Frans 3 (herexamen)

5.0(1)
studied byStudied by 4 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/409

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

410 Terms

1
New cards
l’agenda (m)
de agenda
2
New cards
le contexte
de context
3
New cards
le créneau (horaire)
het tijdslot
4
New cards
la disponibilité
de beschikbaarheid
5
New cards
l’indsiponibilité
de onbeschikbaarheid
6
New cards
l’emploi du temps (m)
het tijdschema
7
New cards
l’invité(e)
de gast
8
New cards
le motif
de reden
9
New cards
l’objectif (m)
het doel
10
New cards
l’ordre du jour (m)
de dag agenda
11
New cards
le point
het punt
12
New cards
consulter
bezoeken/raadplegen
13
New cards
convier, inviter
uitnodigen
14
New cards
dégager/prendre du temps pour
tijd maken voor
15
New cards
organiser
organiseren
16
New cards
reporter
verslag geven
17
New cards
se réunir
vergaderen
18
New cards
se tenir
staan
19
New cards
l’appréciation (f)
de evaluatie/beoordeling
20
New cards
l’approbation (f)
de goedkeuring
21
New cards
l’argument (m)
het argument
22
New cards
l’avis (m)
de mening
23
New cards
la certitude
de zekerheid
24
New cards
la concertation
de raadpleging
25
New cards
la conviction
de overtuiging
26
New cards
la croyance
het geloof
27
New cards
le débat
het debat
28
New cards
la déliberation
de beslissing
29
New cards
le doute
de twijfel
30
New cards
essentiel(le), important(e), primordial(e)
essentieel, belangrijk
31
New cards
l’évidence (f)
het voor de hand liggende/het logische
32
New cards
l’insinuation (f)
de insinuatie
33
New cards
l’interruption (f)
de onderbreking
34
New cards
la justification
de verantwoording
35
New cards
l’opinion (f)
de opinie/mening
36
New cards
la persuasion
de overtuiging(-skracht)
37
New cards
la possibilité
de mogelijkheid
38
New cards
la priorité
de prioriteit
39
New cards
le rappel
de herinnering
40
New cards
la réflexion
de reflectie
41
New cards
la vision
de visie
42
New cards
ajouter
toevoegen
43
New cards
approuver, être d’accord
goedkeuren
44
New cards
désapprouver
afkeuren
45
New cards
avoir raison
gelijk hebben
46
New cards
avoir tort
het mis hebben
47
New cards
se concerter
overleggen
48
New cards
se consulter
elkaar raadplegen
49
New cards
débattre
debatteren
50
New cards
délibérer
beraadslagen/overleggen/doorspreken
51
New cards
convaincre, persuader
overtuigen
52
New cards
couper la parole, interrompre
onderbreken
53
New cards
définir, déterminer
definiëren
54
New cards
douter
twijfelen
55
New cards
s’exprimer
zich uiten
56
New cards
s’imposer
zich opleggen
57
New cards
insinuer
insinueren
58
New cards
intervenir
tussenbeide komen
59
New cards
se mettre d’accord
het eens zijn
60
New cards
partager (un avis)
(een mening) delen
61
New cards
se permettre de
zich veroorloven om
62
New cards
préciser
specificeren
63
New cards
prendre la parole
het woord nemen
64
New cards
rappeler que
herinneren dat
65
New cards
rebondir sur
antwoorden op
66
New cards
réfléchir à
nadenken over
67
New cards
revenir sur
terugkeren naar
68
New cards
signaler
aanduiden/rapporteren
69
New cards
soulever (un problème/un point)
oplossen (een probleem)
70
New cards
se taire
zwijgen
71
New cards
trouver que
vinden dat
72
New cards
vérifier
controleren
73
New cards
l’absence (f)
de afwezigheid
74
New cards
à distance (en distanciel)
op afstand
75
New cards
en présentiel
face to face/persoonlijk
76
New cards
le consultant(e)
de consultant/adviseur
77
New cards
le contributeur (la contributrice)
de bijdrager
78
New cards
le délai
de deadline/termijn
79
New cards
l’élément (m)
het element
80
New cards
le participant(e)
de deelnemer
81
New cards
la présence
de aanwezigheid
82
New cards
la présentation
de presentatie
83
New cards
la salle
de zaal
84
New cards
le tour de table
het rondje rond de tafel
85
New cards
la visioconférence
de online vergadering
86
New cards
se charger de
zorgen voor
87
New cards
commencer, débuter
starten
88
New cards
connecter
verbinden
89
New cards
contribuer à
bijdragen aan
90
New cards
convenir
mee eens zijn
91
New cards
se dérouler
uitvouwen
92
New cards
dresser la liste
een lijst maken
93
New cards
participer
deelnemen
94
New cards
prendre des notes
notities nemen
95
New cards
rédiger
schrijven
96
New cards
un lieu
een plaats (we gebruiken het woord om te verwijzen naar het gebruik dat we maken van een ruimte, of om te praten over een gebeurtenis die plaatsvindt.)
97
New cards
une place
een plaats (we gebruiken het woord om de omvang van een bezette ruimte aan te geven en om te praten over een plek die bedoeld is om bewoond te worden.)
98
New cards
un endroit
een plaats (we gbruiken het woord om te verwijzen naar een bepaalde of beperkte ruimte die bij een groter deel of geheel hoort.)
99
New cards
à jour
up to date
100
New cards
être à jour
up to date zijn