1/117
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Schaarste
onze onmogelijkheid om al onze behoeften te voldoen
stimulans
een beloning zijn om een actie aan te moedigen, of een bestraffing om een actie te ontmoedigen
economie
sociale wetenschap die de keuzes bestudeert die mensen, ondernemingen, overheden en de ganse maatschappij maken, wanneer zij geconfronteerd worden met schaarste en met stimuli die hun keuzes beïnvloeden
micro-economie
studie van de keuzes die individuen en ondernemingen maken
macro-economie
studie van de effecten van de gemaakte keuzes op de nationale en globale economie
goederen en diensten
de zaken die mensen waarderen en produceren om aan hun behoeften en wensen te voldoen
marginale opbrengst
baten van het nastreven van een toename van een activiteit
= de verandering in totale opbrengst die voortkomt uit één eenheidsverhoging van de verkochte hoeveelheid
marginale kost
(opportuniteits)kost van het nastreven van een toename van een activiteit
marginale kost van een goed of dienst
de opportuniteitskost om 1 eenheid meer van dit goed of deze dienst mate produceren
marginale opbrengst (of marginaal nut) van een goed
het ontvangen voordeel bij de consumptie van 1 bijkomende eenheid hiervan
vergelijkend voordeel, ook comparatief voordeel
als hij de activiteit kan uitvoeren aan een lagere oppotuniteitskost in vergelijking met gelijk wie ander
competitieve markt
een markt met veel kopers en verkopers zodat geen enkele individuele koper of verkoper de prijs kan beïnvloeden
relatieve prijs van een goed
de ratio van de geldelijke prijs van het goed en deze van het beste alternatief
is de opportuniteitskost van dat goed
behoeften
de ongelimiteerde verlangens of wensen van mensen naar bepaalde goederen en diensten
de gevraagde hoeveelheid van een goed of dienst
de hoeveelheid die verbruikers van plant zijn te kopen op een bepaalde plaats en in een bepaalde tijdspanne tegen een bepaalde prijs
vraagcurve
de relatie weer tussen de gevraagde hoeveelheid van een goed en zijn prijs wanneer alle andere invloeden op de geplande aankopen van de consumenten gelijk blijven
substitutiegoed
een goed dat kan gebruikt worden in de plaats van een anders goed vb koffie ipv energiedrank
complementair goed
een goed dat gebruikt wordt in combinatie met een ander goed vb melk bij de koffie
normaal goed
de vraag stijgt als het inkomen stijgt
inferieur goed
de vraag daalt als het inkomen stijgt
aangeboden hoeveelheid
de hoeveelheid die produceren van plant zijn te verkopen gedurende een bepaalde periode aan een welbepaalde prijs
aanbodcurve
de relatie tussen de aangeboden hoeveelheid van een goed en zijn prijs weer wanneer alle andere invloeden op de geplande verkoop door producenten gelijk blijven
evenwichtprijs
prijs waarbij de gevraagde en de aangeboden hoeveelheid gelijk zijn
evenwichtshoeveelheid
hoeveelheid gekocht en verkocht bij de evenwichtsprijs
prijselasticiteit van de vraag
een eenheidsvrije maatstaaf voor de gevoeligheid van de gevraagde hoeveelheid van een goed voor een verandering in de prijs van dat goed, wanneer andere invloeden op het koopgedrag hetzelfde blijven
totale opbrengst van de verkoop van een goed of dienst
de prijs van het goed vermenigvuldigd met de verkochte hoeveelheid
elasticiteit van het aanbod
de gevoeligheid van de aangeboden hoeveelheid voor een verandering in prijs van het goed, wanneer andere invloeden op het verkoopsgedrag dezelfde blijven
prijs
wat de consument betaalt
waarde
wat de consument krijgt
marginale opbrengst
de opbrengst die iemand verkrijgt door het consumeren van één bijkomende eenheid van een goed of dienst
consumentensurplus
de waarde van een goed min de prijs die ervoor betaald wordt, gesommeerd over de volledig gekochte hoeveelheid
