Paasexamen sops

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/56

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

57 Terms

1
New cards

Sociale cognitie

manier waarop we ons gedrag en dat van anderen waarnemen en interpreteren

2
New cards

waarnemingsproces 3 fasen

1) een prikkel of stimilus uit de omgeving wordt opgevangen door zintuig

2) zintuigen sturen info over de prikkel via de zenuwbanen nar de thalamus

3) de thalamus stuurt info naar de cortex (de prikkel word daar verwerkt)

3
New cards

observeren

feiten

4
New cards

interpreteren

mening

5
New cards

Impliciete persoonlijkheidstheorie

geheel van gelegde verbanden tussen uiterlijke en innerlijke eigenschappen van mensen

6
New cards

primacy effect

- Solomon

- de eerst verkregen info heeft de grootste invloed op het algemene beeld

7
New cards

halo-effect

positieve centrale kenmerken roepen andere positieve eigenschappen op

8
New cards

horn-effect

negatieve kenmerken roepen nog meer negatieve eigenschappen op

9
New cards

Negativiteitseffect

Negatieve elementen wegen zwaarder door en worden sneller opgemerkt dan positieve

10
New cards

casuale attributie

zoeken naar oorzaken gedrag

2 soorten: Interne en externe attributie

11
New cards

Interne attributie

In de persoon zelf, gedrag persoonsgebonden

12
New cards

externe attributie

buiten de persoon, gedrag is situatiegebonden

13
New cards

Fundamentele attributiefout

Overschatten van persoonlijke eigenschapen (intern) en onderschatten van de invloed van de situatie (extern)

DUS: er word meer gekeken naar de interne attributies en de externe attributies worden over het hoofd gezien

14
New cards

Self serving bias (zelfdienende vertekening)

Wanneer je succes aan jezelf toeschrijft (intern) en falen aan externe factoren.

15
New cards

Actor-observatoreffect

neiging om het gedrag van anderen vooral te verklaren door persoonsgebonden kenmerken (intern) en het eigen gedrag door de situatie (extern)

16
New cards

sociale categorisering

mensen met dezelfde kenmerken belanden in dezelfde categorie

17
New cards

ingroup

groep mensen waarmee we ons identificeren

18
New cards

outgroup

iedereen die niet in de ingroup behoort

19
New cards

outgrouphomogeniteit

neiging om te denken dat de leden van een outgroup goed op elkaar lijken

20
New cards

ingroupfavoritisme

eigen groep wordt als beter gezien dan de outgroup

21
New cards

groepsprocessen

je eigen groep gaan bevooroordelen

22
New cards

sociale leerprocessen

omgevingsinvloeden zorgen dat we als kind stereotypen en vooroordelen leren

23
New cards

bedreiging van het zelfbeeld

mensen met een laag zelfbeeld gaan een hogere zelfwaardering krijgen door vooroordelen te hebben aan een andere groep.

24
New cards

persoonlijheid

bevooroordeeld zijn tov één groep vergroot kans op bevooroordeeld zijn tov andere groepen

25
New cards

Subcategorisering

nieuwe subcategorie maken voor mensen die niet in het stereotype passen

26
New cards

Conformation bias

focussen op info die beeld in stand houd en andere info negeren

27
New cards

Self-fulfilling prophecy

wie eenmaal een mening heeft over een ander, past zijn gedrag aan

28
New cards

Cultuur met grote C

Elitaire vormen van kunst (moeilijker toegankelijk)

29
New cards

cultuur met kleine c

populaire kunst (toegankelijk voor iedereen)

30
New cards

hoofdcultuur

traditionele samenleving

31
New cards

subculturen

variaties binnen dominantie cultuur

32
New cards

tegencultuur

groepen die zich verzetten tegen dominante cultuur

33
New cards

Machtsafstand

Hoge score: grote machtsafstan

Lage score: Kleine machtsafstans

34
New cards

individualisme vs collectivisme

Hoge score: individualistisch

Lage score: collectivistisch

collectivistisch <-> individualistisch

35
New cards

mannelijkheid vs vrouwelijkheid

Hoge score: manelijk

Lage score: vrouwelijk

masculien <-> feminiem

36
New cards

onzekerheidsvermijding

Hoge score: meer controle, meer regels

Lage score: minder controle, minder regels

formeler egels <-> informele regels

37
New cards

langetermijndenken vs kortetermijndenken

Hoge score: langetermijndenken

Lage score: kortetermijndenken

focus op toekomst <-> focus op heden

38
New cards

hendonisme vs soberheid

Hoge score: hedonistisch

Lage score: sober

uibundig <-> ingetogen

39
New cards

prosociaal gedrag

Elke handeling die is gericht op het welzijn of het welbevinden van een ander.

40
New cards

bystander effect (omstandereffect)

hoe meer mensen aanwezig zijn, hoe minder ze geneigd zijn om een persoon met problemen te helpen

41
New cards

omgekeerd omstanderseffect

als er een levensgevaarlijke situatie is en de omstaanders met elkaar kunnen communiceren

42
New cards

Sociale uitwisselingstheorie

mensen helpen uit eigenbelang, baten van helpen is groter dan de kosten ervan

43
New cards

altruïsme

gedrag waarbij je belangeloos helpt

44
New cards

Empathie-altruïsmehypothese

anderen helpen omdat we empathie voor hen voelen

45
New cards

antisociaal gedrag

gedrag waarbij je anderen niet helpt

46
New cards

3 onderdelen attitudes

1) cognitief onderdeel

2) affectieve onderdeel

3) conatieve onderdeel

47
New cards

discriminatie

negatieve handeling tegenover iemand wegens lidmaatschap van bepaalde groep die voorkomt uit vooroordelen

48
New cards

seksisme

uitgesloten worden vanwege geslacht

49
New cards

racisme

als iemand word gediscrimineerd op basis van huidskleur

50
New cards

contacttheorie

door contact tussen mensen van verschillende groepen verdwijnen vooroordelen

51
New cards

5 sociale beïnvloedingen

1) groepsprocessen

2) conformisme

3) gehoorzaamheid

4) macht

5) influencers

52
New cards

sterke menselijke behoefte

ergens bij horen

53
New cards

Conformisme

gedrag aanpassen om erbij te horen

54
New cards

gehoorzaamheid

gedragsverandering als gevolg van een bevel van een autoriteit

55
New cards

expliciete groepsdruk

gehoorzaamheid aan een groep

56
New cards

kenmerken mensen met macht:

- stelt eigenbelang meer voorop

- egocentrisch

- durft meer vrijheden te permitteren

- actiever

- neemt sneller risico's

- beter in het zoeken van oplossingen

- gebruikt anderen om zijn doel te bereiken

- verliezen sneller hun sociale normen

- verliest voeling met anderen, is minder empathisch en reageert impulsiever

57
New cards

op wat hebben influencers een grote invloed?

- Zelfbeeld jongeren

- commerciële invloed