lijst 24 BBR 25/26

690 - 720

étendre (la demande)

uitbreiden (de eis)

l'expédition (f)

(de) uitgifte

la décision / le jugement

(de) uitspraak

statuer au provisoire

uitspraak doen bij voorraad

se prononcer sur des choses non demandées

uitspraak doen over niet gevorderde zaken

suspendre

uitstellen / opschorten

le brevet d'invention

(het) uitvindingsoctrooi

exécutoire par provision

uitvoerbaar bij voorraad

revêtir le jugement de la formule exécutoire

(het vonnis) uitvoerbaar verklaren

l'exequatur (m)

(de) uitvoerbaarverklaring

la force exécutoire

(de) uitvoerbare kracht

le titre exécutoire

(de) uitvoerbare titel

le pouvoir exécutif

(de) uitvoerende macht

l'exécution par équivalent (f)

(de) uitvoering bij equivalent

la chambre des vacations

(de) vakantiekamer

la fixation

(de) vaststelling van de rechtsdag

la licitation / la vente publique

(de) veiling / openbare verkoop

rendre (un jugement)

vellen (een vonnis)

l'associé (m)

(de) vennoot

la société

(de) vennootschap

la société à responsabilité limitée

(de) besloten vennootschap

la société cooperative

(de) coöperatieve vennootschap

la société anonyme

(de) naamloze vennootschap

la société en nom collectif

(de) vennootschap onder firma

le droit des sociétés

(het) vennootschapsrecht

interdire

verbieden

s'obliger

verbinden (zich) / een verbintenis aangaan

obliger

verbinden / verplichten

l'obligation (f)

(de) verbintenis

l'obligation unilatérale

(de) eenzijdige verbintenis