1/99
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Wat kunnen zenuwcellen doen?
Ze zijn exciteerbare, kunnen informatie verwerken, door te sturen en op te slaan. Ze kunnen elektrische impulsen voortgeleiden, en ze kunnen chemische substanties af te scheiden die de activiteit van andere neuronen beïnvloeden (neurotransmitters en neuromodulatoren).
Wat doet Cajal in 1889?
Hij toont in een overtuigende wijze dat het zenuwstelsel bestaat uit afzonderlijke zenuwcellen en dat elk van deze cellen, ondanks hun morfologische diversiteit, bestaat uit gelijkaardige onderdelen om signalen te ontvangen en uit te sturen.
Hoe grote zijn ons cellen?
Enkele hondersten van een millimeter groot. Bestanddelen van de cel of organellen zijn echter van de orde van een duizendste van een millimeter (micrometer) of kleiner.
Welke microscoop nodig om de ultrafijne structuur van de cellen te bekijken?
Elektronenmicroscoop die tot 100 000 keer kan vergroten.
Wat bevat de celkern (nucleus)?
Chromatine, eiwitten en nucleïnezuren, dat op het moment van celdeling condenseert tot chromosomen.
Wat is het belangrijkste nucleïnezuur in de celkern?
Het desoxyribonucleïnezuur (DNA).
Wat bepaalde de identeit van een cel?
De verzameling van eiwitten die in een cel tot expressie komen. Elk cel slechts gebruikt die genen die nodig zijn voor de specifiek bouw en en functie van een bepaalde cel.
Wat zijn organellen?
Microscopische organellen in de cel met zijn eigen vorm en functie, die vaak bestaan uit membranen of maken deel uit van membraneuze structuren.
Wat is het cytoplasma?
Bestaat uit cytosol, de waterige, gelatineuze massa van het inwendige van de cel. De organellen hangen in het cytosol (aan membranen of aan het cytoskelet).
Wat is het cytoskelet?
Een netwerk van filamenten en buizen (tubuli) dat zich uitstrekt doorheen het cytoplasma. Het is een dynamische structuur, snel kan groeien of demonteren = geeft de cel zijn vorm en mechanische weerstand tegen vervorming.
Welke zijn de manieren waarvan het cytoskelet zijn rol van vormgeving en mechanische weerstand verrichten in de cel?
1) Door associatie met extracellulair bindweefsel en andere cellen -> stabiliseren het weefsel. 2) Contraheren (contract -> zoals bij spiercellen)
Wat zijn andere rollen van het cytoskelet?
3) Betrokken bij signaalmechanismen 4) De opname van extracellulair materiaal (endocytose) 5) Intracellulair transport (bijv. om blassjes en organellen binnen de cel te verplaatsen)
Uit wat bestaat hoofdzakelijk het cytoskelet?
De eiwitten actine en tubuline.
Wat is endocytose?
Endocytose is het proces waarbij de cel stoffen opneemt die door de celmembraan werden ingesloten. Fagocytose & pinocytose.
What is exocytose? (english)
Exocytosis is a form of active transport and bulk transport in which a cell transports molecules (e.g., neurotransmitters and proteins) out of the cell (exo- + cytosis) by expelling them through an energy-dependent process. Exocytosis and its counterpart, endocytosis, are used by all cells because most chemical substances important to them are large polar molecules that cannot pass through the hydrophobic portion of the cell membrane by passive means.
Wat is een ribosome?
Een moleculair complex dat instaat voor de eiwitsynthese in een cel. Ribosomen komen in grote aantallen voor in het cytoplasma van alle levende cellen, maar ook gebonden aan het endoplasmatisch reticulum of het kernmembraan. In ribosomen worden aminozuren aan elkaar verbonden in een volgorde die wordt bepaald door het messenger-RNA (mRNA), een proces genaamd translatie.
Wat doet een aangehechte ribosome?
Alle aangehechte ribosomen zijn verbonden met de binnenzijde van het endoplasmatisch reticulum door een porie-eiwit. Wanneer een van deze ribosomen een mRNA-streng ontvangt, wordt de door translatiegevormde peptideketen via het porie-eiwit het endoplasmatisch reticulum ingeleid. Pas daarna wordt het eiwit tot zijn uiteindelijke vorm gevouwen.
