Ndls: Over de grens p.1-11 Cartes | Quizlet

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/171

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

172 Terms

1
New cards

bouwen

construire

2
New cards

trouwen

se marier

3
New cards

de rijkswachter

le gendarme

4
New cards

zijn mening geven

donner son avis

5
New cards

genieten, genoot, genoten

profiter

6
New cards

gezellig

agréable

7
New cards

de sfeer

l'ambiance

8
New cards

het gevoel

le sentiment, l'impression

9
New cards

de afkomst

l'origine

10
New cards

het geheim

le secret

11
New cards

ontvangen, ontving, ontvangen

recevoir

12
New cards

zich met iets bemoeien

se mêler de qqch

13
New cards

aan iets wennen

s'habituer à qqch

14
New cards

iets gewoon zijn

être habitué à qqch

15
New cards

dat ben ik niet gewoon!

je ne suis pas habitué à ça!

16
New cards

de gewoonte

l'habitude

17
New cards

het koppel

le couple

18
New cards

afkomstig zijn uit...

être originaire de...

19
New cards

blijkbaar

apparemment

20
New cards

dat is niet het geval!

ce n'est pas le cas!

21
New cards

de ontmoeting

la rencontre

22
New cards

aanvaarden

accepter

23
New cards

over het algemeen

en général

24
New cards

de eerste indruk

la première impression

25
New cards

met open armen ontvangen worden

(ontvangen, ontving, ontvangen)

être accueilli(e) les bras ouverts

26
New cards

opvallen

(opvallen, opviel, opgevallen)

frapper (dans le sens figuré)

27
New cards

de kus

le bisou

28
New cards

kloppen

correspondre, être juste, vrai

29
New cards

Dat klopt!

C'est vrai!

30
New cards

Er is werk aan de winkel!

Il y a du pain sur la planche!

31
New cards

Dat lukt ! Het is gelukt !

Ca marche! Ca a marché/fonctionné !

32
New cards

de spanning

la tension

33
New cards

gespannen

tendu

34
New cards

rijk

riche

35
New cards

hoogmoedig

arrogant

36
New cards

arm

pauvre

37
New cards

bescheiden

modeste

38
New cards

oprecht

franc

39
New cards

schijnheilig

hypocrite

40
New cards

zelfzeker

sûr de soi, confiant

41
New cards

onzelfzeker

pas sûr de soi

42
New cards

goedgezind

de bonne humeur

43
New cards

slechtgezind

de mauvaise humeur

44
New cards

vriendelijk

sympathique

45
New cards

onvriendelijk

antipathique

46
New cards

afstandelijk

distant

47
New cards

hartelijk

chaleureux

48
New cards

gul

généreux

49
New cards

gastvrij

accueillant

50
New cards

gierig

radin

51
New cards

rechtuit

direct

52
New cards

diplomatiek

diplomate

53
New cards

ordelijk

ordonné

54
New cards

slordig

désordonné

55
New cards

verlegen

timide

56
New cards

een grote mond hebben

avoir la grande gueule

57
New cards

stipt op tijd

ponctuel

58
New cards

te laat

en retard

59
New cards

efficiënt

efficace

60
New cards

inefficiënt

inefficace

61
New cards

ruimdenkend

ouvert

62
New cards

gesloten

fermé

63
New cards

streng

sévère

64
New cards

joviaal

jovial

65
New cards

kil, koel

froid

66
New cards

ernstig

sérieux

67
New cards

losjes

décontracté

68
New cards

werklustig

travailleur

69
New cards

lui

paresseux

70
New cards

onbeschoft

sans-gêne

71
New cards

gereserveerd

réservé, délicat

72
New cards

sociaal

sociable

73
New cards

asociaal

associal

74
New cards

proper

propre

75
New cards

vuil

sale

76
New cards

beleefd

poli

77
New cards

onbeleefd

impoli

78
New cards

het zijn fietsliefhebbers !

ce sont des amateurs de vélo !

79
New cards

maak je niet druk !

ne t'énerve pas !

80
New cards

ze draaien rond de pot als ze iets uitleggen !

ils tournent autour du pot pour expliquer qch

81
New cards

er zijn veel werklozen !

il y a beaucoup de chômeurs !

82
New cards

ze zien er ernstig uit !

ils ont l'air sérieux !

83
New cards

ze hebben een dikke nek !

ils ont un gros cou !

84
New cards

ze hebben een hoge dunk van zichzelf !

ils se prennent de haut !

85
New cards

ze nemen veel verlof !

ils prennent beaucoup de congés !

86
New cards

het zijn voetballiefhebbers !

ce sont des amateurs de foot !

87
New cards

ze zijn flamingant / Vlaamsgezind !

ils sont flamingants !

88
New cards

ze maken veel lawaai !

ils font beaucoup de bruit !

89
New cards

ze zeggen rechtuit wat ze denken !

ils disent ce qu'ils pensent en face !

90
New cards

ze zijn veeleisend !

ils sont exigeants !

91
New cards

het zijn levensgenieters /bourgondiërs !

ce sont des bons-vivants !

92
New cards

ze staken vaak !

ils font souvent grève !

93
New cards

ze roken allemaal weed !

ils fument tous des joints !

94
New cards

het zijn grapjassen !

ce sont des petits comiques !

95
New cards

het land werd bezet door

le pays était occupé par ...

96
New cards

de onafhankelijkheid

l'indépendance

97
New cards

afstammen van

dériver de

98
New cards

de oorlog

la guerre

99
New cards

het leger

l'armée

100
New cards

zich losmaken

se détacher