1/18
Sociologie H2 - criminologie 1e bachelor UGent
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Accumulatie
Het proces waarbij culturele elementen (zoals waarden, normen, gewoonten, kennis of symbolen) zich ophopen en zich over verschillende generaties verspreiden.
Symbool
Heeft een betekenis die niet voortvloeit uit de fysische kenmerken van de drager van het symbool.
Dominante realiteit
Alfred Schütz duidt de materiële wereld waarin we leven aan als de paramount reality. Die paramount reality wordt echter doordrongen door andere realiteiten, zoals de wereld van de dromen, de fantasie, de wetenschap, de religie, de trance, de extase…
Eindige zingevingdomeinen
De realiteit van de dromen, de fantasie, de wetenschap, de religie, enz. duidt Schütz aan als finite provinces of meaning. Die overstijgen de materiële wereld waaring het hier en nu van het biologisch overleven centraal staat.
Gesloten instincten
Leiden tot handelingspatronen die genetisch bepaald zijn in elk detail.
Open instincten
Betekent dat de soort over zekere algemene neigingen beschikt die enkel werken binnen een context waarin algemene directieven aanwezig zijn.
Materiële cultuur
OMvat alles wat in stoffelijke vorm vastgelgd kan worden, de zogenaamde culturele artefacten zoals architectuur, boekdrukkunst, haarstijlen, machines of wapens.
Immateriële cultuur
Omvat de manier waarop groepen mensen denken, hun waarden en normen.
Empirische kennis
houdt verband met informatie die mensen delen over hoe de wereld is opgebouwd en hoe hij werkt.
Existentiële kennis
De gedeelde denkbeelden kunnen daarnaast betrekking hebben op de eigen positie, de omgeving, de relaties met anderen en omvatten dan ‘existentiële kennis’, of antwoorden op concrete vragen of ‘grote vragen’. Die laatste soort kennis ligt opgeslagen in filosofische en religieueze systemen.
Waarden
Zijn minder abstract dan gedeelde denkbeelden en vloeien in feite voort uit die empirische en existentiële kennis. Kunnen worden beschouwd als groepsopvattingen over wat wenselijk is en hebben betrekking op de meest gewenste doelstellingen en de manieren om die te bereiken.
Waarden systeem
Waarden komen niet geïsoleerd voor, maar vormen hier onderdeel van.
Subculturen
Groepen die in de samenleving die overtuigingen, waarden en leefstijlen hebben die verschillen van die van de dominante cultuur.
Tegencultuur
Of countercultures.
Etnocentrisme
Beoordeelt en evalueert vreemde culturen met de eigen cultuur als maatstaf.
Cultureel relativisme
Gaat ervan uit dat culturen niet meer- of minderwaardig zijn, omdat elke cultuur een eigen specifieke aanpassingswijze is aan de eisen die de omgeving stelt.
Etnieën
Groepen van mensen die een afkomst en dus een cultuur delen.
Dichotomisering
Verwijst naar een opdeling tussen insiders en outsiders. Personen aan beide zijden van de grens maken een opdeling tussen ‘wij’ en ‘zij’. Mensen die worden gerekend tot de ‘wij’-groep worden geïdentificeerd als personen die dezelfde beoordelingscriteria delen, als personen die elkaar kunnen begrijpen en die voluit met elkaar interageren. Mensen die worden gerekend tot de ‘zij’-groep worden geïdentificeerd als verschillend. Met hen wordt de interactie beperkt.
Dynamische visie op cultuur
Cultuur en etniciteit zijn beiden voortdurend in beweging en het product van alledaagse interacties.