BBG Leerpad 4/ 4.2.2

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/20

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

ADHD

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

21 Terms

1
New cards

Wat is ADHD?

  • ADHD kent twee hoofdkenmerken: aandachtsproblemen en hyperactiviteit-impulsiviteit.

  • Voorbeelden hiervan zijn: snel afgeleid zijn, moeite met concentratie, druk gedrag en moeite met wachten op de beurt.

  • ADHD wordt pas vastgesteld als deze gedragingen leiden tot ernstige beperkingen in het functioneren van het kind (DSM-5).

  • Niet elk druk kind heeft ADHD.

  • Bij het ouder worden nemen vaak de hyperactiviteit en impulsiviteit af, maar kan er nog steeds innerlijke onrust zijn.

  • Aandachtsproblemen blijven vaak bestaan, mede door toenemende eisen vanuit werk of studie.

2
New cards

Gedragsmodel (Safren)

  • Volgens het gedragsmodel van Safren et al. (2005) hebben volwassenen met ADHD vaak problemen met compenserende strategieën, zoals moeite met plannen en organiseren, wat leidt tot problemen op school en werk.

  • Ze hebben vaak moeite om taken op tijd af te maken, en kampen vaak met een geschiedenis van slechte prestaties en relationele problemen.

  • (Bv. op de universiteit kunnen ADHD-studenten moeite hebben met op tijd komen, aandacht vasthouden en grote projecten afmaken, wat kan leiden tot studievertraging of uitval zonder diploma.

  • Deze schoolproblemen kunnen later resulteren in minder kansen op werk.

  • Volwassenen met ADHD hebben vaak moeite met deadlines halen, efficiënt werken en nauwkeurigheid, wat kan leiden tot ontslag of frequente baanwisselingen.

  • In relaties ontstaan vaak frustraties door slechte organisatie en planning, waardoor huishoudelijke taken en taakverdeling moeizaam verlopen.

  • Stemmingsschommelingen kunnen ook relationele spanningen veroorzaken.)

  • Negatieve ervaringen kunnen leiden tot disfunctionele gedachten, zoals het vermijden van taken uit angst om te falen, wat de stemming beïnvloedt en het gebruik van compenserende strategieën vermindert, waardoor een vicieuze cirkel ontstaat.

  • 👉 De behandeling van ADHD bij volwassenen moet rekening houden met al deze aspecten om zowel de symptomen als de functionele beperkingen te verbeteren.

3
New cards

Toename van diagnoses en medicatie

  • ADHD is bekender geworden in de afgelopen decennia → meer diagnoses.

  • Positief: kinderen die vroeger als "lastig" werden gezien, krijgen nu hulp.

  • Negatief: exponentiële stijging van medicatievoorschriften sinds 1996.

  • Mogelijk worden nu ook kinderen gediagnosticeerd die de diagnose niet echt nodig hebben

4
New cards

Prevalentie en diagnose

Prevalentie en diagnose

  • ADHD komt wereldwijd voor.

  • Bij kinderen: ±5% heeft ADHD; bij volwassenen: 2-3%

  • Er bestaat geen objectieve medische of psychologische test voor ADHD; het is een gedragsdiagnose.

  • Diagnose gebeurt op basis van observeerbaar gedrag, zoals zwakke concentratie en gebrekkige zelfcontrole

5
New cards

ADHD bij volwassenen

  • Volwassenen met ADHD passen zich vaak aan, bv. door banen met weinig bureauwerk te kiezen.

  • Toch blijven subtiele klachten en beperkingen bestaan.

  • Het verschil in prevalentie tussen jongens en meisjes in de kindertijd verdwijnt op volwassen leeftijd

6
New cards

Comorbiditeit bij volwassenen

  • ADHD bij volwassenen gaat vaak samen met andere stoornissen:

    • Ernstige depressie: 35-50%

    • Antisociale persoonlijkheidsstoornis: 18-23%

    • Middelenmisbruik: 30%

    • Gegeneraliseerde angststoornis: 10-45%

    • Sociale fobieën en bipolaire stoornissen

  • Behandeling moet daarom vaak gericht zijn op zowel ADHD als bijkomende stoornissen.

7
New cards

Erfelijkheid van ADHD

  • ADHD is sterk erfelijk: erfelijke factoren verklaren ±76% van de variatie in symptomen, vergelijkbaar met de erfelijkheid van lichaamslengte.

  • Daarom hebben volwassenen met ADHD vaak kinderen met ADHD: ongeveer 50% van deze volwassenen heeft een kind met dezelfde stoornis

8
New cards

Ouderschap en behandeling

  • ADHD-symptomen kunnen het ouderschap bemoeilijken, wat de genetische risico’s voor kinderen verder kan beïnvloeden.

