brengt een momentopname van een variabele in kaart.

38
New cards

Correlationeel onderzoek

Zoekt relaties tussen twee variabelen.

39
New cards

Experimenteel onderzoek

Onderzoekt oorzaak-gevolgrelaties door manipulatie en randomisatie.

40
New cards

Experimenteel onderzoek

Deelnemers worden willekeurig toegewezen aan condities.

41
New cards

Quasi-experimenteel onderzoek

Groepen worden niet random gevormd, maar verschillen worden toch onderzocht.

42
New cards

Facebook Emotional Contagion

Manipulatie van nieuwsfeeds om invloed op stemming te testen.

43
New cards

UK Donor Register A/B-test

Verschillende pagina’s getest om donorregistratie te verhogen.

44
New cards

Informed Consent

Deelnemers geven vrijwillig en goed geïnformeerd toestemming.

45
New cards

Fraude

Verzinnen of vervalsen van data.

46
New cards

Plagiaat

Overnemen van werk zonder bronvermelding.

47
New cards

Enquête

Gestructureerde manier om data te verzamelen via vragen.

48
New cards

Human-Centered Design (HCD)

Aanpak waarbij de mens centraal staat in elk stadium van het ontwerpproces.

49
New cards

Empathie

Begrip tonen voor gevoelens en ervaringen van gebruikers.

50
New cards

Participatie

Gebruikers actief betrekken als co-creators.

51
New cards

Iteratie

Herhaald testen en bijsturen.

52
New cards

Systemisch denken

Het grotere geheel meenemen in beslissingen.

53
New cards

Inclusiviteit

Rekening houden met diversiteit in gebruikersgroepen.

54
New cards

Evidence-Based Design (EBD)

Ontwerpbeslissingen baseren op empirisch bewijs i.p.v. alleen esthetiek of aannames.

55
New cards

Persona’s

Realistische gebruikersprofielen gebaseerd op onderzoek.

56
New cards

User Journey Maps

Stappen die gebruikers doorlopen.

57
New cards

User-Centered Design (UCD)

Iteratief ontwerpproces waarbij beslissingen gebaseerd zijn op grondig begrip van de eindgebruiker.

58
New cards

Exploratief onderzoek

Verkennen van context en latente behoeften.

59
New cards

Generatief onderzoek

Ideeën ontwikkelen via co-creatie.

60
New cards

Evaluatief onderzoek

Testen of iets werkt (bv. prototypes).

61
New cards

Confirmatief onderzoek

Verifiëren van aannames met kwantitatieve data.

62
New cards

UX (User Experience)

De totale ervaring van de gebruiker met een systeem, inclusief bruikbaarheid en emotionele reactie.

63
New cards

Zichtbaarheid

Elementen moeten duidelijk zichtbaar zijn.

64
New cards

Feedback

Gebruiker krijgt reactie op acties.

65
New cards

Conceptuele modellen

Aansluiten bij verwachtingen.

66
New cards

Affordances

Vorm suggereert gebruik.

67
New cards

Mapping

Logica tussen actie en effect.

68
New cards

Beperkingen

Voorkomen van fouten.

69
New cards

Toegepast onderzoek in design

Systematisch en kritisch nadenken over je eigen ontwerppraktijk met als doel die te verbeteren én er kennis uit te halen.

70
New cards

Reflectie

Terugkijken op ontwerpkeuzes: wat werkte wel/niet? ➝ leerproces.

71
New cards

Reflexiviteit

Nadenken over je eigen rol, aannames en perspectief. ➝ bewustwording.

72
New cards

Practice-based research

Artefact (object, prototype, installatie) = drager van kennis; gaat altijd gepaard met reflectieve tekst.

73
New cards

Practice-led research

Onderzoekt hoe je ontwerpt en welke inzichten dat oplevert; nadruk ligt op processen, methodes, samenwerking en aanpassing.

74
New cards

Action Research

Een iteratief leerproces van plannen, handelen, observeren en reflecteren.