MAW toetsweek 3 Job van Loenen | Quizlet

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/38

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

39 Terms

1
New cards

Sociale stratificatie

de manier waarop een samenleving de mensen die daar in wonen categoriseert op basis van factoren als rijkdom, inkomen, opleiding en macht.

2
New cards

maatschappelijke ladder

Een manier om te laten zien hoe mensen in de samenleving hoger op lager op de lader staan. Als je hoger staat heb je meestal meer geld of aanzien. Hoe lager, hoe minder.

3
New cards

sociale lagen

Groepen mensen die ongeveer op hetzelfde niveau staan qua opleiding, inkomen en aanzien. Deze zijn verdeeld in drie klasse. De bovenklasse, middenklasse en onderklassen.

4
New cards

sociale mobiliteit

Mensen kunnen stijgen of dalen op de maatschappelijke ladder. Stijgen heet opwaartse sociale mobiliteit. Dalen heet neerwaartse mobiliteit.

5
New cards

Positieverweving

Je krijgt je eigen plek op de maatschappelijke lader door je eigen inzet en prestaties. Bijvoorbeeld door hard te studeren.

6
New cards

Positietoewijzing

Je krijgt je eigen plek op de maatschappelijke ladder zonder dat je daarvoor iets hoeft te doen. Je wordt bijvoorbeeld geboren in een rijk gezin met veel aanzien.

7
New cards

Gesloten samenleving

Een samenleving waar het heel moeilijk tot onmogelijk is om van sociale laag te veranderen. Je blijft meestal in de groep waarin je bent geboren ongeacht je inzet.

8
New cards

Politieke macht

De invloed die iemand heeft over besluiten in de politiek en de samenleving. Bijvoorbeeld ministers, omdat ze mogen meebeslissen over de regels.

9
New cards

Politiek gezag

Het respect die mensen hebben voor politieke leiders. mensen volgen de regels en besluiten omdat ze die als rechtvaardig zien. Bijvoorbeeld, een democratisch gekozen leider heeft politiek gezag omdat de burgers hem of haar steunen.

10
New cards

Machtselitetheorie

Kleine groepen mensen hebben de macht in handen. Deze mensen zijn vaak rijk en invloedrijk die de belangrijke beslissingen nemen terwijl de rest van de bevolking minder invloed heeft. Volgens deze theorie hebben de elite (kleine groep mensen) de controle over de meeste maatschappelijke processen.

11
New cards

Theorie van pluralisme

de macht in een samenleving verdeeld is over verschillende groepen die strijden om invloed. In plaats van dat één elite de macht heeft, hebben verschillende groepen (zoals vakbonden, bedrijven, milieuorganisaties) invloed op politieke beslissingen.

12
New cards

Economisch kapitaal

geld, bezit en andere materiële middelen die mensen kunnen gebruiken om welvaart te creëren. Hoe meer economisch kapitaal iemand heeft, hoe groter zijn of haar financiële invloed in de samenleving is.

13
New cards

Sociaal kapitaal

Het gaat om het vertrouwen, de samenwerking en de steun die mensen ontvangen van anderen. Hoe sterker en breder je sociale netwerken, hoe meer sociaal kapitaal je hebt. Dit kan helpen bij het vinden van werk, kansen of steun in moeilijke tijden.

14
New cards

Cultureel kapitaal

Alles wat je van huis uit leert en meekrijgt over kennis, taal, manieren en cultuur, waardoor je beter mee kunt doen in de samenleving of op school.

15
New cards

Wat is de visie van de sociaaldemocraten op de rol overheid en de verzorgingsstaat?

De overheid moet ingrijpen als er ongelijkheid is, er moeten goede voorzieningen zijn en rijke mensen moeten meer belasting betalen. Ze willen een sterkte verzorgingsstaat en hulp van de overheid qua uitkeringen en bijstand. Kortom, Sociaaldemocraten vinden dat de overheid moet zorgen dat iedereen mee kan doen, en dat er sociale zekerheid moet zijn voor wie hulp nodig heeft.

16
New cards

Wat is de visie van de liberalen op de rol overheid en de verzorgingsstaat?

de overheid moet zich weinig bemoeien met het leven van de bevolking, mensen moeten eigen verantwoordelijkheid hebben en de overheid helpt alleen als het echt nodig is. Ze vinden dat uitkering er mag zijn maar dat dit niet te makkelijk mag worden gegeven en niet te lang, mensen moeten gestimuleerd worden om te werken en belastingen moeten laag blijven zodat mensen meer geld overhouden voor hunzelf.

17
New cards

Open samenleving

Een samenleving waarin je juist de kans krijgt om van sociale laag te veranderen. Je zou dus door je talent of inzet een hogere positie kunnen bereiken.

18
New cards

Informele macht

Macht die iemand heeft zonder dat dit echt is vastgelegd. Mensen kunnen naar je luisteren omdat ze je aardig vinden en je respecteren.

19
New cards

Formele macht

Macht die iemand heeft omdat het is vastgelegd. Mensen luisteren naar je omdat je de burgemeester, premier of politie bent.

