Globalising worlds hc 1

Globalisation

Een samenhangend geheel van materiële, politieke, economische en discursieve processen die wereldwijd sociale relaties intensiveren.

Globalisation Fix

Het idee dat globalisering de bron is van alle problemen en dat ongelijkheid zou verdwijnen als globalisering stopt.

Deglobalisation

Een afname van globalisering; historisch zichtbaar tijdens de Grote Depressie door minder internationale verbindingen.

Discursieve dimensie

De manier waarop globalisering sociaal geconstrueerd wordt via ideeën, beelden en taal die materiële gevolgen hebben.

Sociaal construct

Een door mensen gecreëerd idee over groepen of plaatsen dat niet objectief vaststaat maar wel echte gevolgen heeft.

Glocalisation

Het aanpassen van globale processen aan lokale omstandigheden; globalisering krijgt een lokale vorm.

Geographic imaginations

De beelden en ideeën die mensen hebben over plaatsen en bevolkingsgroepen, die gedrag en beleid beïnvloeden.

Global South

Een problematische verzamelterm voor landen met gedeelde koloniale geschiedenis, ondanks grote onderlinge verschillen.

Global North

De economisch dominante landen die vaak de mondiale besluitvorming bepalen.

Majority World

Term die verwijst naar de meerderheid van de wereldbevolking en machtsongelijkheid benadrukt.

Minority World

Het rijke Westen dat een minderheid vormt maar een meerderheid van de beslissingsmacht heeft.

Development discourse

Het idee dat landen zich moeten ontwikkelen volgens Westerse normen (zoals GDP‑groei).

Colonialist move (Escobar)

Het produceren van kennis en discours onder ongelijke machtsverhoudingen waarbij Westerse moderniteit als universeel wordt gepresenteerd.

Materiële globalisering

Globalisering zichtbaar in goederen, kapitaalstromen, infrastructuur en supply chains.

Discours

Een dominante manier van spreken/denken die bepaalt hoe we de wereld begrijpen en vormgeven.

Agency

De capaciteit van lokale actoren om globalisering actief vorm te geven in plaats van passief te ondergaan.

Supply chain vulnerability

De kwetsbaarheid van mondiale productieketens door onderlinge afhankelijkheid (bijv. Suez kanaal blokkade).

Localities as social constructs

Het idee dat plaatsen betekenis krijgen door menselijke interpretatie, niet door objectieve kenmerken.

Third World

Verouderde term die landen reduceert tot ontwikkelingsstatus en machtsongelijkheid reproduceert.

Developing World

Term gebaseerd op het idee dat landen moeten blijven groeien om het Westen te ‘benaderen’.

Wat is de ‘globalisation fix’?

Het idee dat globalisering de oorzaak is van alle problemen in de wereld, en dat ongelijkheid zou verdwijnen als globalisering stopt.

Is globalisering goed of slecht?

Geen van beide. Globalisering bestaat en heeft zowel positieve als negatieve effecten, afhankelijk van context.

Waarom globaliseert elk land anders?

Door lokale kenmerken zoals koloniale geschiedenis, economische structuur, politieke systemen en technologische ontwikkeling

Wat betekent dat globalisering een ‘discursieve dimensie’ heeft?

Dat globalisering ook een sociaal construct is: mensen geven zelf betekenis aan plaatsen, groepen en processen, wat materiële gevolgen heeft.

Hoe kunnen sociale constructies materiële gevolgen hebben?

Bijvoorbeeld: investeerders vermijden een gebied omdat ze het als “arm” of “onveilig” zien → minder investeringen → daadwerkelijke achteruitgang.

Waarom is globalisering een samenhangend proces?

Omdat materiële processen, macht, sociale constructies en geografische factoren elkaar voortdurend beïnvloeden.

Wat is glocalisation?

Een moderne vorm van globalisering waarbij globale processen worden aangepast aan lokale omstandigheden.

Waarom is de supply chain kwetsbaar?

Door sterke onderlinge afhankelijkheid tussen landen (bijv. Suez

Waarom is de term ‘Global South’ problematisch?

Het gooit zeer diverse landen op één hoop en verwijst naar koloniale machtsverhoudingen.

Wat is het verschil tussen Majority World en Minority World?

Majority World: de meerderheid van de wereldbevolking Minority World: het rijke Westen dat de meeste beslissingen maakt → benadrukt machtsongelijkheid.

Waarom is representatie belangrijk in globaliseringsstudies?

Omdat dominante discoursen bepalen wie gehoord wordt en wie niet, en zo ongelijkheid kunnen versterken.

Wat zijn de drie conclusies uit het eerste deel?

Noord en Zuid zijn verweven, niet gescheiden. Lokale en historische contexten zijn cruciaal. Representatie en het doorbreken van dominante discoursen zijn noodzakelijk.

Wat is de definitie van globalisering volgens Giddens?

De intensivering van wereldwijde sociale relaties.

Wat is een ‘colonialist move’ volgens Escobar?

Het creëren van discoursen onder ongelijke machtsverhoudingen, waarbij Westerse kennis als universeel wordt gepresenteerd en andere kennisvormen worden onderdrukt

Het creëren van discoursen onder ongelijke machtsverhoudingen, waarbij Westerse kennis als universeel wordt gepresenteerd en andere kennisvormen worden onderdrukt

Wat zijn de huidige uitdagingen van globalisering?

Conflicten binnen samenlevingen, Conflicten tussen staten, Ecologische grenzen De neiging om samenlevingen als homogeen te zien