Van wat bestaat de ribosome?
De ribosome bestaan uit een kleine ribosomale subeenheid, die het mRNA leest, en een grote subeenheid, die aminozuren verbindt om een polypeptideketen te vormen.
Wat doet het mRNA?
DNA — transcriptie → mRNA — translatie → eiwit. Messenger-RNA is een vorm van RNA die als 'boodschapper' (messenger) twee processen met elkaar verbindt: de transcriptie, waarbij een stuk DNA (een gen) overgeschreven wordt tot mRNA, en de translatie, waarbij het mRNA wordt vertaald naar een keten van aminozuren (een eiwit).
Waarom is het proces van mRNA-transport vanuit de kern doorheen het cytoplasma extra belangrijk voor zenuwcellen?
Omdat er zo veel peptiden (korte aminozuurketens) en eiwitten nodig zijn voor de werking van deze cellen.
Wat zijn peptiden?
Een peptide is een molecuul dat bestaat uit een klein aantal aminozuren die met elkaar verbonden zijn door peptidebindingen. Een peptide onderscheidt zich van een eiwit door het geringe aantal aminozuren in het molecuul, maar kan zelf dienen als bouwsteen voor een eiwit.
Het is een netwerk (reticulum), ieder ruw of glad, van membranen dat gelegen is in het cytoplasma van een eukaryote cel. Bestaat uit uitgebreide membraneuze structuren.
1) Gesynthetiseerde eiwitten komen terecht in het cytoplasma en spelen een structurele of functionele rol in de werking van de cel zelf. 2) Vele eiwitten zullen echter de cel verlaten (via exocytose) of zich in het celmembraan verankeren (transmembranaire eiwitten).
Wat doet het rauw endoplasmatisch reticulum?
Herbergt (houses) de ribosomen (die geven ze de rauw vorm) en heeft daardoor een belangrijke rol in de eiwitvorming (eiwitsynthese) in de cel. Ook heeft het een rol in het transport van stoffen in de cel, met name is het belangrijk voor het verzamelen van eiwitten die naar het golgiapparaatvervoerd moeten worden.(ook Nissl substantie genoemd)
Wat doet het glad endoplasmatisch reticulum?
Voornamelijk dient om stoffen vanuit het ruw endoplasmatisch reticulum te vervoeren naar het golgiapparaat. Het bevindt zich dan ook vaak tussen zones met ruw endoplasmatisch reticulum en het golgiapparaat. Andere functies van het glad endoplasmatisch reticulum zijn het opslaan van calciumionen, de synthese van lipiden, fosfolipiden en de detoxificatie van drugs, alcohol en andere gifstoffen (met name in levercellen).
Wat is het Golgi-apparaat?
Een grote celorgane die bestaat uit uitgebreide membraneuze structuren. Maakt de lysosomen.
Wat doet het Golgi-apparaat?
In het golgicomplex worden de producten afkomstig van het endoplasmatisch reticulum (ER) omgebouwd en opgeslagen, om dan later naar andere bestemmingen verscheept te worden. Het is niet verwonderlijk dat vooral de cellen van secretieorganen bijzonder veel golgicomplexen bezitten.
Wat is een enzym?
Een eiwit, dat als katalysator fungeert bij een bepaalde chemische reactie in of buiten een cel. Het enzym maakt de reactie mogelijk of versnelt de reactie, zonder daarbij zelf te worden verbruikt of van samenstelling te veranderen. De stof waar het enzym op inwerkt en die nodig is voor de stofwisseling of spijsvertering heet het substraat. Tijdens de reactie verbindt het enzym zich kortstondig met het substraat. Dit gebeurt voor elk enzym op een eigen manier, doordat elk enzym specifiek is.
Wat is een lysosome? + wat doet het
Membraanblaasjes (vesicles) die zijn gevuld met een 40-tal enzymen en staan in voor de afbraak van overbodige macromoleculen en de digestie van gefagocyteerde partikels. Lysosomen zijn in staat vacuolen met bijvoorbeeld voedsel, of beschadigde organellen af te breken waardoor de componenten weer opnieuw gebruikt kunnen worden. Het zorgt dus als het ware voor recyclering in de cel.
