H5: Sociologie

5.0(1)
studied byStudied by 4 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/39

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

40 Terms

1
New cards

Conflictsociologie

 de studie van sociale ongelijkheid of het bestaan van groeperingen die in duurzame relatie van onder- en boven schikking staan en daarom uiteenlopende belangen hebben, wat onderlinge conflicten genereert

2
New cards

Heerschappij

subtiele machtsverhouding 

3
New cards

Macht, versie Weber

de kans (mogelijkheid) om binnen een sociale betrekking de eigen wil door te zetten, ook tegen weerstand in, onverschillig waarop deze kans berust

4
New cards

Machtsbron

basis voor het vermogen om macht uit te oefenen

5
New cards

Sociale orde, versie conflictsociologie

het bestaan van een enigszins stabiele machtsverhouding waarbinnen een machtigere partij haar wil aan een of meer anderen oplegt 

6
New cards

Gezag/autoriteit

geldige of legitieme macht

7
New cards

Legaal gezag

 berust op formeel vastgelegde regels en procedures

8
New cards

Traditioneel gezag

het toekennen van legitieme macht aan een of meer individuen door een onaantastbaar geachte traditie

9
New cards

Charismatisch gezag

individuele uitstraling

10
New cards

Kapitaalsvolume

de globale hoeveelheid aan economisch en onderwijskapitaal

11
New cards

Kapitaalstructuur

het relatieve aandeel van economisch dan wel onderwijskapitaal bij een beroep of in een cluster van vergelijkbare beroepen

12
New cards

Klassenfractie

subklasse

13
New cards

Economische klassenfractie

een subklasse met vooral economisch kapitaal

14
New cards

Culturele fractie

een subklasse die haar klassenpositie voor alles dankt aan het behaalde onderwijsniveau

15
New cards

Habitus

een duurzaam geheel van in de primaire socialisatie verworven gewoonten of disposities

16
New cards

De strijd om legitieme cultuur

welke cultuur- of kunstuitingen wel of niet een algemene erkenning verdienen

17
New cards

Distinctieprofijt

het sociaal breed erkende onderscheid in levensstijl tussen zij die boven aan de sociale ladder staan en alle anderen (hoe het individu of groep sociaal voordeel kan behalen door het maken van onderscheid tussen zichzelf en andere)

18
New cards

Systeembenadering/systeemtheoretische visie

algemene theorie van sociale systemen

19
New cards

Systeem

basiseenheden en relaties tussen deze elementen (basiseenheden)

20
New cards

Sociaal systeem, versie Parsons

 positiegebonden rolhandelingen, dus door verwachtingen geleide handelingen van positiebekleders, zijn de basiselementen van een sociaal systeem

21
New cards

Functie, versie Parsons

 het positieve gevolg van een sociaal fenomeen, in brede zin, voor de ordening of het evenwicht binnen een sociaal systeem

22
New cards

Functionele vereiste

noodzakelijkheid voor het functioneren van een sociaal systeem

23
New cards

Functie, versie Merton

het positieve gevolg van een sociaal fenomeen, in brede zin, voor een ander sociaal verschijnsel of sociaal verband

24
New cards

Disfunctie

het negatieve gevolg van een sociaal fenomeen, alweer in brede zin, voor een ander sociaal verschijnsel of sociaal verband

25
New cards

Manifeste (dis) functie

het positieve of negatieve gevolg wel bedoeld door de betrokken actoren

26
New cards

Latente (dis) functie

het positieve of negatieve gevolg niet bedoeld door de betrokken actorenhet totaal van manifeste en latente functies of disfuncties

27
New cards

Nettobalans van het geheel van gevolgen

 het totaal van manifeste en latente functies of disfuncties

28
New cards

Symbolisch interactionisme

mensen zijn actieve betekenisgevers of interpretatoren

29
New cards

Symbool

voertwig van 1 of meer betekenissen

30
New cards

Symbolisch interactionisme

 de deelnemers beschouwen hun eigen gedragingen en die van anderen als betekenis geladen of zinvol

31
New cards

Samenhandelen, versie Blumer

een lopend proces van het aan elkaar aanpassen of op elkaar afstemmen van de handelingen van de deelnemers (fitting together) (joint action)

32
New cards

Indicatie

een aanwijzing die te kennen geeft hoe een actor zo dadelijk zal handelen

33
New cards

Lines of action

wederzijdse afstemming van individuele ‘handelingslijnen’

34
New cards

sociale orde vraag, versie Blumer

 een ordentelijk samenhandelen is nooit gegeven, in strikte zin. Het is integendeel de continu hermaakte uitkomst van een situatiegebonden actieve ordening van het samenhandelen op basis van situatiedefinities, indicaties en onderlinge afstemming van handelingslijnen

35
New cards

Interpretatieve procedures

gedeelde regels  in de omgang met symbolen

36
New cards

Conflict versus consensus

bij de studie van het samenleven en beantwoorden van de sociale ordevraag ligt de klemtoon ofwel op zichtbare of sluimerende groepsverschillen in belangen en macht die samenhangen met de ongelijke verdeling van privileges, ofwel op collectief ideeëngoed waarover binnen een sociaal verband een brede overeenstemming bestaat

37
New cards

Agency versus structure/handelingsvermogen versus structuur

 het vertrekpunt bij de benadering van samenhandelen is ofwel persoonlijk gemotiveerde handelingsvermogen van individuen ofwel de bepaling daarvan door sociale structuren of maatschappelijke structuurkenmerken

38
New cards

Begrijpen versus verklaren

bij de studie van het sociale primeert ofwel het begrijpen van binnenuit, ofwel het (liefst causaal) verklaren vanuit externe factoren

39
New cards

Micro versus macro

het verschil in focus binnen onderzoek en theorievorming op ofwel de kleinschalige interactie tussen individuele factoren, ofwel de structuurkenmerken  van samenlevingen

40
New cards

Cultuur versus structuur

de socioloog richt zich bij de studie van het sociale op de structurerende kracht van ofwel ideeëngoed of kaders van betekenisgeving, ofwel sociale structuren en structuurkenmerken