1/74
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
l'acheteur/l'acheteuse
de koper/ de koopster
l'avantage
het voordeel
le cosommateur, la consommatrice
de consument, de verbruiker
consommer
goederen of zaken consomeren
les déchets
het afval
trier les déchets
het afval sorteren
le désavantage
het nadeel
le gaspillage
de verspilling
avantageux, avantageuse
goedkoop, voordelig
branché
hip, mode
confiant
zelfverzekerd, zelfzeker
raisonnable
redelijk, logisch
prijs: niet te veel
comparer avec/ à
vergelijken met
contribuer à
bijdragen tot
dépenser
uitgeven
le dépense
de uitgave
valoir
waard zijn
ça vaut
het is .... waard
ça vaut la peine
het is de moeite waard
l'astuce
het trucje, de list, handige tip
la friperie
de tweedehandskledingzaak
novateur, novatrice
vernieuwend
bénéficier de
profiteren van, genieten van
profiter de
genieten van, profiteren van
dénicher
op de kop tikken
échanger
uitwisselen, ruilen
maîtriser
beheersen
saisir
grijpen, vastpakken
comprendre
begrijpen
le bénéfice
het voordeel, de winst
le gain
de winst
les biens
de spullen, de goederen
la bonne affaire
het koopje
le circuit court
de korte keten
le comportement d'achat
het koopgedrag
la dépense
de uitgave
l'économie collaborative
de deeleconomie
l'économie de partage
de deeleconomie
l'entrepreneuriat
het ondernemerschap
l'entrepreneur
de ondernemer
l'entreprise
de onderneming
l'intermédiaire
de tussenpersoon
la possession
het bezit
économiser
besparen
épagner
sparen
investir
investeren
marchander
afdingen, onderhandelen
négocier
onderhandelen (over)
une négociation
een onderhandeling
le négociateur
de onderhandelaar
valoriser
herwaarderen
de seconde main
tweedehands
en vrac
in bulk, onverpakt
acharné, une lutte acharné
verbeten
un fan acharné
fel, hevig
un consommateur acharné
onvermoeibaar
imprévisible
onvoorspelbaar
réfléchi
doordacht
réfléchir
nadenken
faire confiance à
vertrouwen op
faire une bonne affaire
een goede zaak doen, een koopje doen
résister à la tentation
aan de verleiding weerstaan
en connaissance de cause
met kennis van zaken
être en essor
in opmars zijn, groeien
connaître un succès
in opmars zijn, groeien
entraîner
met zich meebrengen, training geven
Mettre l'acent sur
het accent leggen op
privilégier
bevoordelen, voorkeur geven aan
reposer sur
zich baseren op
être basé sur
zich baseren op
l'inconvénient
het nadeel, het ongemak
défecteux, défectieuse
gebrekkig, defect, beschadigd
environnemental
milieu-, ecologisch
l'environnement
de omgeving, het milieu
équitable
eerlijk (handel)