Wat is het fagocytose?
Het proces waarbij het membraan van een cel vaste deeltjes, zoals andere cellen, omsluit en zo een holte (fagosoom) binnen de cel vormt waarin de omsloten deeltjes buiten het cytoplasma veilig opgeslagen worden.
Wat is een peroxisome?
Een vesikel (gelijkaardige aan de lysosomen) die giftige stoffen neutraliseren.
Wat is het verschil tussen peroxisomen en lysosomen?
Peroxisomen zijn niet in het Golgi-apparaat.
Tot wat leiden defecten in lysosomale of peroximale functie?
Tot opstapeling van stoffen, die normaal worden afgebroken, en daardoor de werking van het zenuwstelsel verstoren. (Bijv. lysosomale stapelingziekte-> leidt tot ernstige hersenaandoeningen)
Wat is het mitochondrion?
Organel die bestaat uit een glad buitenmembraan, een intermembranaire ruimte en een geplooid binnenmembraan. Ze leveren het grootste deel van het cellulaire adenosinetrifosfaat (ATP). Ze heeft zijn eigen genoom.
Rol mitochondrion?
1) Leveren van ATP 2) Celgroei, celsterfte
Aan wat kunnen we autisme of dementie geparen?
Stoornissen in het functioneren van het mitochondrion.
Rollen van vetten in de cel?
1) Gebruikt als structurele bouwstenen, 2) als voedingsstoffen in de stofwisseling (metabolisme) en 3) in alle de membranen van cellen (die bestaan uit dunne laagjes fosfolipiden).
Rollen van koolhydraten in de cel?
Structurele of metabole functie kunnen vervullen.
Rollen van eiwitten in de cel?
Structurele en functionele elementen.
Wat zijn glyco- of lipoproteïnen?
Eiwitten die ook suiker- of vetresidu's bevatten.
Biochemische en organische reacties in het lichaam moeten op het juiste tijdstip en in de juiste richting gebeuren? Hoe dit doen?
1) De reacties te laten doorgaan in specifiek organen, weefsels, cellen of celorganellen 2) De reacties te katalyseren door substraatspecifieke enzymen.
Wat zijn enzymen?
Biochemische katalysatoren die in de cel gesynthetiseerd worden en meestal bestaan uit een eiwitstructuur.
Wat zijn de twee soorten van biochemische reacties die enzymen kunnen sturen?
1) Anabolische (opbouwende) of 2) Katabolische (afbrekende) reacties.
Wat is substraatspecificiteit?
De eigenschap van een enzyme om bepaalde biochemisches reacties te laten doorgaan en anderen niet.
Welk gevolg heeft substraatspeficiteit?
Het heeft als gevolg dat er een verschillende enzyme nodig is voor elke biochemische reactie.
Door welke proces laat een enzym een biochemische reactie gebeuren?
Tijdens een biochemische reactie zal het enzym met zijn substraat combineren tot een enzym-substraatcomplex. Deze binding zal de configuratie van het enzym veranderen en het substraat destabiliseren => chemisch reactief substraat => de reactie kan doorgaan. Het enzym maakt de reactie mogelijk of versnelt de reactie, zonder daarbij zelf te worden verbruikt of van samenstelling te veranderen.
Va wat bestaan eiwitten?
Aminozuren die met peptidenbindingen aan elkaar hangen en zo polypeptidenketens vormen.
Hoe ontstaat een peptidebinding?
Wanneer de carboxylgroep van een aminozuur bindt aan de aminogroep van een ander aminozuur.
Hoeveel verschillende soorten eiwitten zijn er in het lichaam?
Minstens 50 000. De combinaties van de twintig verschillende aminozuren leidt tot die grote verscheidenheid.
Wat is protein denaturatie?
Wanneer de structuur of ruimtelijke configuratie van een protein wijzigt, zo verander of verdwijnt ook vaak hun functie -> de vorm van een eiwit is bepalend voor de specifieke interacties die het kan aangaan.
