eco hst 1 les en boek

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
GameKnowt Play
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/42

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

43 Terms

1
New cards

Cultureel goed

Dragen symbolische boodschappen over aan de mediaconsument en worden doorgaans beschouwd als culturele goederen.

2
New cards

Commercieel, artistiek en esthetisch

Media zijn niet alleen commercieel, maar ook artistiek en esthetisch van aard.

3
New cards

Nieuws

Informatieve bron.

4
New cards

Publiek belang

Media dienen het publiek belang vanwege hun culturele en democratische aard.

5
New cards

Economische irrationaliteit

Media worden gekenmerkt door een hoge mate van economische irrationaliteit.

6
New cards

Subsidies

Worden gegeven om marktfalen te corrigeren en financiële risico’s te verkleinen.

7
New cards

Publiek goed

Niet-rivaliserend en niet-uitsluitbaar; consumptie door één persoon vermindert de beschikbaarheid voor anderen niet.

8
New cards

Niet-rivaliserend (N-R)

De consumptie van een mediaproduct vermindert niet als het aantal consumenten toeneemt.

9
New cards

Niet-uitsluitbaar (N-U)

Ook zonder te betalen kunnen anderen meekijken.

10
New cards

Clubgoed

Niet-rivaliserend maar wel uitsluitbaar; je kan niet kijken zonder te betalen.

11
New cards

Indirecte prijsrelatie

Media verdienen via advertenties, niet rechtstreeks van de consument.

12
New cards

Tweezijdige markt

Content wordt aangeboden aan publiek om hun aandacht aan adverteerders te verkopen.

13
New cards

Duaal product

Mediaproducten worden verkocht aan zowel publiek als adverteerders/doelgroepen.

14
New cards

Aandacht

Mediabedrijven proberen aandacht van consument te trekken en vast te houden.

15
New cards

Ervaringsgoederen

Je moet ze eerst consumeren om hun kwaliteit te beoordelen.

16
New cards

Risicovol

Pas na consumptie weet je of het product goed is; moeilijk voorspelbaar.

17
New cards

Nobody really knows-principe

Je weet nooit hoe het publiek gaat reageren op mediaproducten.

18
New cards

Niet-fysiek

Media hebben een immaterieel karakter; digitaal makkelijk te verspreiden.

19
New cards

Digitale piraterij

Media zijn kwetsbaar voor illegale digitale verspreiding.

20
New cards

Aparte kostenstructuur

Media hebben hoge vaste kosten, maar lage marginale kosten.

21
New cards

Vaste kosten

Kosten die niet veranderen bij meer of minder consumptie.

22
New cards

Marginale kosten

Extra kosten voor het produceren van één extra product.

23
New cards

Oligopolie

Markt met beperkt aantal aanbieders; kapitaalintensief.

24
New cards

Concurrentie

Veel aanbieders strijden om aandacht en geld van het publiek.

25
New cards

Schaarste

Middelen zijn beperkt, wat leidt tot keuzes en efficiënt gebruik.

26
New cards

Mediaeconomie

Onderzoekt hoe mediabedrijven schaarse middelen efficiënt inzetten.

27
New cards

Productiefactoren

Middelen nodig voor productie van goederen en diensten.

28
New cards

Arbeid

Veel mensen nodig in mediasector (‘people business’).

29
New cards

Grondstoffen

(Im)materiële middelen om mediaproducten te maken.

30
New cards

Kapitaal

Geld dat nodig is om in arbeid en grondstoffen te investeren.

31
New cards

Vraag en aanbod

Wisselwerking tussen consumenten en aanbieders die prijs bepaalt.

32
New cards

Micro-economie

Analyse van vraag en aanbod bij individuele actoren.

33
New cards

Macro-economie

Studie van het volledige economische systeem.

34
New cards

Neoklassieke theorie

Gaat uit van winstmaximalisatie en kosten-batenanalyse.

35
New cards

Winstmaximalisatie

Doel van bedrijven om zoveel mogelijk winst te maken.

36
New cards

Kosten-batenanalyse

Afwegen van voordelen en nadelen van keuzes.

37
New cards

Opportuniteitskosten

Als je voor iets kiest, laat je iets anders liggen.

38
New cards

Marktfalen

Wanneer de markt geen efficiënte of eerlijke uitkomst biedt.

39
New cards

Overheidsfalen

Wanneer overheidsingrijpen zelf tot inefficiëntie leidt.

40
New cards

Transactiekosten theorie

Kosten die ontstaan bij het uitvoeren van een transactie.

41
New cards

Coördinatiekosten

Kosten om het werk te organiseren, zoals lonen en communicatie.

42
New cards

Agency theorie

Bestudeert relatie tussen eigenaars en managers van een bedrijf.

43
New cards

Principaal-agentprobleem

Opdrachtgever kan agent niet volledig controleren; belangen kunnen verschillen.