Neuro woordenlijst Gedragsneurowetenschappen, deel 1

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
GameKnowt Play
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/123

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Flashcards in het Nederlands over gedragsneurowetenschappen.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

124 Terms

1
New cards

Anatomie

De biologische studie van de morfologie of bouw van organismen.

2
New cards

Centrale zenuwstelsel

Hersenen en ruggenmerg

3
New cards

Perifere zenuwstelsel

Alle zenuwcellen buiten de hersenen of het ruggenmerg.

4
New cards

Afferente zenuwen

Verbinden zintuigcellen met het centrale zenuwstelsel.

5
New cards

Efferente zenuwen

Sturen prikkels vanuit het centrale zenuwstelsel naar de rest van het lichaam.

6
New cards

Craniale zenuwen

Zenuwen die ontspringen in de hersenen.

7
New cards

Spinale zenuwen

Zenuwen die verbinden met het ruggenmerg.

8
New cards

Rostraal

In de richting van de neus.

9
New cards

Caudaal

In de richting van de voeten.

10
New cards

Ventraal / anterieur

Aan de voorzijde van het lichaam.

11
New cards

Dorsaal / posterieur

Aan de achterzijde van het lichaam.

12
New cards

Lateraal

Posities aan de zijkant van het lichaam.

13
New cards

Witte stof

Zenuwverbindingen.

14
New cards

Grijze stof

Zenuwcellen.

15
New cards

Cortex

Buitenste schorslaag van hersendelen.

16
New cards

Telencephalon

Grootste deel van menselijke hersenen, omvat cerebrale hemisferen.

17
New cards

Medulla spinalis

Ruggenmerg.

18
New cards

Axonen / zenuwvezels

Uitlopers van neuronen.

19
New cards

Hersenventrikels

Ruimtes tussen de hersenvliezen gevuld met CSV.

20
New cards

De cirkel van Willis

Vaatkring die telencephalon en diencephalon van bloed voorziet.

21
New cards

Desoxyribonucleïnezuur (DNA)

Belangrijkste nucleïnezuur dat genetische informatie bevat.

22
New cards

Ribosoom

Moleculair complex dat instaat voor eiwitsynthese.

23
New cards

Lysosomen

Molecule die instaat voor de afbraak van overbodige macromoleculen.

24
New cards

Peroxisomen

Neutraliseren giftige stoffen.

25
New cards

Gating

Overgang tussen open of gesloten toestand van ionenkanalen.

26
New cards

Dendrieten

Boomvormige vertakte uitlopers die prikkels ontvangen.

27
New cards

Axon

In staat om elektrische signalen te geleiden

28
New cards

Synapsspleet

Ruimte tussen pre- en postsynaptische membraan.

29
New cards

Microgliale cellen

Zorgen voor afweer vh hersenweefsel

30
New cards

Oligodendrocyten

Staan in voor de myeline omhulling van axonen

31
New cards

Schwanncellen

Zorgen voor myelinisatie van axonen in perifere zenuwstelsel

32
New cards

Exciteerbare cellen

Wanneer cellen elektrische prikkels kunnen ontvangen en geleiden

33
New cards

Ion

Een atoom of molecule met + of – elektrische lading

34
New cards

Hydrofiele stof

Lost goed op in water

35
New cards

Actiepotentiaal

Actieve, depolariserende impulsen van korte duur

36
New cards

Endosoom

Een groot membraanorganel geassocieerd met het glad endoplasmatisch reticulum

37
New cards

Presynaptische inhibitie

De hoeveelheid neurotransmitter reduceren

38
New cards

Presynaptische fascilitatie

Meer neurotrnasmitter vrijstellen

39
New cards

Ionotrope receptoren

Met snelle, korte werking

40
New cards

Metabotrope receptoren

Trage, lange werking

41
New cards

Nerve growth factor (NGF)

De stof die een enorme uitgroei van zenuwuitlopers induceert (eiwit)

42
New cards

Myelinisatie

Myeiline

43
New cards

Gap-junction channels

De verbinding tussen neuronen, kanaaltjes

44
New cards

Synaps

De contactplaats van een neuron met een ander neuron, spiercellen of kliercellen

45
New cards

Chemische synaps

Neuronen vormen afzonderlijke eenheden die gescheiden zijn door een synaptische spleet

46
New cards

Elektrische synaps

Continuïteit tussen het cytoplasma van twee cellen

47
New cards

Ionotroop

Van invloed op de hartspier

48
New cards

Agonist

Stoffen die zich gedragen zoals neurotransmitter

49
New cards

Antagonisten

Stoffen met tegengestelde werking als de neurotransmitter

50
New cards

Endocannabinoïden

Lipiderige neurotransmitters, spelen een rol in pijngewaarwording

51
New cards

Ionotrope neurotransmitterreceptoren

Snelle, korte werking, kan inhiberend en exhiberend zijn

52
New cards

Metabotrope receptoren

Traag, maar lange werking. Niet rechtstreeks verbonden met een ionenkanaal

53
New cards

Second messengers

Brenden de boodschap van de ‘eerste’ messenger over naar het cytoplasma

54
New cards

Psychofarmaca

Stoffen die veranderingen in gedrag veroorzaken door in te werken op het zenuwstelsel

