Scheikunde Toetsweek 1 Definities

Onverzadigde oplossing

Er is minder dan de maximale hoeveelheid stof opgelost

Verzadigde oplossing

De maximale hoeveelheid stof is opgelost

Onverzadigde oplossing

Er is minder dan de maximale hoeveelheid stof opgelost

Verzadigde oplossing

De maximale hoeveelheid stof is opgelost

Suspensie

Fijnverdeelde vaste stof, zwevend in vloeistof

Emulsie

Mengsel van fijnverdeelde vloeistoffen

Emulgator

Stof die help om een emulsie te creëren. Bezit eigenschappen van beide stoffen.

Legering

Nauwkeurig bepaald mengsel van metalen

Homogeenmengsel

Een mengsel waarvan de componenten niet meer van elkaar te onderscheiden zijn.

Hetrogeenmengsel

Een mengsel waarvan de componenten gemakkelijk van elkaar te onderscheiden zijn.

Exotherme reactie

Hierbij komt energie vrij

Endotherme reactie

Hierbij is voortdurend energietoevoer nodig

Vanderwaalsbinding

‘molecuulbinding’; zwakke binding die tussen alle moleculen voorkomt. Deze binding is sterker naarmate de moleculen een grotere massa hebben.

Waterstofbrug

Treedt op bij moleculen met een O-H en N-H bindingen. De wisselwerking tussen H en een O of N atoom van een naburig molecuul is sterker dan de vanderwaalsbinding.

Dipoolmolecuul

Een molecuul met een of meer polaire atoombindingen, waarbij het centrum van + lading niet samenvalt met het centrum van - lading

Dipool-dipoolbinding

De zwakke binding die ontstaat tussen twee dipoolmoleculen.