Begrippen voedingsonderzoek

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/55

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

56 Terms

1
New cards

Uitkomstmaten voedingsonderzoek ziekenhuis

Voedingstoestand, immuunstatus, functionaliteit, post-operatief verloop

2
New cards

Eigenschappen voedingsonderzoek in ziekenhuis

Interactie tussen voeding en ziekte waar ziekte/patientgroep centraal staat

3
New cards

Doelen voedingsonderzoek in ziekenhuis

Verbeteren/optimaliseren behandeling

Ontwikkelen richtlijnen

Inzicht in (kosten)effectiviteit van behandeling

Evalueren en inzetten van nieuwe technieken

4
New cards

Uitdagingen voedingsonderzoek in ziekenhuis

Onderzoek is deel van complete behandeling

Geen gestandaardiseerde onderzoeksomgeving, met risico op confounding

5
New cards

Compliance

Voldoen aan en het zich houden aan alle geldende wetten, regels, normen en interne beleidslijnen van een organisatie.

6
New cards

Validiteit

Meet het instrument wat het moet meten

7
New cards

Content validity

sluit de inhoud van je vragenlijst aan bij het onderwerp

8
New cards

Criteriumvaliditeit

Vergelijking met de gouden standaard

  • Concurrent = tegelijk gemeten

  • Predictive = voorspellen in toekomst

9
New cards

Constructvaliditeit

klopt het patroon met wat je verwacht

10
New cards

Reproduceerbaarheid

Herhaalbaarheid van metingen bij dezelfde situatie

  • Test-retest, intra-rater (dezelfde persoon), Inter-rater (verschillende personen)

doen van metingen onder gelijke omstandigheden

11
New cards

Resultaten alleen valide

goed gemiddelde, maar slecht op individueel niveau

12
New cards

Resultaten alleen reproduceerbaar

consistent foute metingen

13
New cards

Toetsing validiteit en reproduceerbaarheid

Scatterplot + correlatiecoefficient = laat zien of 2 metingen samenhangen

Bland-Altman plot = laat verschil tussen 2 metingen zien

Variatiecoefficient (VC) = hoe consistent is de meting

14
New cards

Food balance sheet (indirect)

Geeft per land beeld van voedselbeschikbaarheid op basis van productie en import/export

Toepassing: Landen vergelijken in ‘nutrition transition’

15
New cards

Biomarkers (indirect)

Stoffen in lichaam die iets over voedingsinname zeggen

Toepassing: Nagaan of iemand voldoende vitamine of mineralen binnenkrijgt

16
New cards

24-uurs recall

Interview over wat iemand de afgelopen 24 uur heeft gegeten

Toepassing: Studenten vergelijken op groente-inname

17
New cards

Dietary history

Interview over iemands eetgewoonten over een langere periode. Focus op eetmomenten en patronen.

Toepassing: onderzoek naar maaltijdpatronen en overgewicht

18
New cards

Voedseldagboek

Deelnemer schrijft alles op wat hij eet met wegen of inschatten.

Toepassing: Als arts wil weten of patiënt genoeg vitamine D binnenkrijgt

19
New cards

FFQ (voedselfrequentielijst)

Gesloten lijst met producten: hoe vaak je ze eet per week/maand, gericht op lange termijn. Kan voor zeldzame uitkomst

Toepassing: onderzoek naar voedingspatroon en kanker

20
New cards

Screeners

Korte vragenlijst over specifieke producten, gaat om frequentie
Toepassing: Relatie tussen groenteconsumptie en ziekte zoals kanker

21
New cards

LDL cholesterol

brengt cholesterol naar cellen. Teveel vormt risico op plaques (Slecht)