55
New cards

Antipsychotica

Geneesmiddelen die worden gebruikt bij de behandeling van zwaarwichtige psychopathologie

56
New cards

Antidepressiva

Werking van verschillende klassieke neurotransmitters te stimuleren

57
New cards

Anxiolytica

Stoffen met kalmerende of angstreducerende werking

58
New cards

Analgetica

Binden aan endorfinereceptoren van het pijn systeem

59
New cards

Zintuiglijke waarneming

Het proces dat instaat voor de registratie, de verwerking en de interpretatie van prikkels

60
New cards

Bijzondere waarneming

Zicht, gehoor, evenwicht, geur en smaak

61
New cards

Oppervlakkige waarneming

Tast, pijn, temperatuur

62
New cards

Diepe waarneming

Positie van spieren en gewrichten, diepe pijn

63
New cards

Zituigreceptorcellen

Exciteerbare cellen in de zintuigen die instaan voor sensaties

64
New cards

Een zintuig

Een organisatie van cellen gespecialiseerd in de waarneming van energetische of chemische prikkels

65
New cards

Fotoreceptoren

Stimulisenergie is licht, waardoor deze de visuele waarneming mogelijk maken

66
New cards

Mechanoreceptoren

Reageren op mechanische prikkels en worden gebruikt voor de zintuigmodaiteiten gehoor, tastzin, evenwicht en proprioperceptie

67
New cards

Chemoreceptoren

Geactiveerd door bepaalde chemische stoffen en staan in voor reuk, smaak, pijn, jeuk en irritatie

68
New cards

Thermoreceptoren

Reageren op temperatuursveranderingen en zorgen voor de waarneming van temperatuur

69
New cards

Exteroceptoren

Gevoelig voor prikkels van buiten het lichaam

70
New cards

Interoceptoren

Gevoelig voor prikkels van binnen het lichaam

71
New cards

Thalamus

Sensorische info passeert hierlangs vooraleer ze naar cerebrale cortex gaat

72
New cards

Lamina medullaris interna

Een laag witte stof die het hoofddeel vd thalamus verdeeld in anterieure, ventrolaterale en mediale groepen van kernen

73
New cards

Thalamische gating

Laat sommige prikkels door en blokkeert andere, speelt een rol in selectieve aandacht en modificatie van pijnprikkels

74
New cards

Pijn

Somatosensorische waarneming met een bijzondere functie voor het zelfbehoud

75
New cards

Pijn- of nociceptoren

Chemoreceptoren die met hun vrije zenuwuiteinden weefselbeschadigingen registreren

76
New cards

Fototransductie

Zet lichtprikkels om in neurale signalen (in retina)

77
New cards

Blinde vek

Hier bevinden zich geen fotoreceptoren

78
New cards

Staafjes

Nemen lichtintensiteitsverschillen waar & spelen voornamelijk een rol bij lage lichtintensiteit

79
New cards

Kegeltjes

Staan in voor het zien van kleuren bij hoge lichtintensiteit

80
New cards

Daltonisme

Rood-groenblindheid (veelvoorkomende genetische vorm bij man)

81
New cards

Dorsale stroom

Controleert visueel gestuurde bewegingen (‘hoe’)

82
New cards

Ventrale stroom

Staat in voor objectherkenning (‘wat’)

83
New cards

Pinna

Oorschelp

84
New cards

Tympanum

Trommelvlies

85
New cards

Cochlea

Slakkenhuis, vloeistofrillingen worden omgezet in zenuwimpulsen

86
New cards

Binaurale fusie

Samenvoeging van info van de beide oren

87
New cards

Nystagmus

Een trage volgbeweging van de ogen, gevolgd door een snelle terugkeer van de blik

88
New cards

Wet van Sherrington

Bij een reflex wordt één groep van spieren gestimuleerd en worden tegelijkertijd alle andere spieren geïnhibeerd

89
New cards

Reflex

Een koppeling in het centrale zenuwstelsel tussen waarneming en actie (uitlokken van een reflex)

90
New cards

Ziekte van Parkingson

Veroorzaakt door degeneratie van de dopaminerge neuronen in de substantia nigra

91
New cards

Basale ganglia

Substantia nigra, globus pallidus, stiatum en nucleus subthalamicus

92
New cards

Thyrotroping releasing hormone

Functie: stuurt de schildklier

93
New cards

Een motorneuron en de dwarsgestreepte spiervezels waarmee contact wordt gemaakt

Motorische eenheid

94
New cards

Myofibrillen

De contractiele elementen van de spiercel, zorgen voor samentrekking

95
New cards

Neuromusculaire synaps / junctie

De functionele verbinding tussen een motorisch neuron en een spiervezel (een chemische synaps)

96
New cards

Unipolaire meting

Potentiaalverschillen worden gemeten tussen een elektrode op de hoofdhuid en een indifferente elektrode (pols bv)

97
New cards

Bipolaire meting

Twee elektroden op de hoofdhuid en tegenover elkaar gemeten

98
New cards

Cicardiaan ritme

Volgt een cyclus van ongeveer 1 dag

99
New cards

Postprandiale dip

Het gevoel van moe zijn na een lunch

100
New cards

Relaxatie

We slapen nog niet, minimale aandacht voor stimuli