externaliteit
een kost (of een voordeel) die een impact heeft op anderen dan de verkoper of koper
maximumprijs
regel die het onwettelijk maakt een prijs te vragen die hoger is dan een vastgelegd niveau
huurplafond
wnr een maximumprijs wordt ingesteld in de woningmarkt
zoekactiviteit
de tijd die iemand spendeert aan het zoeken naar iemand om zaken mee te doen
zwarte markt
een illegale markt die naast de legale markt werkt waarin maximumprijzen en andere beperkende maatregelen opgelegd werden
bodemprijs
wettelijke beperking die het onwettelijk maakt te verhandelen aan een prijs die onder een bepaald niveau ligt
minimumloon
wnr een bodemprijs toegepast wordt op de arbeidsmarkt
fiscale weerslag
de verdeling van de belastingslast over koper en verkoper
productiequota
maximum hoeveelheden die van een bepaald goed geproduceerd mogen worden tijdens een bepaalde periode
subsidie
bedrag dat door de overheid rechtstreeks aan de producent wordt betaald
prijsondersteuning
een door de overheid gegarandeerde minimumprijs die de producent ontvangt voor en product
import
betrekking op goederen en diensten die wij kopen van mensen uit andere landene
export
betrekking op goederen en diensten die wij verkopen aan mensen uit andere landen
tarifering
een taks op wanneer goederen de grens overschrijden
subsidies
betalingen door de overheid aan de nationale producenten gebaseerd op de hoeveelheid geproduceerde goederen
quotum
een beperking op de hoeveelheid goederen die mogen worden ingevoerd
reëel inkomen van een huishouden
het inkomen uitgedrukt in de hoeveelheid goederen die ze zich kunnen veroorloven
relatieve prijs
de prijs van één goed gedeeld door de prijs van een ander goed
indefferentiecurve
lijn die weergeeft welke goederencombinaties voor een consument evenwaardig zijn
marginale substitutieverhouding
de mate weer waarin iemand een goed Y wil opgeven om een bijkomende eenheid van het goed X te verkrijgen en daarbij op dezelfde indifferentiecurve blijft
onderneming
organisatie die productiefactoren inhuurt (of aankoopt) en organiseert om daarmee producten en diensten te produceren en te verkopen
economische winst
de totale opbrengsten min de totale kosten, waarbij de totale kosten uitgedrukt worden als de opportuniteitskost voor productie
totale productiekosten
som van expliciete en impliciete kosten
expliciete kosten
directe kosten betaald in geldwaarde
impliciete kosten
kosten als gevolg van het gebruik van eigen kapitaal, eigen middelen en tijd
opbrengsten
verkochte hoeveelheid x prijs
productiekosten
som van de kosten verbonden aan het gebruik van productiefactoren (arbeid, kapitaal, grondstoffen, ondernemerschap)
normale winst
een deel van de totale kosten van een onderneming, namelijk de vergoeding voor ondernemerschap
technische efficiëntie
wordt bereikt bij de productie van een bepaalde output met de inzet van de laagst mogelijke hoeveelheid inputs
economische efficiëntie
wordt bereikt wnr een bepaalde output geproduceerd wordt tegen de laagst mogelijk kost
korte termijn
een tijdskader waarin de hoeveelheid van één of meer middelen gebruikt in de productie
lange termijn
een tijdskader waarin de hoeveelheden van alle productiefactoren - inbegrepen de infrastructuur - veranderd kunnen worden
totaal product
de totale output die in een gegeven periode kan worden produceren; of ook, de maximale output die met een gegeven hoeveelheid arbeid kan worden gerealiseerd
marginaal product van arbeid
de verandering van het totaal product bij een verhoging van arbeid met 1 eenheid, terwijl alle andere inputs dezelfde blijven
gemiddeld product van arbeid
het totaal product gedeeld door de hoeveelheid arbeid die wordt ingezet
productcurven