  • Statines verlagen LDL en daarmee het risico op HVZ

22
New cards

HDL cholesterol

Haalt cholesterol juist weg bij de vaatwanden en brengt het naar de lever

23
New cards

Ratio cholesterol

Totaal cholesterol / HDL

  • Daling van 1 punt = tot 50% minder kans op hartziektes

24
New cards

Vetten

Verzadigd (boter, kaas) = verhoogt LDL

Onverzadigd (noten, vis) = verlaagt LDL en verhoogt HDL

Industriele transvet (frituur) = verhogen LDL en verlagen HDL

Natuurlijk transvet = iets minder slecht

25
New cards

Omega 3

Essentiële vetzuren met ontstekingsremmende werking, te vinden in vette vis (EPA en DHA) of in plantaardige bronnen (ALA)

  • ontstekingsremmend, beschermen bloedvaten, gaan hartritmestoornissen tegen

  • Als iedereen in NL vaker vis zou eten, zouden er tot 15.500 minder HVZ-gevallen zijn 

26
New cards

Proportionaliteit

afweging tussen volksgezondheidswinst en individuele vrijheid

27
New cards

CAP-budget vs dieetdoelen

Voedselproductie ≠ voedsel aanbevelingen

  • 58% CAP-budget naar vlees/dierlijke producten, slechts 4% naar groente/fruit

Voedingsrichtlijnen: meer plantaardig, minder dierlijk -> beleid sluit niet aan

28
New cards

Voedseltop 2017

Nederland als wereldleider in veilige, gezonde en duurzame voeding.

29
New cards

Gezondheidsraad

Onafhankelijk adviesorgaan voor volksgezondheid, die zich richt op wetenschappelijke aanbevelingen

30
New cards

Honger

conditie waarin mensen niet genoeg voeding hebben om aan hun behoefte te voldoen

  • 35-45% van alle kindersterfte zijn linked aan slechte voeding

  • ondervoeding begint bij zwangerschap -> intrauterine growth restriction

31
New cards

Stunting

chronische restrictie van lengtegroei (lengte voor leeftijd z-score <-2)

32
New cards

Wasting

acuut gewichtsverlies (lengte voor leeftijd z-score <-2)

33
New cards

BMI for age

maat voor overgewicht bij kinderen

  • BMI-for-age z-score >2 (kind 0-5)

  • BMI-for-age z-score >1 (kind 6-18)

34
New cards

IJzertekort

Gevolgen: vermoeidheid, bleke huid, lager cognitief functioneren kinderen, infecties, vroeggeboorte, laag geboortegewicht

Oorzaken: lage opname, verlies, hoge behoefte

Bronnen: Dierlijk, plantaardig

35
New cards

fortificatie

toevoegen van nutrienten aan basisvoeding

  • Massa fortificatie = toevoegingen aan voedsel voor normale consumptie

  • targeted fortificatie = toevoegingen aan voedsel voor speciale doelgroep

  • Market driven fortificatie = voor meer winst

36
New cards

Biofortificatie

veredeling van gewassen met meer nutrienten

  • duurzaam, goedkoop, blijvend effect

37
New cards

WHO richtlijnen suppletie

Zwangere vrouwen: ijzer en foliumzuur

Schoolkinderen: niet dagelijks, maar met pauzes

Peuters: micronutriënten, vitamine A

38
New cards

2-componentenmodel

Vet (VM) / vet-vrij (VVM)

  • Dichtheid VM = 0,900 g/ml

  • Dichtheid VVM = 1,100 g/ml

  • VVM = 73% water, 19% eiwit, 6,8% mineralen

39
New cards

Densitometrie

Meet lichaamsvolume via waterverplaatsing (onderwater weging). Kan dmv Siri formule vertpercentage berekenen

  • Lichaamsdichtheid = massa/volume

Nadelen; restlucht verstoort, groepen moeilijk uitvoeren, geen regionale info, aannames

40
New cards

Verdunningstechnieken

Meet totaal lichaamswater

  1. monster lichaamswater afnemen

  2. Toediening exacte hoeveelheid tracer

  3. Equilibratie periode (2-8 uur)

  4. Monster lichaamswater afnemen

Vetvrije massa = lichaamswater / 0,73

Voordelen: Makkelijk, nauwkeurig

Nadelen: soms kostbaar, doorrekenen moet voorzichtig

41
New cards

CT scan

Maakt doorsneden. Meet vet/spiermassa via rontgen
Voordelen: Nauwkeurig, makkelijk