  • Ouderlijke ondersteuning is daarom vaak een essentieel onderdeel van de behandeling van volwassenen met ADHD.

9
New cards

Genetische en omgevingsinvloeden

  • ADHD wordt beïnvloed door meerdere risicogenen; geen enkel gen veroorzaakt ADHD op zichzelf.

  • Het gaat om een genetische gevoeligheid, waarbij combinaties van genen én omgevingsfactoren leiden tot uiteenlopende ernst van symptomen.

  • Belangrijke omgevingsfactoren:

    • Voor de geboorte: blootstelling aan alcohol of lood.

    • Tijdens de geboorte: zuurstoftekort.

    • Na de geboorte: lage sociaaleconomische status, ongestructureerde opvoeding.

10
New cards

ADHD en neuropsychologische theorieën

  • Geen eenduidige oorzaak van ADHD: ADHD ontstaat niet door één enkele factor, maar door een samenspel van genetische, neurobiologische en omgevingsinvloeden.

  • Neuropsychologische theorieën: Deze theorieën combineren verschillende inzichten om ADHD en de behandeling ervan beter te begrijpen.

Belangrijkste theorieën:

  1. Gedragsremming (Barkley, 1997):
    Mensen met ADHD hebben moeite om ongepast gedrag te remmen. Dit leidt tot problemen met planning, monitoring en gedragsflexibiliteit, wat zich uit in aandachtsproblemen en hyperactief/impulsief gedrag.

  2. Beloningsgevoeligheid (Luman et al., 2010):
    ADHD’ers zijn gevoeliger voor directe beloningen en minder gevoelig voor uitgestelde beloningen. Hierdoor tonen ze vaker impulsief gedrag en houden minder rekening met langetermijngevolgen.

  3. Dual pathway-model (Sonuga-Barke, 2003): (= geen theorie maar een model).
    ADHD-symptomen kunnen ontstaan via twee hersenroutes:

    • Een uitvoerend pad (problemen met uitvoerende functies).

    • Een motivationeel pad (problemen met motivatie).
      Sommige mensen met ADHD hebben problemen in één van beide paden, anderen in beide (Solanto et al., 2001).

  4. Timingproblemen (Sonuga-Barke et al., 2010):
    Een minder actief frontocerebellair netwerk leidt tot moeite met tijdsinschatting en planning. Dit beïnvloedt dagelijkse taken zoals agendaplanning of tijdsbeheer.

  5. Cognitief-energetisch model:
    ADHD’ers hebben een onregelmatig reactiepatroon bij mentale taken door schommelingen in aandacht en energie. Zelfs met inspanning blijft het lastig om prestaties consistent te houden.

Conclusie: ADHD kent geen universeel onderliggend tekort. Er zijn aanzienlijke neuropsychologische verschillen tussen mensen met ADHD.

11
New cards

🧠 Verschillen in hersenstructuren bij mensen met ADHD:

  • Grootste hersenstudie ooit:
    Bij mensen met ADHD zijn vijf hersengebieden gemiddeld 5% kleiner dan bij mensen zonder ADHD, vooral op jonge leeftijd. Het totale hersenvolume is ook kleiner.

  • Betrokken hersengebieden:

    • Amygdala: Emotieregulatie en verwerking van emoties.

    • Hippocampus: Geheugen en emotionele reacties.

    • Basale ganglia (drie delen): Bewegingscontrole, emotieregulatie en cognitieve functies.

12
New cards

🔍 Belangrijke hersengebieden volgens Prof. Dr. Sarah Durston (2013):

  • Prefrontale cortex:
    Betrokken bij planning, organisatie, impulscontrole en besluitvorming. Verminderde activiteit in dit gebied hangt samen met impulsiviteit en aandachtsproblemen.

  • Striatum (deel van basale ganglia):
    Verantwoordelijk voor beweging, motivatie en beloningsverwerking. Het striatum ontvangt input van de prefrontale cortex en andere hersengebieden en is betrokken bij het aansturen van doelgericht gedrag. Problemen hierin kunnen leiden tot verminderde impulscontrole, beloningsverwerking en motivatie.

  • Cerebellum:
    Achterin de hersenen, betrokken bij timing en coördinatie. Werkt samen met de prefrontale cortex voor tijdsbeleving en planning.

