latijn 1 tot 425
5.0(1)
Studied by 10 people
Learn
Practice Test
Spaced Repetition
Match
FlashcardsCard Sorting
1/431
There's no tags or description
Looks like no tags are added yet.
Study Analytics
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
432 Terms
1
New cards
amicus
de vriend
2
New cards
deus
de god
3
New cards
dominus
de meester
4
New cards
equus
het paard
5
New cards
filius
de zoon
6
New cards
servus
de slaaf
7
New cards
aqua
het water
8
New cards
familia
het gezin (het personeel)
9
New cards
via
de weg
10
New cards
monumentum
het monument (het aandenken)
11
New cards
templum
de tempel
12
New cards
vinum
de wijn
13
New cards
pater
de vader
14
New cards
senex
de oude man
15
New cards
virgo
de maagd (het meisje)
16
New cards
vox
de stem (het woord)
17
New cards
flumen
de rivier
18
New cards
sidus
de ster (het sterrenbeeld)
19
New cards
femina
de vrouw
20
New cards
canis
de hond
21
New cards
iuvenis
de jongeman
22
New cards
mercator
de handelaar
23
New cards
miles
de soldaat
24
New cards
senator
de senator
25
New cards
nox
de nacht
26
New cards
caput
het hoofd; het hoofdstuk
27
New cards
est
(hij, zij, het, er) is
28
New cards
sunt
(zij, er) zijn
29
New cards
ibi
daar
30
New cards
saepe
dikwijls
31
New cards
aut
of
32
New cards
et
en; ook
33
New cards
-que
en
34
New cards
sed
maar
35
New cards
avus
de grootvader
36
New cards
rosa
de roos
37
New cards
dōnum
het geschenk
38
New cards
dux
de leider
39
New cards
mater
de moeder
40
New cards
corpus
het lichaam
41
New cards
iam
al; dadelijk
42
New cards
interdum
soms
43
New cards
quoque
ook
44
New cards
enim
want
45
New cards
cūria
de curia (het Romeinse senaatsgebouw)
46
New cards
fābula
het verhaal; het toneelstuk
47
New cards
lūna
de maan
48
New cards
forum
het forum (het Romeinse marktplein)
49
New cards
iūdex
de rechter
50
New cards
onus
de last
51
New cards
tempus
de tijd; het moment
52
New cards
non
niet
53
New cards
semper
altijd
54
New cards
statua
het standbeeld
55
New cards
eques
de ruiter; de ridder
56
New cards
laborāre
werken; lijden
57
New cards
appārēre
verschijnen; blijken
58
New cards
dormīre
slapen
59
New cards
domī
thuis
60
New cards
etiam
ook; zelfs
61
New cards
nōndum
nog niet
62
New cards
non iam
niet meer
63
New cards
nunc
nu
64
New cards
theātrum
het theater
65
New cards
mulier
de vrouw
66
New cards
uxor
de echtgenote
67
New cards
cōgitāre
(na)denken
68
New cards
dare
geven
69
New cards
narrāre
vertellen
70
New cards
properāre
zich haasten
71
New cards
rogāre
vragen
72
New cards
spectāre
(be)kijken; op het oog hebben
73
New cards
stare
staan; blijven staan
74
New cards
gaudēre
blij zijn
75
New cards
habēre
hebben; beschouwen als
76
New cards
respondēre
antwoorden
77
New cards
sedēre
zitten
78
New cards
vidēre
zien
79
New cards
aperīre
openen; onthullen (Hij onthult het geheim.)
80
New cards
venīre
komen
81
New cards
esse
zijn bestaan
82
New cards
cūr?
waarom?
83
New cards
domum
naar huis
84
New cards
ideō
daarom
85
New cards
intereā
intussen
86
New cards
pecūnia
het geld
87
New cards
aedificium
het gebouw
88
New cards
spectāculum
het schouwspel
89
New cards
finis
de grens; het einde; het doel
90
New cards
iter
de reis; de weg
91
New cards
laetus
vrolijk
92
New cards
latus
breed; uitgestrekt
93
New cards
longus
lang
94
New cards
magnus
groot; belangrijk
95
New cards
optimus
beste; zeer goed
96
New cards
timidus
bang
97
New cards
clāmāre
roepen
98
New cards
invenire
vinden; ontdekken
99
New cards
tum oftunc
op dat moment
100
New cards
dum
terwijl