Nadelen: Straling, duur, beschikbaarheid, geen info over hel lichaam

42
New cards

MRI

Gebruik magneetvelden, nauwkeurige regionale info over vet/spier → nauwkeuriger dan CT

Voordelen: hele lichaam, geen straling

Nadelen: Duur, niet geschikt voor pacemakers

43
New cards

DXA

Meet 3 componenten (bot, vet, vetvrije massa) via weinig rontgen

Voordelen: regionaal, zeer nauwkeurig, redelijk beschikbaar, goede maat spiermassa

Nadelen: duur, afmetingen, lichte straling

44
New cards

Suikerhoudende dranken

Calorierijk, maar weinig verzadiging → overconsumptie → overgewicht

45
New cards

Mogelijk beleid suikers

Suikertaks, prijsverlaging groente/fruit, voorlichting

  • In Nederland gebeurt nog weinig

46
New cards

Digestie en absorptie eiwitten

Consumptie → afbraak naar polypeptiden en aminozuren in maag → verdere afbraak in dunne darm → absorptie in duodenum en jejunum → via lever naar bloed → synthese eiwit uit pool

47
New cards

Eiwitmetabolisme

  1. 70 gram eiwit naar darmwand en vertering, 160 gram geabsorbeerd

  2. Aminozuren gaan naar pool, waarvandaan lichaamseiwitten worden opgebouwd en aminozuren worden verbrand

Verlies door urine (90g), feces (10g) en huid/haar/nagels (2g)

48
New cards

PDCAAS

Meet hoeveel bruikbare eiwitten er in een voedingsmiddel zitten.

  • Houdt rekening met hoe goed je lichaam het verteert

  1. Aminozuurscore = (mg aminozuur per g eiwit) / (mg nodig per g eiwit)

  2. PDCAAS = Aminozuurscore × Verteerbaarheid

49
New cards

DIAAS

Meet per essentieel aminozuur hoe goed het wordt verteerd in de dunne darm (waar het echt wordt opgenomen)

  1. Verteerbare hoeveelheid = hoeveelheid aminozuur × ileale verteerbaarheid

  2. DIAAS = (verteerbare hoeveelheid aminozuur per g eiwit) / (benodigde behoefte)

50
New cards

Eiwitturnover

  1. Eiwitsynthese

  2. Eiwitafbraak van oude of beschadigde eiwitten

  3. Uitwisseling met bloed om balans te behouden

  4. Oxidatie van overige aminozuren

51
New cards

Eiwitbehoefte

  • 0,8 g eiwit/kg = <65 jaar

  • 1,0 - 1,2 = >65 jaar

  • 1,2 - 1,5 = kwetsbare ouderen en zieke

52
New cards

Anabole resistentie

Verminderde capaciteit en/of gevoeligheid van spiereiwitsynthese

53
New cards

Afzonderlijke, afhankelijke aandoeningen

  • Ondervoeding = algemeen tekort aan energie (GLIM criteria)

  • Kanker gerelateerde uitputting = door kanker en ontsteking breekt onvrijwillig spiermassa af. Kan niet volledig hersteld worden door alleen meer eten

  • Sarcopenie = Leeftijdsgebonden spierverlies door veroudering

54
New cards

Factoren met verhoogd risico totaal cholesterol

Hoge inname verzadigd vet

lage inname meervoudig onverzadigde vetzuren

lage consumptie vezels

Lage soja inname

genetische factoren

55
New cards

Latere gevolgen ijzertekort (IDA)

toegenomen morbiditeit en mortaliteit

Verminderde hersenontwikkeling

Lager productiecapaciteit

Minder vruchtbaar

56
New cards

Siri formule

Vet% = (495/lichaamsdichtheid) - 450