Kaarten: engels toetsweek 1 V5 units 11-15 NL-EN | Quizlet

trade

handel

expenses

kosten

to negotiate

onderhandelen

to charge

vragen (m.b.t. geld)

to claim

eisen

value

waarde

a lack of

gebrek aan

poverty

armoede

to owe

verschuldigd zijn

debt

schuld

competitor

concurrent

to afford

zich veroorloven

to inherit

erven

cash machine

pinautomaat

receipt

kassabon

approach

methode

to adapt

aanpassen

improvement

verbetering

manual

handleiding

physicist

natuurkundige

to explore

verkennen

to predict

voorspellen

solar energy

zonne-energie

plug

stekker

wall socket

stopcontact

liquid

vloeistof

challenging

uitdagend

advantage

voordeel

disadvantage

nadeel

economical

zuinig

poem

gedicht

fiction

leesboeken

play

toneelstuk

subscription

abonnement

review

recensie

composition

opstel

performer

artiest

sculpture

beeldhouwwerk

stage

podium

medieval

middeleeuws

exhibition

tentoonstelling

episode

aflevering

to release

uitbrengen

lyrics

songtekst

contents

inhoud

enviroment

milieu

environmentalist

milieubeschermer

nuclear waste

kernafval

pollution

vervuiling

greenhouse effect

broeikaseffect

surface

oppervlak(te)

surroundings

omgeving

scenery

natuur(schoon)

damaging to

schadelijk voor

at the expanse of

ten koste van

agriculture

landbouw

crop

gewas

favourable

gunstig

to drizzle

miezeren

to spray

spuiten

to occur

plaatsvinden

to vanish

(plotseling) verdwijnen

to increase

stijgen

to decrease

afnemen

awareness

bewustzijn

coincidence

toeval

out of order

buiten gebruik

paralysed

verlamd

disastrous

rampzalig

limited

beperkt

vulnerable

kwetsbaar

to drag

slepen

to oppose

zich verzetten tegen

to surrender

zich overgeven