1/16
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
1. Wat beschrijft de 'ratrace' als historische voorloper van diagnostiek?
A. Beschrijving van persoonlijkheid op basis van schedelvorm
B. Meerdere ronden van proeven waarbij uiteindelijk één iemand geselecteerd wordt
C. Observatie van psychiatrische patiënten
D. Eerste wetenschappelijke psychologische test
B
2. Welke toepassing was GEEN historische voorloper van diagnostiek?
A. Griekse typologieën op basis van lichaamssappen
B. Schoolexamens als kennisafname
C. Gebruik van MRI-scans
D. Beschrijving van intelligentie via schedelvorm
C
3. Wat was een reden voor testontwikkeling in de VS begin 20e eeuw?
A. Herstel na WOII
B. Toename van immigratie
C. Invoering leerplicht
D. Vervanging van schoolrapporten
B
4. Wat was een gevolg van het misbruik van tests bij immigranten?
A. Betere integratie van migranten
B. Ontwikkeling van non-verbale intelligentietests
C. Grotere acceptatie van Europese culturen
D. Stopzetting van testgebruik in Amerika
B
5. Wat is NIET correct over Esquirol?
A. Hij maakte onderscheid tussen zwakzinnigheid en psychiatrische stoornissen
B. Hij geloofde dat zwakzinnigheid behandelbaar was
C. Hij werkte met observaties en schetsen van patiënten
D. Hij was een leerling van Pinel
B
6. Wie was de eerste om classificatie in de psychiatrie te introduceren?
A. Séguin
B. Esquirol
C. Kraepelin
D. Galton
C
7. Welke uitvindingen werden gebruikt in de experimentele psychologie? (meerdere juiste)
A. Chronograaf
B. MRI-scan
C. Tachistoscoop
D. PET-scan
A,C
8. Wat was het doel van standaardisatie in de experimentele psychologie?
A. Afwijkingen in gedrag benadrukken
B. Verzekeren dat verschillen toe te schrijven zijn aan personen
C. Creatieve interpretatie mogelijk maken
D. Observatie bij kleine steekproeven
B
9. Wat was Galtons opvatting over intelligentie?
A. Intelligentie is volledig cultureel bepaald
B. Psychische eigenschappen zijn niet erfelijk
C. Erfelijkheid speelt een rol in individuele verschillen
D. Milieu is doorslaggevend in intelligentieontwikkeling
C
10. Wat was de conclusie van de Wissler controverse?
A. Psychofysiologische metingen zijn nuttig voor intelligentie
B. De testbatterij van Cattell voorspelde schoolresultaten goed
C. Psychofysiologische metingen konden intelligentie niet betrouwbaar voorspellen
D. Schoolresultaten correleren met spierkracht
C
11. Wat was een belangrijke bijdrage van Binet?
A. Eerste projectieve test ontwikkelen
B. Ontwikkeling sensorische testen
C. Eerste moderne intelligentietest gericht op schooloriëntering
D. Belang van non-verbale testen onderstrepen
C
12. Wat is een kenmerk van de Binet-Simon test? (meerdere juiste)
A. Mentale leeftijd als totaalscore
B. Geïntegreerde standaardinstructie
C. Gericht op hogere mentale processen
D. Classificatie als doel
A,C,D
13. Wat was het gevolg van Brighams gebruik van Army tests?
A. Onderbouwde selectie van soldaten
B. Vooroordelen over etniciteit en intelligentie
C. Objectieve analyse van cognitieve functies
D. Verhoogde testbetrouwbaarheid
B
14. Wat is een belangrijk gevolg van de WOI voor testontwikkeling?
A. Afname van testgebruik in Europa
B. Ontstaan van groepsgewijze testafnames
C. Ontwikkeling van MRI-scans
D. Afschaffing van projectieve tests
B
15. Wat was Thurstone's bijdrage aan de testdiagnostiek?
A. Hij vond de Binet-test uit
B. Hij stelde vragen bij betrouwbaarheid en validiteit van tests
C. Hij zette zich af tegen statistiek
D. Hij ontwikkelde tests zonder empirische basis
B
16. Wat deed de ETS na WOII?
A. Verzamelen van testresultaten van immigranten
B. Stopzetten van projectieve tests
C. Ontwikkelen van tests en psychometrisch onderzoek
D. Gebruik van tests verbieden in onderwijs
C
17. Waarom is kennis van de geschiedenis van diagnostiek belangrijk?
A. Om te leren dat alle tests objectief zijn
B. Omdat het helpt om testinhoud en maatschappelijke context te begrijpen
C. Om te tonen dat diagnostiek puur individueel is
D. Om te garanderen dat testen ethisch zijn
B