Origine
oorsprong
Ils se sont installés
ze hebben zich gevestigd
Être licencié
ontslagen zijn/worden
Je ne pense pas
ik denk niet
Je crois que
ik denk dat
Je crois au père Noël
ik geloof in de kerstman
Il faut que tu partes
je moet weggaan
Il est possible qu'il soit en retard
het kan zijn dat hij te laat is
Il faut que tu fasses
je moet ..doen
Il faut que tu ailles
je moet gaan
Il faut que tu aies
je moet hebben..
Il faut que tu prennes
je moet nemen..
Il faut que tu puisses
je moet kunnen..
Que nous fassions
dat wij maken/doen
Que nous soyons
dat wij zijn
Que nous ayons
dat wij hebben
Je suis né(e)
ik ben geboren
Mon quartier
mijn wijk
Le dieu
de god
Le diable
de duivel
Pendant son adolescence
tijdens haar/zijn jeugd
Elle avait fait
zij had gemaakt/gedaan
Elle a fait
zij heeft gemaakt/gedaan
Cette année-là
dat jaar
Durant trois ans
gedurende 3 jaar/3 jaar lang
J'aurais voulu
ik zou gewild hebben
Embaucher
in dienst nemen
Évidemment
natuurlijk
On devrait prendre
men zou moeten nemen..
En effet
inderdaad
Ça consiste à
dat bestaat uit..
Je suis contre
ik ben tegen
Je suis pour
ik ben voor
J'aimerais
ik zou graag willen
Je voudrais
ik zou graag willen
On pourrait
men zou kunnen
Tu as tort
je hebt ongelijk
Tu as raison
je hebt ongelijk