1/43
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Alleseters
Dieren die planten en dieren eten; vormen de tweede of hogere schakel van de voedselketen
Consumenten
Alleseters, planteneters en vleeseters; leven van de energierijke stoffen die planten maken
Energiearme stoffen
Stoffen die weinig energie bevatten, bijv. koolstofdioxide, mineralen, water en zuurstof
Energierijke stoffen
Stoffen die veel energie bevatten, bijv. glucose en andere koolhydraten, eiwitten en vetten.
Fotosynthese
Proces waarin bladgroenkorrels koolstofdioxide en water omzetten in glucose en zuurstof met behulp van energie uit zonlicht
Kringloop
Zich herhalend proces waarin stoffen steeds opnieuw worden gebruikt
Mineraal (voedingszout)
Energiearme stof in de bodem die planten kunnen opnemen me hun wortels
Planteneters
Dieren die planten eten; vormen de tweede schakel van de voedselketen
Producenten
Organismen met bladgroen; zetten energiearme stoffen om in energierijke stoffen
Reducenten
Bacteriën en schimmels; breken energierijke stoffen uit dode organismen af tot energiearme stoffen
Stofwisseling
Alle omzettingen van de ene stof in de andere stof in een organisme
Vleeseters
Dieren die dieren eten; vormen de derde of hogere schakel van de voedselketen
Voedselketen
Reeks soorten, waarbij elke soort wordt opgegeten door de volgende soort in de reeks
Voedselweb
Alle voedselrelaties in een ecosysteem
Biomassa
De hoeveelheid organische stoffen in een organisme
Piramide van aantallen
Schema dat laat zien hoeveel individuen in elke schakel van een voedselketen voorkomen
Piramide van biomassa
Schema dat laat zien wat het gewicht is van alle organische stoffen in elke schakel van een voedselketen
Koolstofkringloop
De verschillende stoffen waarin koolstof kan voorkomen en van het ene organisme naar het andere gaat
Stikstofkringloop
De verschillende stoffen waarin stikstof kan voorkomen en van het ene organisme naar het andere gaat
Abiotische factoren
Invloeden uit de levenloze natuur, bijv. temperatuur, neerslag
Biologisch evenwicht
Toestand waarin de grootte van elke populatie in een ecosysteem schommelt om een bepaalde waarde
Biotische factoren
Invloeden uit de levende natuur, bijv. voedsel, roofdieren
Ecosysteem
Gebied met alle abiotische factoren en populaties die er leven
Individu
Een enkel organisme
Levensgemeenschap
Alle populaties in een bepaald leefgebied
Optimumkromme
Diagram dat voor een abiotische factor de minimale, de optimale en de maximale waarde van een soort laat zien
Populatie
Groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied, die zich onderling voortplanting
Gestroomlijnd
Lichaamsvorm met weinig uitsteeksels om de weerstand (van water of lucht) zo klein mogelijk te maken
Haaksnavel
Korte, kromme snavel om een prooi in stukken te scheuren
Hoefgangers
Organismen die op de toppen van hun tenen lopen
Kegelsnavel
Korte snavel om zaden te kraken
Pincetsnavel
Rechte, spitse snavel om insecten te vangen
Priemsnavel
Lange, dunne snavel om voedsel te vangen in ondiep water of in een zanderige bodem
Schutkleur
Kleur de overeenkomst met de omgeving, waardoor een dier niet of minder opvalt
Teengangers
Organismen die op hun tenen lopen
Zeefsnavel
Brede snavel om voedsel uit het water te zeven
Zoolgangers
Organismen die op de hele voetzool lopen waardoor het steunoppervlak groot is
Huidmondje
Kleine opening in de opperhuid van bladeren waardoor de plant stoffen kan opnemen en afgeven aan de lucht
Klimplant
Plant met hechtwortel of ranken om zich vast te houden aan de muren en andere planten
Luchtkanaal
Kanalen in de stengels van waterplanten om zuurstof naar de wortels te brengen
Schaduwplant
Plant die groeit op een plek waar veel schaduw is
Waslaagje
Laagje vetachtige stof die op bladeren van planten die verdamping tegengaat
Waterplant
Plant die in het water leeft
Zonplant
Plant die groeit op een plek waar veel zonlicht is