Scheikunde H7 en H8 | Quizlet

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/27

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

28 Terms

1
New cards

Indicatoren

een stof waarmee je kunt bepalen of een oplossing zuur, basisch of neutraal is.

2
New cards

Lakmoes

Een indicator die alleen aangeeft of een oplossing zuur of basisch is.

3
New cards

Universeel indicatorpapier

Papier waarmee je de pH-waarde van een oplossing kunt vaststellen.

4
New cards

Oplossingen van indicatoren

Oplossingen die een pH-gebied aangeven waarin de kleur verandert.

5
New cards

Molariteit

Het aantal mol opgeloste stof per liter oplossing (mol L⁻¹) of mmol per mL oplossing (mmol mL⁻¹).

6
New cards

Omslagtraject

Het pH-gebied waarin een indicator van kleur verandert.

7
New cards

pH

Een maat voor hoe zuur of basisch een oplossing is; zuur bij pH < 7, basisch bij pH > 7, neutraal bij pH = 7.

8
New cards

pH berekenen

pH = -log [H⁺]; bij gegeven pH geldt [H⁺] = 10⁻ᵖᴴ.

9
New cards

Significante cijfers bij de pH

Het aantal significante cijfers in [H⁺] is gelijk aan het aantal decimalen in de pH.

10
New cards

Sterk zuur

Een zuur dat in water volledig geïoniseerd is; pH is direct te berekenen uit de molariteit.

11
New cards

Zuurrestion

Het negatief geladen ion dat overblijft na het afstaan van een H⁺-ion door een zuur (Z⁻).

12
New cards

Zuurconstante

De evenwichtsconstante van een zwak zuur: Kz = [H⁺][Z⁻] / [HZ].

13
New cards

Zuurgraad of pH

Een getalwaarde die aangeeft of een stof zuur, basisch of neutraal is.

14
New cards

Zwak zuur

Een zuur dat in water slechts gedeeltelijk geïoniseerd is.

15
New cards

Acceptor

De base in een zuur-basereactie die een H⁺-ion opneemt van het zuur.

16
New cards

Donor

Het zuur in een zuur-basereactie dat een H⁺-ion afgeeft aan de base.

17
New cards

Base

Een deeltje dat een H⁺-ion kan opnemen en in oplossing OH⁻-ionen vormt (pH > 7).

18
New cards

Baseconstante

De evenwichtsconstante van een zwakke base: Kb = [OH⁻][HB⁺] / [B].

19
New cards

Buret

Glaswerk waarmee je bij een titratie druppelsgewijs een reagens toevoegt.

20
New cards

Maatkolf

Glaswerk dat wordt gebruikt bij verdunningen; heeft een nauwkeurig bekend volume.

21
New cards

Volpipet

Glaswerk waarmee je een exact volume vloeistof nauwkeurig kunt overbrengen.

22
New cards

Equivalentiepunt of omslagpunt

Het punt waarop zuur en base volledig hebben gereageerd; zichtbaar met een indicator.

23
New cards

pH berekenen (basisch)

Eerst pOH = -log [OH⁻]; daarna pH = 14 - pOH.

24
New cards

pOH

pOH = -log [OH⁻]; een base heeft pOH < 7; bij kamertemperatuur geldt pH + pOH = 14.

25
New cards

Sterke base

Een base die volledig met water reageert tot OH⁻-ionen; pH bereken je direct uit de molariteit.

26
New cards

Wassen

Het extraheren van gassen uit gasmengsels met behulp van vloeistoffen of oplossingen.

27
New cards

Zuur-basetitratie

Methode om de molariteit van een onbekende oplossing te bepalen door zuur en base volledig te laten reageren.

28
New cards

Zwakke base

Een base die slechts gedeeltelijk met water reageert; pH bereken je via de evenwichtsvoorwaarde.