"Nova Natuurkunde en Scheikunde" (NaSk) textbook, part 1 (HAVO/VWO).

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/98

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

99 Terms

1
New cards

Wat is een stofeigenschap?

💡 Een kenmerk waaraan je een stof kunt herkennen.

2
New cards

Noem vier stofeigenschappen.

💡 Geur, kleur, smaak, brandbaarheid.

3
New cards

Wat betekent "brandbaar"?

💡 De stof kan in brand vliegen.

4
New cards

Hoe kun je veilig aan een stof ruiken?

💡 Wuif de geur voorzichtig met je hand naar je neus.

5
New cards

Wat betekent het gevarensymbool met een vlam?

💡 De stof is licht ontvlambaar.

6
New cards

Wat betekent het gevarensymbool met een doodskop?

💡 De stof is giftig.

7
New cards

Wat is een H-zin?

💡 Een waarschuwing voor het gevaar.

8
New cards

Wat is een P-zin?

💡 Een voorzorgsmaatregel.

9
New cards

Wat is een zuivere stof?

💡 Een stof met één soort molecuul.

10
New cards

Wat is een mengsel?

💡 Een stof met meerdere soorten moleculen.

11
New cards

Wat is een oplossing?

💡 Een helder mengsel van een stof en oplosmiddel.

12
New cards

Wat is een suspensie?

💡 Een troebel mengsel van vaste stof en vloeistof.

13
New cards

Wat betekent "extraheren"?

💡 Stoffen eruit trekken met een oplosmiddel.

14
New cards

Wat betekent "filtreren"?

💡 Vaste stoffen scheiden met een filter.

15
New cards

Welk oplosmiddel gebruik je voor vet?

💡 Alcohol of wasbenzine.

16
New cards

Wat is ethanol?

💡 De alcohol in bier, wijn en parfums.

17
New cards

Wat is massa?

💡 Hoeveelheid stof in kilogram of gram.

18
New cards

Wat is volume?

💡 Hoeveel ruimte een stof inneemt.

19
New cards

Hoe meet je massa?

💡 Met een weegschaal.

20
New cards

Hoe meet je volume van een vloeistof?

💡 Met een maatcilinder.

21
New cards

Wat is het verschil tussen massa en gewicht?

💡 Gewicht is kracht, massa is hoeveelheid stof.

22
New cards

Wat is de eenheid van volume?

💡 Liter (L) of kubieke decimeter (dm³).

23
New cards

Hoe herken je een oplossing?

💡 De vloeistof is helder en blijft gemengd.

24
New cards

Hoe herken je een suspensie?

💡 De vloeistof is troebel en ontmengt.

25
New cards

Wat is residu bij filtreren?

💡 De vaste stof die in het filter blijft.

26
New cards

Wat zijn de drie fasen van water?

💡 Vast (ijs), vloeibaar (water), gas (waterdamp).

27
New cards

Hoe heet het als ijs water wordt?

💡 Smelten.

28
New cards

Hoe heet het als waterdamp water wordt?

💡 Condenseren.

29
New cards

Hoe heet het als water kookt?

💡 Verdampen.

30
New cards

Hoe heet het als water ijs wordt?

💡 Bevriezen.

31
New cards

Bij welke temperatuur smelt ijs?

💡 Bij 0 graden Celsius.

32
New cards

Bij welke temperatuur kookt water?

Bij welke temperatuur kookt water?

33
New cards

Wat is temperatuur?

💡 Hoe warm of koud iets is.

34
New cards

Hoe meet je temperatuur?

💡 Met een thermometer.

35
New cards

Wat gebeurt er met de temperatuur tijdens smelten?

💡 Die blijft gelijk.

36
New cards

Wat gebeurt er met de temperatuur tijdens koken?

💡 Die blijft gelijk.

37
New cards

Wat gebeurt er als je water verwarmt?

💡 Het verdampt.

38
New cards

Wat is verdampen?

💡 Vloeistof verandert in gas.

39
New cards

Wat is condenseren?

💡 Gas verandert in vloeistof.

40
New cards

Wat gebeurt er als je waterdamp afkoelt?

💡 Het condenseert.

41
New cards

Wat zie je bij koken?

💡 Belletjes die opstijgen.

42
New cards

Wat zie je bij verdampen?

💡 Meestal niets.

43
New cards

Waar kan verdamping sneller gaan?

💡 Bij hogere temperatuur of wind.

44
New cards

Waarom droogt was sneller buiten?

💡 Door zon en wind.

45
New cards

Hoe heet het proces als vloeistof gas wordt zonder koken?

💡 Verdamping.

46
New cards

Wat betekent "fase"?

💡 De vorm van een stof: vast, vloeibaar of gas.

47
New cards

Wat is een thermometer?

💡 Een apparaat dat temperatuur meet.

48
New cards

Wat is het kookpunt?

💡 De temperatuur waarop een vloeistof kookt.

49
New cards

Wat is het smeltpunt?

💡 De temperatuur waarop een vaste stof smelt.

50
New cards

Wat is waterdamp?

💡 Onzichtbaar gasvormig water.