Hoe gebeurt de symphonie van eiwitsynthese?
1) TRANSCRIPTIE: Een stukje van het DNA in de celkern dat codeert voor een enkel eiwit wordt overgeschreven op een stukje mRNA. 2) Het mRNA beweegt vervolgens uit de celkern, associeert met ribosomen en vormt vrije of membraangebonden polysomen. 3) TRANSLATIE: Riobosmen zorgen voor de vertaling van de genetische code op het mRNA naar de samenstelling van een eiwit. 4) Naar bestemming getransporteerd. Ze hebben een intrinsiek adressignaal dat zorgt dat hun bestemming binnen de cel bereikt is.
Wat is een sedentaire eiwit?
Synthetiseert door de vrije polysomen, ze blijven in het cytoplasm, gebonden aan organellen of werkzaam als cytoplasmatisch eiwit.
Wat is een polysoom?
Meerdere ribosomen die tegelijk aan één mRNA-molecuul gebonden zijn en zo betrokken zijn bij de eiwitsynthese. Polysomen komen los in het cytoplasma voor, of gebonden aan het endoplasmatisch reticulum of aan het kernmembraan, ze synthetiseren secretorische en transmembranaire eiwitten.
Wat is een secretorisch eiwit?
Gesynthetiseerd door polysomen op het ER, een eiwit die is afscheiden door de cel (zoals hormonen, enzymen,...)
Wat is een transmembranair eiwit?
Gesynthetiseerd door polysomen (ieder op het ruw ER of door membranegebonden polysemn). Ze hebben een hydrofiel stuk langs beide zijden van het membraan en een hydrofoob stop-transferpeptide dat doorheen het membraan steekt. Na losknippen van de signaalsequentie zal dit eiwit blijven vastzitten in het membraan met zijn N-terminale deel in het ER en zijn C-terminale deel naar het cytoplasma.
Hoe is een transmembranair eiwit gesynthetiseerd?
Het begint met een signaal-sequentie of start-transferpeptide, een hydrofoob polypeptide dat zich in het membraan vastzet. Tijdens de synthese wordt het eiwit in het lumen (binnenste) van het ER geduwd (translocatie doorheen het membraan).
Hoe is een secretorisch eiwit gesynthetiseerd?
Ontstaat wanneer de hele eiwitketen getransloceerd wordt en vrijkomt in het lumen van het ER, nadat een signaalpeptidase het losknip van zijn signaalsequentie.
Wat gebeurt met de eiwitten (secretorisch en transmembranaire) nadat ze in het glad ER gesyntethiseerd wordt? (3 stappen)
Ze worden beide geïncorporeerd in secretiegranules of vesikels, die naar het Golgi-apparaat getransporteerd worden, en ten slotte door axonaal transport naar het zenuwuiteinde gebracht worden.
Wat zijn de drie soorten eiwitten?
Transmembranaire, secretorische en sedentaire.
Wat is een peroxisoom?
Een celorganel in een eukaryote cell met een enkel membraan die sluit het af van het cytoplasma. Bevatten vaak een enzym, zoals katalase, die giftige stof kan neutralyseren. Aanwezig in lever. Betrokken bij synthese van fosfolipiden voor zenuwcellen (leiding van impuslen).
Wat is het lumen?
De binnenkant van een cel.
Van wat hangt de werking van zenuwcellen en steuncellen af?
De werking van membranen en de eiwitten die erin of eraan vastzitten. De meeste stoffen of medicijnen die inwerken op het zenuwstelsel, doen dat door interactie met membranen of membraan-eiwitten.
Wat veroorzaakt dat membranen een beweeglijkheid (agility, mobility) behouden?
De lipidensamenstelling van hun membranen. Beweeglijkheid is erg belangrijk voor de werking van de cel.
Van wat bestaan de lipiden in de membraan?
Vetzuren (fatty acids), die aan een poly-alcohol gebonden zijn (meestal glycerol of soms het amino-alcohol sfingosin).
Hoe zit de fosfolipiden in het celmbraan eruit?
