1/123
Flashcards in het Nederlands over gedragsneurowetenschappen.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Anatomie
De biologische studie van de morfologie of bouw van organismen.
Centrale zenuwstelsel
Hersenen en ruggenmerg
Perifere zenuwstelsel
Alle zenuwcellen buiten de hersenen of het ruggenmerg.
Afferente zenuwen
Verbinden zintuigcellen met het centrale zenuwstelsel.
Efferente zenuwen
Sturen prikkels vanuit het centrale zenuwstelsel naar de rest van het lichaam.
Craniale zenuwen
Zenuwen die ontspringen in de hersenen.
Spinale zenuwen
Zenuwen die verbinden met het ruggenmerg.
Rostraal
In de richting van de neus.
Caudaal
In de richting van de voeten.
Ventraal / anterieur
Aan de voorzijde van het lichaam.
Dorsaal / posterieur
Aan de achterzijde van het lichaam.
Lateraal
Posities aan de zijkant van het lichaam.
Witte stof
Zenuwverbindingen.
Grijze stof
Zenuwcellen.
Cortex
Buitenste schorslaag van hersendelen.
Telencephalon
Grootste deel van menselijke hersenen, omvat cerebrale hemisferen.
Medulla spinalis
Ruggenmerg.
Axonen / zenuwvezels
Uitlopers van neuronen.
Hersenventrikels
Ruimtes tussen de hersenvliezen gevuld met CSV.
De cirkel van Willis
Vaatkring die telencephalon en diencephalon van bloed voorziet.
Desoxyribonucleïnezuur (DNA)
Belangrijkste nucleïnezuur dat genetische informatie bevat.
Ribosoom
Moleculair complex dat instaat voor eiwitsynthese.
Lysosomen
Molecule die instaat voor de afbraak van overbodige macromoleculen.
Peroxisomen
Neutraliseren giftige stoffen.
Gating
Overgang tussen open of gesloten toestand van ionenkanalen.
Dendrieten
Boomvormige vertakte uitlopers die prikkels ontvangen.
Axon
In staat om elektrische signalen te geleiden
Synapsspleet
Ruimte tussen pre- en postsynaptische membraan.
Microgliale cellen
Zorgen voor afweer vh hersenweefsel
Oligodendrocyten
Staan in voor de myeline omhulling van axonen
Schwanncellen
Zorgen voor myelinisatie van axonen in perifere zenuwstelsel
Exciteerbare cellen
Wanneer cellen elektrische prikkels kunnen ontvangen en geleiden
Ion
Een atoom of molecule met + of – elektrische lading
Hydrofiele stof
Lost goed op in water
Actiepotentiaal
Actieve, depolariserende impulsen van korte duur
Endosoom
Een groot membraanorganel geassocieerd met het glad endoplasmatisch reticulum
Presynaptische inhibitie
De hoeveelheid neurotransmitter reduceren
Presynaptische fascilitatie
Meer neurotrnasmitter vrijstellen
Ionotrope receptoren
Met snelle, korte werking
Metabotrope receptoren
Trage, lange werking
Nerve growth factor (NGF)
De stof die een enorme uitgroei van zenuwuitlopers induceert (eiwit)
Myelinisatie
Myeiline
Gap-junction channels
De verbinding tussen neuronen, kanaaltjes
Synaps
De contactplaats van een neuron met een ander neuron, spiercellen of kliercellen
Chemische synaps
Neuronen vormen afzonderlijke eenheden die gescheiden zijn door een synaptische spleet
Elektrische synaps
Continuïteit tussen het cytoplasma van twee cellen
Ionotroop
Van invloed op de hartspier
Agonist
Stoffen die zich gedragen zoals neurotransmitter
Antagonisten
Stoffen met tegengestelde werking als de neurotransmitter
Endocannabinoïden
Lipiderige neurotransmitters, spelen een rol in pijngewaarwording
Ionotrope neurotransmitterreceptoren
Snelle, korte werking, kan inhiberend en exhiberend zijn
Metabotrope receptoren
Traag, maar lange werking. Niet rechtstreeks verbonden met een ionenkanaal
Second messengers
Brenden de boodschap van de ‘eerste’ messenger over naar het cytoplasma
Psychofarmaca
Stoffen die veranderingen in gedrag veroorzaken door in te werken op het zenuwstelsel
Antipsychotica
Geneesmiddelen die worden gebruikt bij de behandeling van zwaarwichtige psychopathologie
Antidepressiva