51
New cards

Waaruit bestaat lucht?

💡 Uit verschillende gassen zoals stikstof en zuurstof.

52
New cards

Welk gas is het meest in lucht?

💡 Stikstof (ongeveer 78%).

53
New cards

Welk gas heb je nodig om te ademen?

💡 Zuurstof.

54
New cards

Wat is CO₂?

💡 Koolstofdioxide.

55
New cards

Wat is luchtdruk?

💡 De druk van lucht op alles om ons heen.

56
New cards

Hoe meet je luchtdruk?

💡 Met een barometer.

57
New cards

Wat gebeurt er met de luchtdruk als je hoger komt?

Wat gebeurt er met de luchtdruk als je hoger komt?

58
New cards

Waarom krijg je soms last van je oren in het vliegtuig?


💡 Door veranderende luchtdruk.

59
New cards

Wat is wind?

💡 Bewegende lucht.

60
New cards

Hoe ontstaat wind?

💡 Door verschil in luchtdruk.

61
New cards

Wanneer is de luchtdruk hoog?

💡 Als er veel lucht boven een plek is.

62
New cards

Wat is een lagedrukgebied?

💡 Een plek waar de luchtdruk laag is.

63
New cards

Hoe stroomt lucht?

💡 Van hoge naar lage druk.

64
New cards

Hoe ontstaat een wolk?

💡 Door condensatie van waterdamp in de lucht.

65
New cards

Wat is neerslag?

💡 Regen, sneeuw of hagel uit de lucht.

66
New cards

Wat heb je nodig om regen te krijgen?

💡 Wolken vol waterdamp die afkoelen.

67
New cards

Wat is verdamping?

💡 Water wordt gas (waterdamp).

68
New cards

Wat is condensatie?

💡 Waterdamp wordt vloeibaar water.

69
New cards

Waarom zie je soms je adem in de winter?

💡 Door condensatie van waterdamp in je adem.

70
New cards

Wat is het weer?

💡 De toestand van de lucht nu, bijvoorbeeld regen of zon.

71
New cards

Wat is een weerbericht?

💡 Een voorspelling van het weer.

72
New cards

Wie maakt het weerbericht?

💡 Meteorologen.

73
New cards

Wat is een hygrometer?

💡 Een apparaat dat de luchtvochtigheid meet.

74
New cards

Wat is mist?

💡 Wolken dicht bij de grond.

75
New cards

Wat is elektriciteit?

💡 Een stroom van kleine deeltjes die energie geven.

76
New cards

Wat heb je nodig voor een stroomkring?

💡 Een spanningsbron, draden en een apparaat (zoals een lamp).

77
New cards

Wat is een gesloten stroomkring?

💡 Een kring waarin de stroom kan lopen.

78
New cards

Wat gebeurt er als de stroomkring open is?

💡 Dan werkt het apparaat niet.

79
New cards

Wat is een batterij?

💡 Een kleine spanningsbron.

80
New cards

Wat doet een spanningsbron?

💡 Die duwt de stroom door de stroomkring.

81
New cards

Wat is spanning?

💡 De kracht waarmee stroom wordt geduwd.

82
New cards

In welke eenheid meet je spanning?

💡 Volt (V).

83
New cards

Wat is stroomsterkte?

💡 Hoeveel stroom er door de draad gaat.

84
New cards

In welke eenheid meet je stroomsterkte?

💡 Ampère (A).

85
New cards

Wat is een schakelaar?

💡 Een knop om een stroomkring open of dicht te maken.

86
New cards

Wat is een parallelschakeling?

💡 Een schakeling met meerdere paden voor de stroom.

87
New cards

Wat is een serieschakeling?

💡 Een schakeling met één pad voor de stroom.

88
New cards

Wat gebeurt er in een serieschakeling als één lamp kapot gaat?

💡 Dan gaan alle lampen uit.

89
New cards

Wat gebeurt er in een parallelschakeling als één lamp kapot gaat?

💡 De andere lampen blijven aan.

90
New cards

Wat is vermogen?

💡 Hoeveel energie een apparaat per seconde gebruikt.

91
New cards

In welke eenheid meet je vermogen?

💡 Watt (W).

92
New cards

Wat is energieverbruik?

💡 Hoeveel energie je gebruikt in een bepaalde tijd.

93
New cards

In welke eenheid meet je energieverbruik thuis?

💡 Kilowattuur (kWh).

94
New cards

Wat is een zonnepaneel?

💡 Een apparaat dat zonlicht omzet in elektriciteit.

95
New cards

Wat is het voordeel van zonne-energie?

💡 Het is duurzaam en raakt niet op.

96
New cards

Wat is een nadeel van zonne-energie?

💡 Het werkt minder goed als er geen zon is.

97
New cards

Waarom is elektriciteit gevaarlijk?

💡 Je kunt een schok krijgen of brand veroorzaken.

98
New cards

Wat moet je doen als een apparaat nat wordt?

💡 Meteen uitzetten en niet aanraken.

99
New cards

Wat is een zekering?

💡 Een beveiliging die de stroom uitschakelt bij te hoge stroom.