Een molecule waarbij lange koolstofketens (vetzuurstaarten) als een trosje (cluster) samenhangen aan een centrale alcoholmolecule. De vetzuurstaarten zitten vast aan een glycerol- of sfingosineresidu, maar een van de staarten is nu vervangen door een fosforzuurverbinding.
Wat vormt een fosfolipimolecule in water?
Een dubbellaag waarbij de hydrofobe vetzuren naar elkaar wijzen en de hydrofiele fosfaten zich naar het waterige extra- of intracellulaire milieu richten.
Waar zijn hydrofobe (apolaire) moleculen te vinden?
Ze zullen in de dubbellaag blijven. Steroïden (zoals cholesterol of bepaalde hormonen) kunnen er vrij doorheen bewegen.
Wat zijn transmembranaire eiwitten?
Hydrofobe delen van sommige eiwitmoleculen, sommige met verankering aan het cytoskelet: ze kunnen kanelen vormen voor het transport van substanties door het membraan of receptoren voor de herkenning van booschappermoleculen.
Wat is de glycocalyx?
Koolhydraatketens van polysachariden, gebonden aan membraaneiwitten of lipiden (glycoproteïnen of glycolipiden). Een laag van koolhydraten die de buitenkant van de cel bedekt en die een belangrijke functie heeft bij interacties tussen cellen.
Waarom vormen transmembranaire eiwitten ionenkanalen?
Omdat in water opgeloste ionen (polaire moleculen) anders niet doorheen het membraan kunnen.
Drie soorten van ionenkanalen + zijn porievormende units?
Homo-oligomeer (alle subunits van dezelfde soort), hetero-holigomeer (subunits van verschillende soorten), één enkele polypeptideketen met herhalende motieven (vaak in alfa-helices ook).
Bouw van ionenkanalen?
Twee of meer subunits met eiwitstructuur, die bij elkaar blijven door chemische interactie of verbinding.
Wat zijn de subunites van ionenkanalen?
Vaak aminozuurketens, die een alfa-helix vormen en het membraan overspannen.
Wat is gating?
De modulatie van de doorlaatbaarheid van de kanalen.
Wat kan de doorlaatbaarheid van een ionenkanal wijzigen?
1) structurele wijziging in het ganse ionenkanaal, 2) speciale subunit die de porie blokkeert (ion gate).
Verschillende soorten van ionen gating?
1) Ligandgemedieerde kanalen, 2) Phosphorylation-gate kanalen, 3) Spanningsgevoelig kanaal (voltage-gated), 4) Mechanische ionenkanalen (stretch- of pressure-gated).
Hoe werkt een ligand-gate?
Gecontroleerd door chemische liganden.Het ionenkanaal gaat bij dergelijke eiwitten open door de energie die vrijgegeven wordt wanneer de ligand zich bindt aan de receptor die rechtstreeks aan het ionenkanaal gekoppeld is.
Hoe werkt een phosphorylation-gate?
Gereguleerd door de energie die vrijkomt wanneer er een fosforgroep aan bindt en hierdoor de verhouding van elektrische ladingen wijzigt. (covalent)
Hoe werkt een spanningsgevoelig kanaal?
Beïnvloed door de energie die vrijkomt bij veranderingen in de membraanpotentiaal (voltage-gated)
Hoe werkt een mechanische ionenkanaal?
Ze zijn verankerd aan het cytoskelet en worden mechanisch geopend door vervormingen van het membraan of de ganse cel.
Hoe ziet een typische motorneuron uit?
Cellichaam in het centrale zenuwstelsel (in het ruggenmerg) en zijn uitlopers, die contact maken met spiercellen, in het perifere zenuwstelsel (het somatische zenuwstelsel).
Wat zijn de vier onderdelen van een motorneuron?
Het cellichaam, de dendrieten, het axon en de presynaptische zenuwuiteinden.
Wat is de soma?
Het cellichaam, het metabole centrum van de cel. Bevat de celkern, waar de genetische informatie opgeslagen is, en organellen, die de metabole functies van de cel uitvoeren en waar de proteïnesynthese plaatsvindt.
Wat is te vinden in de cellichaam van een neuron?
