JK Begrippenlijst tmh deel 1

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/19

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

20 Terms

1
New cards

De fases van geletterdheid Ontluikende geletterdheid

de voorschoolse periode (0-4 jaar) interactie met ouders

-        Basisprincipes mondelinge taalvaardigheid.

2
New cards

De fases van geletterdheid Beginnende geletterdheid

de ontwikkeling van de geletterdheid in groep 1 t/m 3

-        Aanvankelijk lezen

3
New cards

De fases van geletterdheid Gevorderde geletterdheid

periode na groep 3: herkennen steeds sneller woorden en richten meer aandacht op de betekenis en bedoeling van de tekst.

4
New cards

De fasen van Ehri, Pre-alfabetische fase

-        Kinderen herkennen woorden aan visuele kenmerken (zoals logo’s, kleuren of vorm van woorden).

-        Ze koppelen nog geen letters aan klanken.

-        Voorbeeld: een kind “leest” McDonald’s aan het gele logo of Ola aan het ijsjesplaatje.

5
New cards

De fasen van Ehri, Partieel (gedeeltelijk) alfabetische fase

-        Kinderen beginnen enkele klanken aan letters te koppelen.

-        Ze herkennen bijvoorbeeld de eerste en laatste letter van een woord.

-        Lezen gebeurt nog op gevoel: mama wordt herkend aan de m en a.

-        Fouten komen vaak voor, omdat ze nog niet elk klank-letterverband beheersen.

6
New cards

De fasen van Ehri, Volledig alfabetische fase

-        Kinderen beheersen de klank-tekenkoppeling en kunnen woorden decoderen.

-        Ze kunnen woorden lezen door hakken en plakken (bijv. b-oo-m → boom).

-        Lezen is nog traag, maar steeds nauwkeuriger.

-        Dit is de fase waarin aanvankelijk lezen centraal staat (groep 3).

7
New cards

De fasen van Ehri, Geconsolideerd alfabetische fase

-        Kinderen lezen steeds vlotter en automatischer.

-        Ze herkennen lettercombinaties, woorddelen en patronen in één keer (zoals sch, ing, aan).

Lezen verschuift van technisch naar begrijpend lezen: de aandacht gaat meer naar betekenis dan naar klanken

8
New cards

Bottom-up model

-        de elementaire leeshandeling wordt altijd toegepast.

Vlotte lezer: Razendsnel het waarnemen gaat letter voor letter en woord voor
woord

9
New cards

Top-down model

-        De lezer maakt tijden het lezen gebruik van de voorkennis en de context.

10
New cards

Interactief model

-        Het leesproces is een interactie tussen het:

Bottom-upmodel: Woord – Woord en het top-downmodel: Voorspellen

Lezen is een afwisseling tussen woord voor woord lezen en voorspellend lezen.

11
New cards

Elementaire leeshandeling

Een foneem wordt weergegeven door een grafeem.

1.       Het geschreven woord visueel analyseren in afzonderlijke grafemen
Bijv: het woord tuin de grafemen; T, UI, N

2.       De juiste fonemen koppelen aan de grafemen
Bijv: /t/ aan T.

3.       De volgorde van fonemen onthouden.

4.       Het auditief synthetiseren van de afzonderlijke fonemen
Bijv: /t/+/ui/+/n/ = tuin

5.       Betekenis geven aan het gesproken woord

Bijv: tuin

12
New cards

Elementaire spellingshandeling

Het is gebaseerd op het fonologisch principe van ons schriftsysteem, waarbij een foneem wordt weergegeven door een grafeem.

Bestaat uit de volgende stappen:
1.  het gesproken woord auditief analyseren in afzonderlijke fonemen, bijvoorbeeld in het woord /tuin/ de fonemen /t/, /ui/ en /n/;
2. de volgorde van de fonemen onthouden;
3. de juiste grafemen koppelen aan de fonemen, bijvoorbeeld 
t aan /t/;
4. het hele woord schrijven 
tuin.

13
New cards

Technisch lezen

Perceptie (Informatie die via onze zintuigen beschikbaar komt) à decoderen van de tekst.

14
New cards

Begrijpend lezen

Cognitie (Nieuwe informatie koppelen aan bestaande kennis) à begrijpen van de tekst.

15
New cards

Lees strategieën: Voorspellen

De lezer maakt gebruik van beschikbare informatie een inschatting van de tekst.

16
New cards

Lees strategieën: Vragen stellen

-        De lezer stelt zich voor, tijdens en na het lezen vragen bij de tekst.

17
New cards

Lees strategieën: Visualiseren

De lezer vormt zich een voorstelling bij de tekst

18
New cards

Lees strategieën: Verbinden

De lezer legt een verband tussen de tekst en zijn eigen kennis en ervaringen.

19
New cards

Lees strategieën: Samenvatten

De lezer vat de tekst samen

20
New cards

Lees strategieën: Afleiden

De lezer interpreteert impliciete informatie