1/7
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
kolonietheorie
metazoa stammen af v/e koloniale choanoflagellaat
cel in koloniale verband doet hetzelfde; nog geen differentiatie
optreden differentiatie
functionele specialisatie + integratie cellen in complexer verband (één levend organisme)
protometazoa
hypothetische eerste Metazoa
meerdere celtypen + nauwer contact tss cellen + meerlagige organisatie
metazoa
= Animalia
2 fyla
Para(meta)zoa; geen echte weefsels
Eumetazoa; wel weefsels
para(meta)zoa
porifera
placozoa
para(meta)zoa — porifera
= sponzen
vormen geen echte weefsels; envoudigste meercellige dieren
veel verschillende soorten; maar moeilijk te bepalen
groot regeneratievemrogen, totipotente cellen
overwegend sessiele dieren
obligaat heterotroof; filterorganismen
produceren chemische stoffen;
bescherming tegen biofilmvorming + kolonisatie
medicinale werking
opbouw porifera
ostia
spongocoel = atrium
osculum
3 lagen
pinacoderm; geen weefsel!!
mesohyl = slijmlaag; 20 à 30 ≠ celtypen
choanoderm; choanocyten = kraagcellen
verband grootte en complexiteit
enkel wanneer complexiteit toeneemt, kan ook grootte toenemen
bekersponzen → geweisponzen → korstsponzen
para(meta)zoa — placozoa
= plakdiertjes
vormen mogelijk geen echte weefsels; niet zeker of ze bij de para(meta)zoa horen; weinig over gekend
voortbeweging adhv ciliën en amoeboïd
eenvoudige bouw; slechts 4 celtypen
vroeger; placozoa = primitiefste metazoa
nu; evolutief verlies van complexiteit
verklaring; placozoa hebben desmosomen (celcelcommunicatie); sponzen hebben dit niet = ze zijn primitiever