Werking van verschillende klassieke neurotransmitters te stimuleren
Anxiolytica
Stoffen met kalmerende of angstreducerende werking
Analgetica
Binden aan endorfinereceptoren van het pijn systeem
Zintuiglijke waarneming
Het proces dat instaat voor de registratie, de verwerking en de interpretatie van prikkels
Bijzondere waarneming
Zicht, gehoor, evenwicht, geur en smaak
Oppervlakkige waarneming
Tast, pijn, temperatuur
Diepe waarneming
Positie van spieren en gewrichten, diepe pijn
Zituigreceptorcellen
Exciteerbare cellen in de zintuigen die instaan voor sensaties
Een zintuig
Een organisatie van cellen gespecialiseerd in de waarneming van energetische of chemische prikkels
Fotoreceptoren
Stimulisenergie is licht, waardoor deze de visuele waarneming mogelijk maken
Mechanoreceptoren
Reageren op mechanische prikkels en worden gebruikt voor de zintuigmodaiteiten gehoor, tastzin, evenwicht en proprioperceptie
Chemoreceptoren
Geactiveerd door bepaalde chemische stoffen en staan in voor reuk, smaak, pijn, jeuk en irritatie
Thermoreceptoren
Reageren op temperatuursveranderingen en zorgen voor de waarneming van temperatuur
Exteroceptoren
Gevoelig voor prikkels van buiten het lichaam
Interoceptoren
Gevoelig voor prikkels van binnen het lichaam
Thalamus
Sensorische info passeert hierlangs vooraleer ze naar cerebrale cortex gaat
Lamina medullaris interna
Een laag witte stof die het hoofddeel vd thalamus verdeeld in anterieure, ventrolaterale en mediale groepen van kernen
Thalamische gating
Laat sommige prikkels door en blokkeert andere, speelt een rol in selectieve aandacht en modificatie van pijnprikkels
Pijn
Somatosensorische waarneming met een bijzondere functie voor het zelfbehoud
Pijn- of nociceptoren
Chemoreceptoren die met hun vrije zenuwuiteinden weefselbeschadigingen registreren
Fototransductie
Zet lichtprikkels om in neurale signalen (in retina)
Blinde vek
Hier bevinden zich geen fotoreceptoren
Staafjes
Nemen lichtintensiteitsverschillen waar & spelen voornamelijk een rol bij lage lichtintensiteit
Kegeltjes
Staan in voor het zien van kleuren bij hoge lichtintensiteit
Daltonisme
Rood-groenblindheid (veelvoorkomende genetische vorm bij man)
Dorsale stroom
Controleert visueel gestuurde bewegingen (‘hoe’)
Ventrale stroom
Staat in voor objectherkenning (‘wat’)
Pinna
Oorschelp
Tympanum
Trommelvlies
Cochlea
Slakkenhuis, vloeistofrillingen worden omgezet in zenuwimpulsen
Binaurale fusie
Samenvoeging van info van de beide oren
Nystagmus
Een trage volgbeweging van de ogen, gevolgd door een snelle terugkeer van de blik
Wet van Sherrington
Bij een reflex wordt één groep van spieren gestimuleerd en worden tegelijkertijd alle andere spieren geïnhibeerd
Reflex
Een koppeling in het centrale zenuwstelsel tussen waarneming en actie (uitlokken van een reflex)
Ziekte van Parkingson
Veroorzaakt door degeneratie van de dopaminerge neuronen in de substantia nigra
Basale ganglia
Substantia nigra, globus pallidus, stiatum en nucleus subthalamicus
Thyrotroping releasing hormone
Functie: stuurt de schildklier
Een motorneuron en de dwarsgestreepte spiervezels waarmee contact wordt gemaakt
Motorische eenheid
Myofibrillen
De contractiele elementen van de spiercel, zorgen voor samentrekking
Neuromusculaire synaps / junctie
De functionele verbinding tussen een motorisch neuron en een spiervezel (een chemische synaps)
Unipolaire meting
Potentiaalverschillen worden gemeten tussen een elektrode op de hoofdhuid en een indifferente elektrode (pols bv)
Bipolaire meting
Twee elektroden op de hoofdhuid en tegenover elkaar gemeten
Cicardiaan ritme
Volgt een cyclus van ongeveer 1 dag
Postprandiale dip
Het gevoel van moe zijn na een lunch
Relaxatie
We slapen nog niet, minimale aandacht voor stimuli