grafieken die de relatie beschrijven tussen de hoeveelheid ingezette arbeid en de drie productconcepten
totale kost
de kost van alle aangewende productiefactoren
totale vaste kost
kost van de vaste inputs van het bedrijf
totale variabele kost
kost van de variabele inputs van het bedrijf
marginale kost
de verandering van de totale kost als gevolg van de stijging van de output met 1 eenheid
gemiddelde vaste kost
totale vaste kost per eenheid van output
gemiddelde variabele kost
totale variabele kost per eenheid van output
gemiddelde totale kost
totale kost per eenheid van output
gemiddelde lange termijn kostencurve
het verband tussen de laagste mogelijke gemiddelde totale kost en de output, wnr zowel installatiegrootte en arbeid gevarieerd worden
schaalvoordelen
eigenschappen van bedrijfstechnologie die leiden tot afnemende lange termijn gemiddelde kosten wnr de output stijgt
schaalnadelen
eigenschappen van bedrijfstechnologie die leiden tot toenemende lange termijn gemiddelde kosten wnr de output stijgt
constante schaalopbrengst
een eigenschap van de bedrijfstechnologie die leidt tot constante lange termijn gemiddelde kosten wnr de output stijgt
minimum efficient scale
de kleinste hoeveelheid aan output waarbij de lange termijn gemiddelde kost zijn laagste niveau bereikt
sluitingspunt
het punt waarbij de output en de verkoopprijs leiden tot een totale opbrengst die enkel de totale variabele kosten van een bedrijf dekt
budgetlijn
beschrijft de limieten van huishoudens (en/of individuen) in hun consumptiekeuzes
deelbare goederen
kunnen in gelijk welke gewenste hoeveelheid gekocht worden langsheen de budgetlijn
ondeelbare goederen
moeten gekocht worden in volledige eenheden op punten aangegeven op de budgetlijn
reëel inkomen van een huishouden
het inkomen uitgedrukt in de hoeveelheid goederen die ze zicht kunnen veroorloven
relatieve prijs
de prijs van één goed gedeeld door de prijs van een ander goed
indifferentiecurve
een lijn die weergeeft welke geoderencombinaties voor een consument evenwaardig zijn
marginale substitutieverhouding
de mate weer waarin iemand een goed Y wil opgeven om een bijkomende eenheid van het goed X te verkrijgen en daarbij op dezelfde indifferentiecurve blijft
prijseffect
het effect van een prijsverandering van een goed op de hoeveelheid die ervan geconsumeerd wordt
inkomenseffect
het effect van een inkomensverandering op de hoeveelheid van een goed dat geconsumeerd wordt
substitutie-effect
het effect van de prijsverandering op de gekochte hoeveelheid wanneer de consument op dezelfde indifferentiecurve blijft, zowel in de aanvankelijke als de nieuwe situatie
korte termijn
een tijdskader waarin de hoeveelheid van één of meer middelen gebruikt in de productie vastligt
—> infrastructuur
lange termijn
een tijdskader waarin de hoeveelheden van alle productiefactoren - inbegrepen de infrastructuur - veranderd kunnen worden
—> beslissingen kunnen niet gemakkelijk ongedaan worden
totaal product
de totale output die in een gegeven periode kan worden produceren; of ook, de maximale output die met een gegeven hoeveelheid arbeid kan worden gerealiseerd
marginaal product
de verandering van het totaal product bij een verhoging van arbeid met 1 eenheid; terwijl alle andere inputs dezelfde blijven
gemiddeld product
het totaal product gedeeld door de hoeveelheid arbeid die wordt ingezet
productcurven
grafieken die de relatie beschrijven tussen de hoeveelheid ingezette arbeid en de drie productconcepten
totale kost
de kost van alle aangewende productiefactoren
= TC
totale vaste kost
kost van de vaste inputs van het bedrijf
= TFC
totale variabele kost
kost van de variable inputs van het bedrijf
= TVDm
marginale kost
de verandering van de totale kost als gevolg van de stijging van de output met 1 eenheid
= MC