Dutch words I've learned

schiereiland

Halbinsel

oosterburen

östliche Nachbarn

golven

Wellen

vaatwasser

Geschirrspüler

Noodzaak

Notwendigkeit

ramp

Katastrophe

gemakken

Annehmlichkeiten

voorzieningen

Dienstleistungen

ik zou moeten

Ich sollte

Ik zou willen

Ich würde

Ik zou kunnen

Ich könnte

vervelend

nervig

gedragen

benehmen

saai

langweilig

rotzooi

Unordnung, Chaos

maatregelen

Maßnahmen

zwerfafal

Streumüll

beleid

Politik

tenzij

Es sei denn

mits

so lange wie

waarschuwen

warnen

beleefd

höflich

verbazingwekkend

erstaunlich

voertaal

Hauptsprache, Muttersprache

gretig

erpicht

verhaal

Geschichte

bijeenkomst, vergadering

Treffen

aangetast

betroffen

op te knappen

sanieren, renovieren

net wat (warmer)

nur ein wenig (wärmer)

plantsoengras

öffentlicher Rasen

besteden

ausgeben

opgetuigt

manipuliert

ertoe geleid

dazu geführt

leidraden

Richtlinien

prijsvragen

Wettbewerbe

op de schop nemen

aufrütteln

enkel

nur

eisen

Anforderungen

feiten

Fakten

is bedoeld

ist bestimmt / ist beabsichtigt

in belangrijke mate

von entscheidender Bedeutung

het eens zijn

zustimmen, übereinstimmen

Al sla je me dood

Ich weiß es nicht im Sinne von ich hab die Information nicht

huftergedrag

Arschlochverhalten

aanvankelijk

ursprünglich

terwijl

während

hun zegje mogen doen

mitreden können

beheer

Verwaltung

geschikt zijn voor

geeignet sein für

Watersnoodramp

Flut

temmen

zähmen

forse daling

wesentlicher Rückgang

elders

anderswo

verrast

überrascht

geregelt

regelmäßig. NICHT: geregelt

hetzij… hetzij (kan ook: of…of)

entweder… oder

noch…noch..

Weder…noch

echter

jedoch

erbij betrekken

einbeziehen

sfeer

vibes

drugsinvallen

Drogenrazzien

najaar

Herbst

niet meer kwijt kunnen

nicht mehr loswerden können

belang hebben bij

Interesse haben für (weil dadurch dein Leben irgendwie besser wird)

Ik verheug me erg op

Ich freue mich sehr darauf

ik heb me vergist

Ich hab mich geirrt

beleven

erfahren

besteden

verbringen

gauw

bald

vreselijk

schrecklich

verwarrend

verwirrend

doel

Ziel

steun

Unterstützung

verwerfen

erwerben (FF)

min of meer

mehr oder weniger

nauwelijks

kaum

benadrukken

betonen

oplopen

auflaufen (ein Berg oder Treppe), oder krank werden

verreweg

mit Abstand

noodzakelijk

erforderlich / notwendig

gedachten

Gedanken

voorstellen

vorschlagen (FF)

voorkomen

vermeiden

bovendien

darüber hinaus

vergissen (ik heb me vergist)

sich irren

verschijnen

erscheinen

vies

schmutzig

besteden

ausgeben

anwenden

toepassen

lef

Mut