Persoonlijkheid, Religie en Politiek – College 10 (VU Amsterdam)

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/18

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Flashcards in woord-en-definitie (vocabulary) stijl over de belangrijkste begrippen uit het college ‘Persoonlijkheid, Religie en Politiek’.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

19 Terms

1
New cards

Institutionele religie

Vorm van religie waarbij men lid is van een georganiseerde religieuze groep of instelling.

2
New cards

Persoonlijke religie

Individuele, vaak mystieke of heilige ervaringen los van een organisatie.

3
New cards

Rijpe religie (William James, 1902)

Religie die genuanceerd, intrinsiek gemotiveerd, ethisch consistent, allesomvattend, integratief en niet-dogmatisch is.

4
New cards

Religieuze Oriëntatie-schaal (ROS)

Meetinstrument dat onderscheid maakt tussen intrinsieke en extrinsieke religie.

5
New cards

Intrinsieke religie

Beleving waarbij religie belangrijk is om levensvragen te beantwoorden; hangt zwak samen met welzijn en prosociale trekken.

6
New cards

Extrinsieke religie

Beleving waarbij religie vooral dient om sociale contacten of voordelen te verkrijgen; zwakke relatie met etnische vooroordelen.

7
New cards

Religie als zoektocht

Oriëntatie waarbij religieuze vragen belangrijk zijn maar men beseft dat er geen definitieve antwoorden zijn; correleert met analytische cognitieve stijl.

8
New cards

Spiritualiteit

Gevoel van eenheid met het goddelijke of het universum; positief gerelateerd aan openheid voor ervaringen.

9
New cards

Fundamentalisme

Strikte overtuigingen en onderwerping aan religieuze regels en doctrines; negatief gerelateerd aan openheid.

10
New cards

Mindfulness (oorsprong)

Boeddhistische ethische praktijk en contemplatie gericht op aandacht en acceptatie.

11
New cards

Mindfulness (westerse variant)

Seculiere technieken voor het monitoren van aandacht en het accepteren van ervaringen.

12
New cards

Trait mindfulness

Stabiele neiging om aandachtig en niet-oordeelend aanwezig te zijn in het moment; sterk gerelateerd aan laag neuroticisme en hoog consciëntieusheid.

13
New cards

Kentucky Inventory of Mindfulness Skills

Vragenlijst van Baer et al. (2004) om vaardighedendimensies van mindfulness te meten.

14
New cards

Big Five en mindfulness

Big-Five-trekken verklaren 44 % van de variantie in trait mindfulness; neuroticisme en consciëntieusheid zijn de sterkste voorspellers.

15
New cards

Atheïsme

Afwezigheid van geloof in god(en); zwak positief gecorreleerd met intelligentie (r≈.20) en analytische cognitieve stijl.

16
New cards

Scheiding kerk en staat

Historisch principe (bijv. Paus Gregorius XIe eeuw) dat seculiere en religieuze domeinen gescheiden zijn.

17
New cards

‘Geef aan de keizer wat des keizers is…’ (Marcus 12:13-17)

Bijbelpassage die de scheiding tussen wereldlijke en goddelijke zaken illustreert.

18
New cards

APA-leden en religie

Slechts 32 % van klinisch psychologen gelooft in God, tegenover 64 % van de algemene bevolking.

19
New cards

Conclusie college

Religiositeit is relatief onafhankelijk van persoonlijkheid; mindfulness overlapt meer met persoonlijkheid; atheïsme hangt (zwak) samen met intelligentie en analytisch denken.