Speficiek intracellulaire structuren zoals de Nissl-substantie, neurofilamenten en pigmenten. Sommige cellen van het perifere zenuwstelsel hebben zelfs meer dan één kern. Hiermee geassocieerd vinden we Golgi-apparaten.
Wat is kenmerkend voor zenuwcellen en is te vinden in hun kern, en in hun cellichaam?
Fijn verdeeld chromatine als gevolg van intense synthetische activiteit in deze cellen. De ER is verspreid over het ganse cytoplasma, erg prominent in grote zenuwcellen, als een verdere indicatie van hun intense synthetische activiteit.
Wat zijn neurofilamenten?
Maken deel van het neuronale cytoskelet, ze lopen doorheen het cellichaam en de axonen en staan onder meer in voor het intracellulaire transport.
Wat en waar bestaat lipofuscine?
Pigmen die stapelt (pile-up) soms in de axonheuvel (basis van het axon), bestaat uit ophopingen (pile-up) van onverteerd (undigested) materiaal uit de lysosomen.
Waar vinden we mitochondriën?
In het cellichaam maar ook in de axonuiteinden, veel ervan.
Wat zijn dendrieten?
Boomvormig vertakte uitlopers van het cellichaam die prikkels van andere zenuwcellen ontvangen en naar het cellichaam leiden.
Wat is een axon?
Een uitloper van het cellichaam die langer en dikker is dan de dendrieten en die prikkels van het cellichaam wegleidt. (van 0,1m tot 3m, met snelheid tot meer dan 100m per seconde)
Waar zijn actiepotentialen begonnen?
Aan het begin van het axon, de axonheuvel (axonhill).
Wat is een axonheuvel?
De overgang van het cellichaam van een neuron naar het axon. Door de aanwezigheid van zeer veel actieve poriën voor natriumionen kan hier de postsynaptische potentiaal (PSP) van het cellichaam, die de som is van alle binnenkomende exciterende en inhiberende prikkels, worden omgezet in een actiepotentiaal (AP), die over het axon kan worden geleid.
Wat doen axonen vaak en wat laat het toe?
Splitsen zich in collateralen (vertakkingen) die eindigen in presynaptische zenuwuiteinden (eindknoppen). Deze uiteinden laten toe om een neuron contact te maken met andere neuronen (synaps).
Van wat bestaat myeline?
Compacte lagen van een lipide-proteïnecomplex (myeline) gevormd door steuncellen. In korte: verschillende lagen van celmembranen die door eiwitten aan elkaar gehouden worden.
Wat vormt de myeline?
Specifieke steuncellen (oligodendrocyten in het centrale zenuwstelsel en Schwanncellen in het perifere zenuwstelsel). Een enkele steuncel zal in het centrale zenuwstelsel verschillende axonen van ee myelineschede voorzien.
Hoe ontstaat een myelineschede?
Doordat een axon omwikkeld wordt door een steuncel. Het verhoogt aanzienlijk de snelheid waarmee een zenuwimpuls langsheen het axon van een neuron kan worden geleid.
Wat is de knop van Ranvier?
De onderbreking tussen elk stukje van de myelineschede.
Wat zijn de vier functionele componenten van neuronen?
1) Lokale inputzone: er komen prikkels aan op het neuron, 2) Integratiezone: ter hoogte van de axonheuvel, deze prikkels worden samengesteld, 3) Conductiezone: geleiding van de impulsen naar de uiteinden van het axon, 4) Outputzone: contact gelegd wordt met de volgende zenuwcel en het signaal het neuron verlaat.
Waar is de elektrisch informatie die doorheen het neuron loopt omgezet in een chemisch signaal?
In de vierde component, de outputzone. (Synaps?)
Wat zijn bipolaire neuronen?
Een cellichaam waaruit twee uitlopers vertrekken, een axon dat informatie naar het centrale zenuwstelsel vervoert en een dendriet die informatie vanuit de periferie ontvangt. Vele sensorische neuronen zijn zo.
Wat zijn pseudo-unipolaire cellen?
Een enkele uitloper die dicht bij het cellichaam splitst in twee takken waarvan er één uit de periferie komt en de andere naar het centrale zenuwstelsel projecteer. Impulsen worden geldei zonder dat die het cellichaam moet passeren.