<ul><li><p><strong>Prefrontale cortex:</strong><br>Betrokken bij planning, organisatie, impulscontrole en besluitvorming. Verminderde activiteit in dit gebied hangt samen met impulsiviteit en aandachtsproblemen.</p></li><li><p><strong>Striatum (deel van basale ganglia):</strong><br>Verantwoordelijk voor beweging, motivatie en beloningsverwerking. <span>Het striatum ontvangt input van de prefrontale cortex en andere hersengebieden en is betrokken bij het aansturen van doelgericht gedrag. </span>Problemen hierin kunnen leiden tot verminderde impulscontrole, beloningsverwerking en motivatie.</p></li><li><p><strong>Cerebellum:</strong><br>Achterin de hersenen, betrokken bij timing en coördinatie. Werkt samen met de prefrontale cortex voor tijdsbeleving en planning.</p></li></ul><img src="https://knowt-user-attachments.s3.amazonaws.com/47d88abd-941c-4ba8-af90-d3d112c26e3c.png" data-width="100%" data-align="center"><p></p>
13
New cards

🔄 Belangrijke hersenbanen (neurale circuits):

  • Dorsale fronto-striatale circuits: Gedragscontrole.

  • Orbitofrontostriatale circuits: Beloningsgevoeligheid.

  • Fronto-cerebellaire circuits: Timing en tijdsinschatting.

👉 Deze neurologische netwerken ondersteunen drie eerder besproken neuropsychologische theorieën:

  • Gedragsremming (Barkley)

  • Beloningsgevoeligheid (Luman)

  • Timingproblemen (Sonuga-Barke)

<ul><li><p><strong>Dorsale fronto-striatale circuits:</strong> Gedragscontrole.</p></li><li><p><strong>Orbitofrontostriatale circuits:</strong> Beloningsgevoeligheid.</p></li><li><p><strong>Fronto-cerebellaire circuits:</strong> Timing en tijdsinschatting.</p></li></ul><p><span data-name="point_right" data-type="emoji">👉</span> Deze neurologische netwerken ondersteunen drie eerder besproken neuropsychologische theorieën:</p><ul><li><p>Gedragsremming (Barkley)</p></li><li><p>Beloningsgevoeligheid (Luman)</p></li><li><p>Timingproblemen (Sonuga-Barke)</p></li></ul><p></p>
14
New cards

Neurotransmitters betrokken bij ADHD

  • Dopamine:
    Cruciaal voor aandacht, motivatie en impulscontrole. Verstoorde dopaminebalans hangt samen met ADHD-symptomen (problemen met aandacht, impulsiviteit en motivatie).

  • Noradrenaline:
    Speelt een rol in aandacht, alertheid en stressrespons. Veranderingen hierin dragen bij aan hyperactiviteit en aandachtsproblemen.

15
New cards

Medicatie bij ADHD

  • Stimulerende middelen zijn het meest gebruikt:

    • Methylfenidaat (Ritalin, Concerta)

    • Amfetaminen (Adderall)

    Verminderen van hyperactiviteit, impulsiviteit en het verbeteren van de aandacht en concentratie.

  • Niet-stimulerende middelen:

    • Atomoxetine (Strattera)

    • Antidepressiva zoals Bupropion (Wellbutrin)

  • Natuurlijke alternatieven en voedingsadvies bestaan ook

16
New cards

Effect van medicatie

  • Normalisatie van hersenactiviteit:

    • Verhoogde activiteit in de prefrontale cortex (aandacht en impulscontrole).

    • Verminderde activiteit in het default mode network (DMN) (rust en dagdromen).

  • Veranderingen in neurotransmitters:

    • Verhoging van dopamine en noradrenaline

    Verbeteren van aandacht, concentratie en impulscontrole

    Verbeterde communicatie tussen hersengebieden

  • Structurele hersenveranderingen:

    • Mogelijke toename in corticale dikte bij langdurig gebruik

    • Geassocieerd met verbeterde cognitieve functies

17
New cards

Executive Function (EF)-training

  • Gericht op zelfregulatie, plannen, organisatie, aandacht en impulscontrole

  • Uitgevoerd door psychologen, ergotherapeuten of opgeleide leerkrachten

  • Onderdelen:

    • Cognitieve training

    • Gedragsstrategieën

    • Metacognitieve en sociale vaardigheden

  • Online tools beschikbaar:

    • Cogmed

    • Braingame Brian

  • Effectief alleen bij transfer naar dagelijkse praktijk

18
New cards

Ouderbegeleiding

  • Verbetert ouderschapsbeleving en gevoel van controle

  • Ouders merken afname van symptomen thuis

  • Derden zien dit effect minder duidelijk

19
New cards

Lichaamsbeweging

  • Positief effect op symptomen van ADHD

  • Verbetert (bandbreedte)/werking van prefrontale cortexexecutieve functies

20
New cards

Volwassenen met ADHD

Beste aanpak via psychotherapie

  • Gericht op planningsvaardigheden en zelfbeeld

21
New cards

3 belangrijke dingen om te onthouden over ADHD

1. ADHD is niet alleen een Westers fenomeen

2. ADHD verschilt tussen mensen wat betreft symptomen, betrokken hersensystemen en oorzaken.

3. Hersenen en gedrag beïnvloeden elkaar, ook bij ADHD