20
New cards

Wat is de visie van de confessionelen op de rol van de overheid en verzorgingsstaat?

Confessionelen vinden dat zorg voor elkaar vooral uit de samenleving zelf moet komen, zoals uit het gezin, kerken en verenigingen. Ze baseren hun ideeën op christelijke waarden zoals naastenliefde en verantwoordelijkheid. De overheid moet niet alles zelf doen, maar ondersteunen waar dat nodig is. Volgens confessionelen is het belangrijk dat mensen voor elkaar zorgen, en dat de overheid vooral aanvult als familie of gemeenschappen het niet alleen redden.

21
New cards

Economische machtsbonnen

De invloed die iemand of een groep kan uitoefenen op basis van geld, economische middelen, of het bezit van schaarse goederen of diensten.

22
New cards

Cognitieve machtsbronnen

De invloed die iemand of een groep kan uitoefenen op basis van kennis en expertise.

23
New cards

Politieke machtsbronnen

De middelen of factoren waarmee iemand invloed of macht kan uitoefenen in de politiek.

24
New cards

Affectieve machtsbronnen

Deze verwijzen naar macht die gebaseerd is op emoties, persoonlijke relaties en sympathie. Mensen luisteren naar je omdat je aardig vinden en respecteren.

25
New cards

Wat houd het Conflictbenadering van Marx in?

Conflicten in de samenleving ontstaan vooral doordat sommige mensen veel rijkdom en bezit hebben en andere mensen bijna niets. Marx zegt dat rijke mensen de macht hebben en arme mensen voor hen moeten werken. Dat is niet eerlijk, vindt hij. Daardoor ontstaat er spanning tussen die twee groepen. Volgens Marx komt er uiteindelijk een groot conflict, waarbij de arme mensen in opstand komen om het systeem te veranderen.

26
New cards

wat houd het conflictbenadering van Huntington in?

Huntington denkt dat conflicten niet alleen over geld gaan, maar ook over verschillen in cultuur. Mensen hebben verschillende gewoontes, geloven in andere godsdiensten en hebben andere waarden. Als groepen mensen elkaar niet begrijpen of elkaars manier van leven niet accepteren, kan dat tot ruzie of zelfs oorlog leiden.

27
New cards

Normatieve integratie

mensen of groepen in een samenleving die dezelfde normen en waarden gaan delen. Het gaat erom dat iedereen zich herkent in de belangrijke regels, ideeën en gewoontes van een samenleving. Dus niet alleen meedoen maar het ook echt begrijpen en accepteren.

28
New cards

Politieke participatie

Mensen doen mee aan politiek. Het gaat er hierbij om dat burgers invloed proberen uit te oefenen op beslissingen van de overheid.

29
New cards

Elementaire levensbehoeften

Elementaire levensbehoeften zijn behoeften die essentieel zijn voor het overleven en het goed functioneren van een mens. Dit zijn bijvoorbeeld voedsel, water, slaap, en onderdak.

30
New cards

Sociale grondrechten

Sociale grondrechten zijn rechten die burgers beschermen op sociaal en economisch gebied. De overheid moet hier actief voor zorgen. Dit zijn voorzieningen zoals onderwijs, gezondheidszorg, huisvesting, werk en sociale zekerheid.

31
New cards

Electorale politieke participatie

Meedoen aan de politiek door middel van verkiezingen.

32
New cards

Niet-electorale politieke participatie

meedoen aan de politiek door middel van demonstreren, petitie tekenen...

33
New cards

Instrumentele visie

politieke participatie is vooral een middel om tot besluiten te komen. Vooral verkiezingen zijn belangrijk.

34
New cards

ontwikkelingsvisie

Hoe meer mensen meedoen, hoe sterker en slimmer de samenleving wordt. Mensen ontwikkelen zich door mee te doen aan de politiek.

35
New cards

Socialezekerheidsbeleid

Het socialezekerheidsbeleid is het deel van het overheidsbeleid dat ervoor zorgt dat mensen geholpen worden als ze geen of weinig inkomen hebben. Bijvoorbeeld als iemand werkloos, ziek, oud of arbeidsongeschikt is.

36
New cards

Actief arbeidsmarktbeleid

De overheid moet mensen stimuleren om aan het werk te gaan en moeten ze hierbij helpen. Het doel is dat zoveel mogelijk mensen een baan hebben en kunnen meedoen in de samenleving.

37
New cards

Inkomensverdelingsbeleid

Beleid van de overheid om ervoor te zorgen dat het geld in een land eerlijker wordt verdeeld. Bijvoorbeeld door verschil in belasting tussen arm en rijk.

38
New cards

Onderwijsbeleid

Het beleid van de overheid over hoe het onderwijs geregeld en georganiseerd wordt. Dit is belangrijk omdat onderwijs ervoor zorgt dat mensen kennis en vaardigheden krijgen, zodat ze later een goede baan kunnen vinden en kunnen meedoen in de samenleving.

39
New cards

Wijkgericht achterstandsbeleid

Beleid van de overheid om problemen in achterstandsgebieden of wijken aan te pakken.